Een persoonlijkheidsstoornis onderscheidt zich doordat voorkeuren en antipathieën te rigide vastliggen of te flexibel zijn.
Bepalen persoonlijkheid
1. Hoe ziet de patiënt zichzelf?
2. Hoe ziet hij de wereld om zich heen in relatie tot zichzelf?
3. Wat is zijn belangrijkste (disfunctionele) kernopvatting?
4. Hoe probeert hij zich in relaties met anderen te handhaven? (interactionele hoofdstrategie)