3E - wo. 15/1/2025

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3E - wo. 15/1/2025
1.                                      - is iedereen er?
2.   bron :  Phrases-clés
3.   bron Hde ww op -ir
4.   Taakwerk week 49: laatste dia
                    

                         

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

de ww op -ir 


 
van regelmatige ww op -ir
in de présent

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

groot worden = grandir
ik word groot = ...
A
je grandis
B
tu grandis
C
il grandit
D
elle grandit

Slide 7 - Quizvraag

groot worden = grandir
jij wordt groot = ...
A
je grandis
B
tu grandis
C
il grandit
D
elle grandit

Slide 8 - Quizvraag

groot worden = grandir
hij wordt groot = ...
A
je grandis
B
tu grandis
C
il grandit
D
elle grandit

Slide 9 - Quizvraag

groot worden = grandir
zij wordt groot = ...
A
je grandis
B
tu grandis
C
il grandit
D
elle grandit

Slide 10 - Quizvraag

groot worden = grandir
wij worden groot = ...
A
nous grandissons
B
vous grandissez
C
ils grandissent
D
elles grandissent

Slide 11 - Quizvraag

groot worden = grandir
jullie worden groot = ...
A
nous grandissons
B
vous grandissez
C
ils grandissent
D
elles grandissent

Slide 12 - Quizvraag

groot worden = grandir
zij (mnl mv) worden groot = ...
A
nous grandissons
B
vous grandissez
C
ils grandissent
D
elles grandissent

Slide 13 - Quizvraag

groot worden = grandir
zij (vrl mv) worden groot = ...
A
nous grandissons
B
vous grandissez
C
ils grandissent
D
elles grandissent

Slide 14 - Quizvraag

je finis
tu finis
il finit
elle finit
ik stop
jij stopt
hij stopt
zij stopt

Slide 15 - Sleepvraag

nous finissons
vous finissez
ils finissent
elles finissent
wij stoppen
jullie stoppen
u stopt
ze (mnl) stoppen
zij (vrl) stoppen

Slide 16 - Sleepvraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Je ................................. (rougir) facilement.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Nous ...................... (choisir) une chanson.

Slide 18 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Tu .......................... (choisir) des pommes de terre?

Slide 19 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Vous ............................... (réussir)?

Slide 20 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Marc et Eline ............................ (remplir) le formulaire.

Slide 21 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:

1. Je ....................................  (rougir)  facilement.
2. Nous ..............................  (choisir)  une  chanson.
3. Tu ............................... (choisir) des pommes de terre?
4. Vous ............................... (réussir)?
5. Marc et Eline ............................ (remplir) le formulaire.

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Je  rougis (rougir) facilement.
2. Nous  choisissons  (choisir) une chanson.
3. Tu  choisis  (choisir) des pommes de terre?
4. Vous  réussissez  (réussir) ?
5. Marc et Eline  remplissent  (remplir) le formulaire.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Zet in de goede PASSÉ COMPOSÉ-vorm:
Je ................................. (rougir) facilement.
A
rougis
B
rougi
C
ai rougi
D
suis rougi

Slide 25 - Quizvraag

Zet in de goede PASSÉ COMPOSÉ-vorm:
Nous ...................... (choisir) une chanson.
A
choisir
B
choisissons
C
choisons
D
avons choisi

Slide 26 - Quizvraag


u heeft 


nagedacht

ik heb 

gekozen
hij   is 



geslaagd
jij bent gestopt
wij hebben



ingevuld
j'ai choisi
tu as fini
il a réussi
nous avons rempli
vous avez réfléchi

Slide 27 - Sleepvraag

Zet in de goede Passé composé vorm:

1. Je ..........................................  (rougir)  facilement.
2. Nous ..............................  (choisir)  une  chanson.
3. U heeft nagedacht:  .................................................
     Ik heb gekozen: ........................................................
     Wij hebben ingevuld:................................................ 
     Hij is geslaagd: ..........................................................
     Jij bent gestopt: ........................................................

Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden::

1. J' ai rougi .............................  (rougir)  facilement.
2. Nous avons choisi .......  (choisir)  une  chanson.
3. U heeft nagedacht:  vous avez réfléchi ..............
     Ik heb gekozen: j'ai choisi ......................................
     Wij hebben ingevuld: nous avons rempli .......... 
     Hij is geslaagd: il a réussi ......................................
     Jij bent gestopt: tu as fini .......................................

Slide 29 - Tekstslide

Taakwerk semaine 3
Maken: 
-  opdr. 19 t/m 32
-  Dossieropdracht 3, 4 en 5
Leren:  voor het  Proefwerk:
- Voca A, B en E, F  FN/NF
- bron C en G  : Phrases-clés FN/NF
- bron D en H : de présent en de p.c. van de  ww op -ir  FN/NF

Slide 30 - Tekstslide