Dieren communiceren door elkaar signalen te sturen.
Signalen zijn prikkels die dieren naar elkaar sturen.
Signalen kunnen verstuurd worden via:
Geuren, kleuren, geluiden, gebaren, Feromonen,
Slide 3 - Tekstslide
Lees kopje Vaste patronen blz. 19-20
Wat wordt bedoeld met rituelen?
Wat is de functie van rituelen in gedrag?
timer
4:00
Slide 4 - Tekstslide
Conflictgedrag
Ambivalent gedrag
Overspronggedrag
Omgericht gedrag
Slide 5 - Tekstslide
Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.
Drie vormen:
Ambivalent gedrag
Omgericht gedrag
Overspronggedrag
Slide 6 - Tekstslide
0
Slide 7 - Video
Overspronggedrag
Conflict tussen 2 gedragssystemen: het dier vertoont gedrag uit 3e gedragssysteem.
Voorbeeld: 2 vogels in elkaars territorium (2 gedragssystemen: aanval/vlucht, waarvan 1 vogel ineens zijn veren gaat poetsen (3e systeem: verzorgingsgedrag)
Slide 8 - Tekstslide
Overspronggedrag bij katten
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
0
Slide 11 - Video
Omgericht gedrag
Agressie gericht op iets anders dan de soortgenoot.
Grastrekken is een voorbeeld van
omgericht gedrag.
Boos je tas in de hoek gooien ook.
Slide 12 - Tekstslide
timer
15:00
Slide 13 - Tekstslide
Afsluitende vragen
Wat is het verschil tussen een signaal en een prikkel?
Noem een voorbeeld van ritueel gedrag bij mensen.
Wat is de functie van baltsgedrag?
Waarom is het baltsgedrag verschillend tussen soorten?
Slide 14 - Tekstslide
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je gaat je rijexamen afleggen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou eigenlijk het liefst weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Maar het duurt een tijdje voor je je gordel vast maakt en klaar bent voor vertrek
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.