wiskunde hoofdstuk 2

som

Milat laat posters afdrukken. het bedrag dat hij moet betalen berekent hij met de formule:

bedrag in Euro's = 4 + 6 x aantal posters


wat kosten 4 posters?

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
wiMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

som

Milat laat posters afdrukken. het bedrag dat hij moet betalen berekent hij met de formule:

bedrag in Euro's = 4 + 6 x aantal posters


wat kosten 4 posters?

Slide 1 - Tekstslide

bedrag in Euro's = 4 + 6 x aantal posters

wat kosten 4 posters?

A
bedrag in Euro's = 4 + 6 x 4
B
28 euro
C
ik snap het niet
D
40 euro

Slide 2 - Quizvraag

bedrag in Euro's = 4 + 6 x aantal posters

wat kosten 10 posters?

A
bedrag in Euro's = 4 + 6 x 10
B
60 euro
C
ik snap het niet
D
64 euro

Slide 3 - Quizvraag

som

Fleur laat posters afdrukken bij een ander bedrijf. ZIj berekent het bedrag met de formule:

bedrag is Euro's = 8 + 5 x aantal posters


Wat is de prijs voor 4 posters?

Slide 4 - Tekstslide

bedrag is Euro's = 8 + 5 x aantal posters

Wat is de prijs voor 4 posters?


A
bedrag in Euro's = 8 + 5 x 4
B
48 euro
C
28 euro
D
????

Slide 5 - Quizvraag

bedrag is Euro's = 8 + 5 x aantal posters

Wat is de prijs voor 10 posters?


A
bedrag in Euro's = 8 + 5 x 10
B
????
C
58 euro
D
120 euro

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Noteer de coördinaten
van het snijpunt

Slide 8 - Woordweb

Fluffie

Fluffie weegt 4 kilo. Elke week komt zij 0,8 kilo aan.


                                              gewicht Fluffie = 4 + 0,8 x tijd in weken

                          


teken de tabel en vul in:

Slide 9 - Tekstslide

Boris

Boris weegt 7 kilo. Elke week komt hij 0,3 kilo aan.


                                              gewicht Boris= 7 + 0,3 x tijd in weken

                          


teken de tabel en vul in:

Slide 10 - Tekstslide

Teken een assenstelsel in je schrift.

teken de grafiek in het assenstelsel in je schrift.

Slide 11 - Tekstslide

Na hoeveel weken zijn de pups even zwaar?

Slide 12 - Woordweb

2.2 inklemmen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Thijs werkt in de dierentuin

Elke dag die hij werkt krijgt hij 2 euro voor de bus.

Per uur verdient hij 3,50 euro.


inkomsten in euro's = 2+ 3,50 x tijd in uren

Slide 15 - Tekstslide

inkomsten in euro's = 2+ 3,50 x tijd in uren


Wat heeft hij verdient na 5 uur werken?


A
inkomsten in Euro's = 2 + 5 x 10
B
19,50 euro
C
ik snap het niet
D
27,50 euro

Slide 16 - Quizvraag

inkomsten in euro's = 2+ 3,50 x tijd in uren


Wat heeft hij verdient na 10 uur werken?


A
55 euro
B
19,50 euro
C
ik snap het niet
D
37,50 euro

Slide 17 - Quizvraag

Thijs werkt in de dierentuin

Elke dag die hij werkt krijgt hij 2 euro voor de bus.

Per uur verdient hij 3,50 euro.


inkomsten in euro's = 2+ 3,50 x tijd in uren

stel:

Hij verdient einde van de maand 75,50 euro. Hoeveel uur heeft hij gewerkt?

Slide 18 - Tekstslide

inkomsten in euro's = 2+ 3,50 x tijd in uren

75,50 euro  = 2 + 3,50 x tijd in uren

2 + 3,50 x tijd in uren = 75,50 euro



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Maak een foto van de theorie over "inklemmen" in hoofdstuk 2.1

Slide 22 - Open vraag

Maak een foto van de samenvatting voor het "oplossen met inklemmen"

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Aan de slag vanaf som 23.


huiswerk vrijdag 28 september:

hoofdstuk 2 som 23, 24, 25

Slide 25 - Tekstslide

vandaag:

- terugblik vorige les

- zelfst. werken

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Woordweb

wat is een formule?

Slide 28 - Open vraag

paard van Charlotte eet per dag 2,2 kg brokken.
de voorraad in de schuur is 110 kg.

voorraad in kg = 110 - 2,2 x tijd in dagen

Hoeveel kg brokken ligt er na 5 dagen in de schuur?

Slide 29 - Open vraag

paard van Charlotte eet per dag 2,2 kg brokken.
de voorraad in de schuur is 110 kg.

voorraad in kg = 110 - 2,2 x tijd in dagen

Hoeveel kg brokken ligt er na 20 dagen in de schuur?

Slide 30 - Open vraag

paard van Charlotte eet per dag 2,2 kg brokken.
de voorraad in de schuur is 110 kg.

voorraad in kg = 110 - 2,2 x tijd in dagen

Na een aantal weken is er nog 33 kg over. Noteer de vergelijking.

Slide 31 - Open vraag

Ik snap het, ik kan de opdrachten van 2.2 maken.
A
ja
B
nee
C
ik twijfel

Slide 32 - Quizvraag

* Afmaken 2.2

klaar: - nakijken 2.1 en 2.2 met een andere kleur pen/potlood

- vragen? stel ze



Vind je het lastig of wil je nog wat extra oefenen? maak 2.4

Vond je het makkelijk? Maak 2.3

Slide 33 - Tekstslide

* Afmaken 2.2

klaar: - nakijken 2.1 en 2.2 met een andere kleur pen/potlood

- vragen? stel ze!



Vind je het lastig of wil je nog wat extra oefenen? maak 2.4

Vond je het makkelijk? Maak 2.3

Slide 34 - Tekstslide