Fopr Warenkennis inleiding 2

Hoe voel je je vandaag?
1 = heel slecht
5 = super goed
-15
1 / 18
volgende
Slide 1: Poll
WarenkennisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe voel je je vandaag?
1 = heel slecht
5 = super goed
-15

Slide 1 - Poll

Waaraan denk je bij 'warenkennis'?

Slide 2 - Woordweb

Deel een foto die iets zegt over jou en te maken heeft met thema Warenkennis.

Slide 3 - Open vraag

Warenkennis
Kennis van de grondstoffen en producten waarmee gewerkt wordt. 

Slide 4 - Tekstslide

Waar heb je warenkennis voor nodig?

Slide 5 - Woordweb

Warenkennis gebruik je bij de volgende werkzaamheden:
  • Ontvangst van grondstoffen
  • Opslag van grondstoffen
  • Voorbereiding en bereiding 
  • Presenteren en serveren van producten
  • Adviseren van de consument 

Slide 6 - Tekstslide

Ontvangst van grondstoffen
  • Aflevertemperatuur
  • Etikettering
  •  Uiterlijk
  • Houdbaarheidsdatum
  • Staat van de verpakking

Slide 7 - Tekstslide

Tussen 0 en 7 graden Celsius
Tussen 0 en 4 graden Celsius
Tussen -23 en -15 graden Celsius

Slide 8 - Sleepvraag

Opslag van grondstoffen
  • Juist opslagruimte
  • Temperatuur van opslagruimte
  • Ventilatie of luchtcirculatie
  • Licht of donker
  • Bewaartijd en fifo
  • Luchtvochtigheid
  • Afdekken van voorbewerkte grondstoffen
  • Scheiden van rauwe en bereide grondstoffen
  • Hygiëne in de opslagruimte 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbereiding en bereiding
Voorbereiding:
  • Gebruik van verschillende kleuren snijplanken om kruisbesmetting te voorkomen
  • Kiezen van de juiste materialen om de grondstoffen mee te bewerken
  • Coderen (etiketteren, stickeren) van grondstoffen die je gaat gebruiken bij de voorbereiding
Bereiding:
  • Bakken, frituren, beleggen van een broodje

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het belang van het op de juiste wijze presenteren en serveren van producten?

Slide 11 - Open vraag

Adviseren van de consument
  • Samenstelling van het product
  • Bereidingswijze van een product
  • Eetcultuur en -wensen (religie, dieet, allergenen etc.)

Slide 12 - Tekstslide

Keuze bij inkoop van grondstoffen
  1. Schoongemaakt en onbewerkt (zak aardappels)
  2. Klaar voor bereiding (aardappels, geschild en gewassen)
  3. Kant en klaar (voorgebakken frites)
  4. Serveerklaar (zakje chips)

Slide 13 - Tekstslide

Noem twee voorbeelden van producten uit jouw bedrijf en benoem in welke categorie van convenience producten ze vallen.
(voorbeeld: tomatensaus = kant en klaar)

Slide 14 - Open vraag

Warenkennis
  • Drie praktijkopdrachten
  • Theorieopdracht warenkennis menu (voorwaardelijk voor examenopdracht)
  • Warenkennis examenopdracht

Slide 15 - Tekstslide

Poster maken
Ter voorbereiding op examenopdracht
Wat is een poster?
Wat is het nut van een poster?
Wat komt er op de poster te staan?
Wat heb je nodig om de poster te maken?

Tijd voor het maken van de poster: 60 minuten 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
  • Kies drie verschillende producten uit jouw bedrijf
  • Benoem van ieder product onderstaande aandachtspunten:
  1. Ontvangst van grondstoffen
  2. Opslag van grondstoffen
  3. Voorbereiding en bereiding 
  4. Presenteren en serveren van producten
  5. Adviseren van de consument 
  6. Voeg extra informatie toe over het product (geschiedenis, land van herkomst, productspecifieke eigenschappen) 
  • Verwerk bovenstaande informatie netjes in een 'poster' met afbeeldingen en presenteer het aan de docent en je medestudenten

Slide 17 - Tekstslide

Wat wist je al over deze lesstof?
Wat heb je geleerd?
Wat vind je lastig?

Slide 18 - Open vraag