3. Welk soort signaalwoorden lees je in deze zin? "Eerst gaan we een cake bakken, daarna snijden we die aan, tot slot eten we hem op."
=> chronologisch tekstverband (tijd)
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel deze week
Je hebt de theorie leesvaardigheid van klas 1 kort herhaald
Je kent de kernmerken van een informatieve tekst, de functies van inleiding en slot en het samenvattend tekstverband. Deze kennis pas je toe in teksten over onderwijs.
En waarom leren we dit?
=> TEA 2: toets leesvaardigheid
Slide 5 - Tekstslide
Huiswerk
Meenemen: boek van Talent, schrift en computer
Slide 6 - Tekstslide
Leesvaardigheid
Korte herhaling theorie klas 1
Slide 7 - Tekstslide
Hoe vind ik het onderwerp van een tekst?
A
Door alleen naar de titel te kijken.
B
Door te kijken naar de titel en tussenkopjes
C
Door de inleiding te lezen en te kijken naar de tussenkopjes.
D
Door te kijken naar de tussenkopjes, titel, illustraties en de inleiding te lezen.
Slide 8 - Quizvraag
In welk deel van de tekst vind je de kern (het belangrijkste)?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
inleiding en slot
Slide 9 - Quizvraag
Hoe lees je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin wilt weten?
A
De hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen
Slide 10 - Quizvraag
De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
een overzicht van de hoofdzaken
C
het belangrijkste over het onderwerp van de tekst in één zin.
D
de samenvatting
Slide 11 - Quizvraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'ook'?
A
concluderend tekstverband
B
chronologisch tekstverband
C
redengevend tekstverband
D
opsommend tekstverband
Slide 12 - Quizvraag
Het regent, maar toch schijnt de zon.
A
opsommend tekstverband
B
chronologisch tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband
Slide 13 - Quizvraag
Signaalwoord ’bijvoorbeeld’ verwijst naar een
A
samenvattend tekstverband
B
toelichtend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
opsommend
tekstverband
Slide 14 - Quizvraag
Was dit moeilijk of ver weggezakt...?
Bestudeer dan thuis de herhalingsles theorie klas 1
bij LessonUp (zie P2 "Fabel en Leesvaardigheid")
Herhaal dan ook het stappenplan leesvaardigheid achter in je boek van Talent
Stel vragen als je zaken niet begrijpt.
Slide 15 - Tekstslide
Theorie leesvaardigheid klas 1
Leesstrategieën: Globaal/verkennend, nauwkeurig, zoekend en studerend lezen
Het onderwerp van een tekst bepalen
Deelonderwerp van een alinea bepalen
Hoofdgedachte van een tekst bepalen
Tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
Slide 16 - Tekstslide
Schrijf op in je schrift:
Drie signaalwoorden voor opsommend verband zijn:
Twee signaalwoorden voor tegenstellend verband zijn:
Een zin met een redengevend verband;
Een zin met een signaalwoord voor een conclusie;
Een advertentie heeft als tekstdoel:.... (informeren activeren-overtuigen-amuseren)
Een tekst over de geschiedenis van de democratie heeft als tekstdoel:.... (informeren activeren-overtuigen-amuseren)
Slide 17 - Tekstslide
Reader leesvaardigheid
Elke les meenemen
Onderwijs => basisschool => Citotoets. Hoe vond jij die tijd van de Citotoets?
Actief lezen: belangrijkste informatie per alinea markeren van tekst 1.
Onbekende of moeilijke woorden: noteer deze op pag. 3
Slide 18 - Tekstslide
Noteer in je Plenda op 21-11
Reader leesvaardigheid: opdracht 2 t/m 5 maken en betekenis van moeilijke woorden opzoeken (woordenboek NL of www.vandale.nl of www.woorden.org) en noteren.
Talent: Hst 1.3: blauwe tekstblokken leren
(thuis:) Je gaat via Magister / Leermiddelen / naar Ned. Talent. Aan de rechterkant vind je een knop om je aan te melden met een klascode. Die is 664973.
=> Je werkt hier nu zelfstandig aan.
Slide 19 - Tekstslide
Terugblik
Wat heb je (weer goed) geleerd
deze les?
Slide 20 - Tekstslide
T V 2 B
21 november
Welkom!
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Startopdracht:
"Je leest in je agenda welke stof je moet leren voor een proefwerk. Je leest zoekend." Waar of niet waar?
"Een tekst kan maximaal twee deelonderwerpen bevatten." Waar of niet waar?
" 'Bovendien' is een voorbeeld van een uitleggend tekstverband." Waar of niet waar?
Noteer twee signaalwoorden voor tegenstellend tekstverband. Maak ook één zin met zo'n signaalwoord.
