2.1 Naar een ander soort leven. Deel 1

Vak: Mens & Maatschappij
Hoofdstuk: 2.1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens & Maatschappij
Hoofdstuk: 2.1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Les opening
Pak je boek van M&M op tafel op bladzijde 50


Huiswerk controle:
n.v.t.

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
    - weet je hoe Nederland vanaf 1815 bestuurd werd.
    - kun je uitleggen wat door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland.

    Leergebiedoverstijgende doelen: 
    Plannen en organiseren
    - Je schrijft zelfstandig huiswerk en leerwerk op in jouw agenda. 
    - Je plant leermomenten in voor een toets in jouw agenda. 

    Slide 3 - Tekstslide

    3. Mini-check + arrangementen
    Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


    Iedereen doet mee met de mini-check op Lesson Up. 

    Slide 4 - Tekstslide

    Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?
    A
    Nederland en Duitsland
    B
    Nederland en Friesland
    C
    Nederland en België
    D
    Nederland, België en Luxemburg

    Slide 5 - Quizvraag

    Wie was het staatshoofd in 1815?
    A
    Willem I
    B
    Willem II
    C
    Leopold
    D
    Willem van Oranje

    Slide 6 - Quizvraag

    Wat is een constitutionele monarchie?
    A
    Een land met een koning
    B
    Een land met een grondwet
    C
    Een land met een gekozen president
    D
    Een land met een koning en een grondwet

    Slide 7 - Quizvraag

    Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...
    A
    Liberalen
    B
    Conservatieven

    Slide 8 - Quizvraag

    Wie maakt wat?
    Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 



    De rest doet mee met de instructie. 
    Je maakt: 
    Je leest de theorie op bladzijde 51 & 52. 
    Hierna maak je opdracht 1 t/m 7 op blz. 50 t/m 53

    Slide 9 - Tekstslide

    4. Instructie

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Link




    Napoleon

    Nederland tot 1813
    • Onderdeel van Frankrijk
    • Een Franse koning in Nederland: Lodewijk Napoleon

    Slide 12 - Tekstslide

    Koninkrijk der Nederlanden
    - 1815: koning Willem I werd staatshoofd. 

    - Nederland en België werd één land. 

    - Koning Willem I bestuurde ook Luxemburg, maar dit bleef een zelfstandig land. 

    Slide 13 - Tekstslide

    Nederland
    Nederland werd een koninkrijk met een grondwet. 
             constitutionele monarchie. 

    De koning was de leider van de regering. Hij regeerde samen met ministers. Zij maakten de wetten en zorgden ervoor dat die werden uitgevoerd. 

    Ook was er een parlement met een Eerste Kamer en een Tweede Kamer. Samen noem je die Staten-Generaal. Zij stemden of wetten uitgevoerd konden worden. 

     De koning koos de leven de Eerste Kamer. De rijkste mannen uit het land kozen de leden van de Tweede Kamer. 

    Slide 14 - Tekstslide

    Steeds meer mensen waren ontevreden over het bestuur. Rijke ondernemers wilden meer inspraak (liberalen). 

    Zij streefden naar vrijheid in de politiek.

    Niet iedereen wilde dit (conservatieven). Zij wilde dat de macht bij de koning en de adel bleef. 

    In 1830 kwamen liberalen en katholieken in Zuid-Nederland in opstand tegen de koning. Zij stichtten een nieuw koninkrijk, namelijk België.

    Slide 15 - Tekstslide

    Nieuwe grondwet 1848
    • Koning Willem II wordt koning (1840)
    • Veel democratische revoluties in Europa
    • Nieuwe grondwet in 1848 door Thorbecke.
    • Burgers kregen meer vrijheden en het parlement kreeg meer te zeggen. 
    • De koning mocht zich niet meer bemoeien met de politiek. 
    • Eerste Kamer werd gekozen door volksvertegenwoordiging in de provincies. 


    Slide 16 - Tekstslide

    Belangrijke begrippen: 
    Staatshoofd: Persoon met het hoogst gezag in de staat

    Constitutionele monarchie: een regeringsvorm waarbij dek koning zich aan de grondwet moet houden. 

    Ministers: lid van de regering

    Eerste Kamer: deel van de Staten-Generaal (het parlement), waarvan de leden door de volksvertegenwoordiging in de provincies gekozen zijn.

    Tweede Kamer: Deel van de Staten-Generaal (het parlement), waarvan de leden door burgers gekozen zijn.

    Liberalen: iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid. 

    Conservatieven: iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden. 

    Slide 17 - Tekstslide

    5. Begeleid inoefenen
    Vind je het nog lastig? Dan maken we samen opdracht 4

    De rest gaat zelfstandig aan het werk. 

     
    Je maakt: 
    Je leest de theorie op bladzijde 51 & 52. 
    Hierna maak je opdracht 1 t/m 7 op blz. 50 t/m 53

    Slide 18 - Tekstslide

    6. Zelfstandig werken
    Je gaat zelfstandig de theorie lezen op blz. 51 en 52 in je werkboek. Hierna maak je opdracht 1 t/m 7 op blz. 50 t/m 53.


    Ben je klaar?
    Dan kijk je het werk na en verbeter je waar nodig. 
    Hierna ga je de herhaling maken op blz. 56

     
    timer
    1:00

    Slide 19 - Tekstslide

    7. Evaluatie
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

    Lesdoelen: 
    - weet je hoe Nederland vanaf 1815 bestuurd werd.
    - kun je uitleggen wat door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland.

    Slide 20 - Tekstslide

    8. Huiswerk en toetsen
    Huiswerk: 

    DATUM
    2.1 opdracht 1 t/m 7
    Toetsen: 

    Geen

    Slide 21 - Tekstslide