1.3 Communicatie

Vandaag
  • Terugblik 1.2 - vragen?
  • Uitleg 1.3
  • Maken 1.3 (en evt 1.2??)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Terugblik 1.2 - vragen?
  • Uitleg 1.3
  • Maken 1.3 (en evt 1.2??)

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over het huiswerk??

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 1.3: Communicatie

Slide 3 - Tekstslide

Doel en begrippen 1.3
Je leert hoe communicatie tussen dieren verloopt

Signalen, balts, conflictgedrag, ambivalent gedrag, omgericht gedrag, overspronggedrag, territorium.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Communicatie

Slide 7 - Tekstslide

… dieren kunnen niet met elkaar praten, toch communiceren ze met elkaar…

Slide 8 - Tekstslide

Sociaal gedrag
= al het gedrag tussen soortgenoten

signaal = een prikkel waarmee dieren het gedrag van soortgenoten willen beïnvloeden. 

Slide 9 - Tekstslide

Sociaal gedrag
- Territoriumgedrag: het verdedigen en afbakenen van het eigen gebied
- Voortplantingsgedrag: het vinden van een soortgenoot, de paring en het verzorgen van jongen.
- Groepsgedrag: taakverdeling binnen groepen dieren en het vaststellen van de rangorde
-Ritueel gedrag: gedrag met een symbolische betekenis (bv baltsgedrag)

Slide 10 - Tekstslide

Ritueel gedrag
Bestaat uit een vaste volgorde van gedragselementen
Gebaseerd op sleutelprikkels
Tussen soortgenoten – herkenning
Bij soorten die in groepen leven – binding
Bij soorten die territoriaal zijn – wegnemen aanvalsgedrag

Slide 11 - Tekstslide

Herkenning

Slide 12 - Tekstslide

Binding

Slide 13 - Tekstslide

Rangorde

Slide 14 - Tekstslide

Baltsgedrag
Ritueel gedrag wat leidt tot paring.
  1. Nodig voor herkening tussen soortgenoten
  2. Nodig voor solitaire dieren-> wegnemen aanvalsgedrag
  3. Herkennen goede partner

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Territorium gedrag
Begint bij aangeven van de grenzen (geurvlaggen).
Dreiggedrag.
Vechtgedrag.

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Conflictgedrag
Ambivalent gedrag
Overspronggedrag
Omgericht gedrag

Slide 19 - Tekstslide

Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.
Drie vormen:
-Ambivalent gedrag
-Omgericht gedrag
-Overspronggedrag

Slide 20 - Tekstslide

Ambivalent gedrag
Conflictgedrag waarbij 2 tegengestelde gedragselementen elkaar afwisselen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Omgericht gedrag
Agressie gericht op iets anders dan de soortgenoot.

Grastrekken is een voorbeeld van 
omgericht gedrag.
Boos je tas in de hoek gooien ook.

Slide 23 - Tekstslide

Overspronggedrag
Conflict tussen 2 gedragssystemen: het dier vertoont gedrag uit 3e gedragssysteem.
Voorbeeld: 2 vogels in elkaars territorium (2 gedragssystemen: aanval/vlucht, waarvan 1 vogel ineens zijn veren gaat poetsen (3e systeem: verzorgingsgedrag)

Slide 24 - Tekstslide

Overspronggedrag bij katten

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

  1. Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
  2. Je gaat je rijexamen afleggen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou eigenlijk het liefst weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Maar het duurt een tijdje voor je je gordel vast maakt en klaar bent voor vertrek
  3. Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

A. Ambivalent gedrag
B. Overspronggedrag
C. Omgericht gedrag 

Slide 28 - Tekstslide

  1. Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
  2. Je gaat je rijexamen afleggen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou eigenlijk het liefst weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Maar het duurt een tijdje voor je je gordel vast maakt en klaar bent voor vertrek
  3. Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

2=A. Ambivalent gedrag
1=B. Overspronggedrag
3=C. Omgericht gedrag 

Slide 29 - Tekstslide

Nu en huiswerk
Lezen 1.3
Maken opdrachten van 1.3: 3 t/m 9 

Slide 30 - Tekstslide