In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bestuiving, bevruchting en verspreiding
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- BS 6 bestuiving, bevruchting en verspreiding
- Aan de slag met opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Bestuiving
Bestuiving = het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.
Stuifmeelkorrel moet wel terechtkomen op de stempel van een bloem van dezelfde plantensoort.
Slide 3 - Tekstslide
Manieren van bestuiving
Slide 4 - Tekstslide
Wat is bestuiving?
Slide 5 - Open vraag
Bestuiving
Bestuiving gebeurt door de wind (windbloemen) of door insecten (insectenbloemen).
Slide 6 - Tekstslide
Insectenbloemen
- Grote opvallende kroonbladeren
- Nectar
- Geur
Slide 7 - Tekstslide
Windbloemen
- klein en onopvallend
- kroonbladeren zijn meestal groen
- helmknopjes hangen eruit
Slide 8 - Tekstslide
Wat voor soort bloem is dit? leg ook uit waarom.
Slide 9 - Open vraag
Bevruchting
Slide 10 - Tekstslide
Verandering na bevruchting
Na de bevruchting verandert er veel in een bloem. De bevruchte eicel en het zaadbeginsel gaan groeien. Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiempje. Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad.
Slide 11 - Tekstslide
De wand van het vruchtbeginsel wordt groter en dikker. het geheel groeit uit tot een vrucht
Slide 12 - Tekstslide
Verspreiding
Het verspreiden van vruchten en zaden noemen we zaadverspreiding
- wind
- uitwerpselen van dieren
- klevende zaden
Slide 13 - Tekstslide
Op welke manieren vindt verspreiding van zaden plaats?