In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 6 Sociale zekerheden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
De student weet wat de sociale zekerheden inhouden met de bijbehorende begrippen, te weten bestaanszekerheid.
De student weet wat de werknemersverzekeringen zijn en hoe die werken met de bijbehorende begrippen, te weten premies, WW, ziektewet, WAO en UWV.
De student weet wat de volksverzekeringen zijn en hoe die werken met de bijbehorende begrippen, te weten AOW, WLZ, Anw en SVB.
De student weet wat de sociale voorzieningen zijn en hoe ze werken.
De student weet hoe de sociale zekerheden betaald worden.
De student kent de 3 principes van belastingheffing, te weten draagkrachtbeginsel, profijtbeginsel en solidariteitsbeginsel.
Slide 2 - Tekstslide
Wie heeft er al een gehoord van sociale zekerheden?
Slide 3 - Tekstslide
Sociale zekerheid
Iedereen is zelf verantwoordelijk voor het verdienen van zijn inkomen. Maar als dat niet mogelijk is, kun je een uitkering krijgen.
sociale zekerheiden zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat iedereen een bepaalde bestaanszekerheid heeft.
Slide 4 - Tekstslide
Sociale zekerheid
De sociale zekerheid in Nederland is in wetten geregeld en bestaat uit:
Sociale verzekeringen: voor sociale verzekeringen betaal je een premie die wordt ingehouden op het (bruto)salaris van mensen met een inkomen.
Sociale voorzieningen: deze voorzieningen betaalt de overheid met belastingen.
Slide 5 - Tekstslide
Werknemersverzekeringen
De sociale verzekeringen kun je verdelen in werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Werknemersverzekeringen zijn sociale verzekeringen die gelden voor alle werknemers in Nederland.
De WW (Werkloosheidswet) is de bekendste werknemersverzekering.
Deze wet geeft een werknemer die zijn baan verliest recht op een uitkering, tenzij hij op staande voet is ontslagen of zelf ontslag neemt.
Slide 6 - Tekstslide
Werknemersverzekeringen
De Wet werk en inkomen naararbeidsvermogen (WIA) is een andere werknemersverzekering.
Er wordt met de WIA niet gekeken naar wat arbeidsongeschikten niet meer kunnen, maar naar wat arbeidsongeschikten nog wel kunnen doen. Op deze manier wil de overheid het aantal arbeidsongeschikten met een uitkering verminderen.
Slide 7 - Tekstslide
Volksverzekeringen
Volksverzekeringen zijn sociale verzekeringen voor alle inwoners van Nederland. Iedereen met een inkomen betaalt hiervoor premie.
Slide 8 - Tekstslide
Volksverzekeringen
De AOW (Algemene Ouderdomswet) is de bekendste volksverzekering. De AOW geeft iedereen vanaf de AOW-leeftijd een ouderdomspensioen.
Veel mensen die gepensioneerd zijn, hebben nog een aanvullend pensioen. Hiervoor hebben ze toen ze nog werkten zelf extra pensioenpremie voor betaald.
Slide 9 - Tekstslide
Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen zijn uitkeringen die de overheid betaalt met belastinggeld.
Bekende voorbeelden zijn de kinderbijslag en de bijstand.
Slide 10 - Tekstslide
Sociale voorzieningen
De overheid stelt een bedrag vast dat je minimaal nodig hebt om te leven. Dit is het sociaal minimum.
Iemand die dit bedrag niet (helemaal) zelf kan verdienen, krijgt een bijstandsuitkering en eventueel toeslagen, bijvoorbeeld zorgtoeslag of huurtoeslag.
Slide 11 - Tekstslide
Sociale voorzieningen
Er wordt bij belastingheffing gebruik gemaakt van een drietal principes:
Draagkrachtbeginsel: Hoe meer je verdient des te meer je betaald.
Profijtbeginsel: Wie er het meest gebruik van maakt betaald ook het meest.
Solidariteitsbeginsel: We betalen met z'n allen zodat iedereen een bestaansminimum heeft.
Slide 12 - Tekstslide
Verzorgingsstaat
Een land als Nederland dat veel geld uitgeeft aan uitkeringen, gezondheidszorg, woningbouw en onderwijs heet een verzorgingsstaat.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is sociale zekerheid?
A
Dat je zeker bent van sociale contacten
B
Alle wetten voor mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen
C
Dat zijn alle wetten die gaan over sociaal gedrag
Slide 14 - Quizvraag
Voor wie is de sociale zekerheid bedoeld?
A
Voor mensen die in de collectieve sector werken.
B
Voor mensen die solliciteren naar een nieuwe baan.
C
Voor mensen die geen of weinig inkomen hebben.
D
Voor mensen die nog aan het studeren zijn.
Slide 15 - Quizvraag
Welke uitspraak past bij een werknemersverzekering? Een werknemersverzekering....
A
wordt betaald uit belastinggeld
B
is gelijk aan het sociaal minimum
C
is voor als je in loondienst werkt.
D
behoort tot de sociale voorzieningen.
Slide 16 - Quizvraag
De WW is een werknemersverzekering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Wat is en volksverzekering?
A
Verzekering voor iedereen die werkt
B
Verzekering voor iedereen die gewerkt heeft
C
Verzekering voor iedere Nederlander
D
Verzekering voor iedereen die werkt of gewerkt heeft
Slide 18 - Quizvraag
Volksverzekeringen worden betaald door...
A
iedere burger in Nederland
B
de overheid
C
alle mensen die belasting betalen in Nederland
Slide 19 - Quizvraag
Het minimumbedrag dat je volgens de overheid nodig hebt om van te kunnen leven.
Zo word Nederland, vanwege zijn goede voorzieningen, ook wel genoemd
Hier zijn uitkeringen onderdeel van
Sociaal minimum
Verzorgingsstaat
Sociale zekerheid
Slide 20 - Sleepvraag
Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een land waar je verplicht bent voor elkaar te zorgen