In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Incongruentie &
Foute Verwijswoorden
Gemaakt door: Joeri Kadi & Rik Jansen
Slide 1 - Tekstslide
Incongruentie
Een fout in de tijdsvorm van een werkwoord.
Slide 2 - Tekstslide
Oorzaken
Enkelvoudig woord wordt als meervoud aangezien of juist andersom
Of het onderwerp wordt verkeerd aangezien
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld 1
*De berichten over de komst van een nieuwe asielzoekers centrum, zorgde voor veel commotie.
De kern van het onderwerp is de berichten. Er moet dus staan: zorgden voor veel commotie
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Op het dancefeest kwamen een massa jongeren af
Kwamen moet zijn: kwam
Slide 5 - Tekstslide
Het kleine aantal mensen dat een donatie deed, kregen een presentje.
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quizvraag
Twee vijfde van alle wintersporters die naar Oostenrijk op vakantie gaan, ... een been. (breken) Type de juiste werkwoordsvorm in.
Slide 7 - Open vraag
Foute verwijswoorden
Het is makkelijk om bij een verwijswoord een fout te maken
Slide 8 - Tekstslide
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Mannelijke zelfstandige naamwoorden: hij/zijn
Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden: zij/haar Onzijdige zelfstandige naamwoorden: het/zijn "Het" kan ook verwijzen naar een voorafgaande zin of een zin erna.
Slide 9 - Tekstslide
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Concrete zelfstandige naamwoorden zijn meestal mannelijk: schoen, tafel, rugzak.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.