Slide 23 - Tekstslide
Startopdracht
Je leest in je agenda welke stof je moet leren voor een proefwerk. Je leest zoekend. WAAR
Een tekst kan maximaal twee deelonderwerpen bevatten. NIET WAAR
Bovendien is een voorbeeld van een uitleggend tekstverband. NIET WAAR ('bovendien' is opsommend verband)
Je hebt de theorie leesvaardigheid van klas 1 kort herhaald
Je kent de kernmerken van een informatieve tekst, de functies van inleiding en slot en het samenvattend tekstverband. Deze kennis pas je toe in teksten over onderwijs.
En waarom leren we dit?
=> TEA 2: toets leesvaardigheid: woordenboek mag mee
Slide 25 - Tekstslide
Huiswerk
Reader leesvaardigheid: opdracht 2 t/m 5 maken en betekenis van moeilijke woorden opzoeken en noteren.
Talent: Hst 1.3: blauwe tekstblokken leren
(thuis:) Je gaat via Magister / Leermiddelen / naar Ned. Talent. Aan de rechterkant vind je een knop om je aan te melden met een klascode. Die is 664973
Slide 26 - Tekstslide
Uitleg
leesvaardigheid
Talent Hst 2
Slide 27 - Tekstslide
Informatieve tekst
tekstdoel is informeren, dus het gaat niet om de mening van de schrijver
er kunnen wel meningen van deskundigen in voorkomen
bevat vooral feitelijke informatie:
bv. gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden; bv. dingen die in werkelijkheid bestaan; bv. kennis vanuit onderzoek; bv. uitleg die je kunt uitvoeren.
Slide 28 - Tekstslide
Informatieve tekstsoorten
nieuwsbericht
tekst uit een schoolboek
handleiding
wetenschappelijk artikel
Slide 29 - Tekstslide
De inleiding heeft een doel of functie
Aandacht trekken van de lezer (zodat deze verder gaat lezen), of
onderwerp noemen of beschrijven, of
centrale vraag stellen, of
mening geven van de schrijver (bij overtuigend tekstdoel), of
samenvatting geven (b.v. bij nieuwsbericht)
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Ook een slot heeft een functie:
1. een conclusie geven
let op signaalwoorden: 'dus', 'daarom', 'dan ook': deze geven een concluderend tekstverband weer
2. een samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst
let op signaalwoorden voor samenvattend tekstverband: 'kortom', 'samenvattend'
3. een advies geven, herkenbaar aan zinnetjes als 'Het is beter..' of 'Het is raadzaam om ..'
4. een toekomstverwachting uitspreken
Slide 32 - Tekstslide
Signaalwoorden bij een slotalinea:
Kortom, het is duidelijk dat...
Samenvattend kunnen we stellen dat,..
Al met al is het duidelijk dat....
Om kort te gaan: ....
Dit zijn dus signaalwoorden voor een samenvattend tekstverband: hierbij zet de schrijver eerder genoemde informatie nog eens op een rijtje.
Slide 33 - Tekstslide
Reader pag. 4
"Het is beter voor leerlingen als scholen
geen cijfers meer geven."
Plenda 27 nov:
opdracht 2 t/m 7 maken tekst 2 Reader
Talent: Hst. 2.3 tekst 1, opdr. 4 t/m 8
Slide 34 - Tekstslide
Wat heb je deze week geleerd?
De theorie leesvaardigheid van klas 1 kort herhaald
De kernmerken van een informatieve tekst, de functies van inleiding en slot en het samenvattend tekstverband. Deze kennis pas je toe in teksten over onderwijs.
Slide 35 - Tekstslide
T H 2 M
13 november
Welkom!
Slide 36 - Tekstslide
Docent
Slide 37 - Tekstslide
Uitleg leesvaardigheid
Herhaling klas 1
Slide 38 - Tekstslide
Theorie leesvaardigheid klas 1
Het onderwerp van een tekst bepalen
Leesstrategieën: Globaal/verkennend, nauwkeurig, zoekend en studerend lezen
Deelonderwerp van een alinea bepalen
Hoofdgedachte van een tekst bepalen
Inleiding en het slot van een tekst herkennen.
Tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
Tekstdoelen in een tekst herkennen
Informatie uit illustraties en tabellen duiden
Slide 39 - Tekstslide
Lees aandachtig pag. 231-232 van Talent
klaar? Lees de blauwe theorieblokken
vanaf pag. 21 (H1.3, Lezen)
timer
3:00
Slide 40 - Tekstslide
Schrijf op in je schrift:
Drie signaalwoorden voor opsommend verband zijn:
Twee signaalwoorden voor tegenstellend verband zijn:
Een zin met een redengevend verband;
Een zin met een signaalwoord voor een conclusie;
Een advertentie heeft als tekstdoel:.... (informeren activeren-overtuigen-amuseren)
Een tekst over de geschiedenis van de democratie heeft als tekstdoel:.... (informeren activeren-overtuigen-amuseren)
Slide 41 - Tekstslide
Zelfstandig werken (in Plenda, 19-11)
Opdrachten 5, 6 en 7 uit Talent maken, par. 1.3
Leer blauwe theorieblokken van par. 1.3
Meenemen: boek van Talenten schrift en computer
Volgende les ontvang je je reader van Leesvaardigheid