Project plantaardig vlees_LES 0+1_V3A

Plantaardig vlees
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plantaardig vlees

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 
Deze les:
  • waarom dit project?
  • opdracht 2: mindmap over voedselsystemen
  • opdracht 3: staafdiagram van resultaten voedselafdruk
  • opdracht 4: thuisexperiment over smaak
  • opdracht 5: textuurspel
  • opdracht 6: eiwitmeter

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 
Dit project gaat over het maken van plantaardig vlees. 
  • Waarom is dit belangrijk?
  • Wat is de aanleiding om dit te doen?




 
 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfvoorzienend!
alle producten beschikbaar?

Slide 4 - Tekstslide

In Nederland verbouwen de meeste mensen niet al hun voedsel zelf. Er zijn mensen met een eigen moestuin, maar fruit, vlees, zuivel, koffie en andere producten zullen in de winkel gekocht worden. Om ervoor te zorgen dat consumenten allerlei producten in winkels kunnen kopen zijn er voedselsystemen opgezet.
LES 1 
voedselsysteem
  • is het systeem dat is opgezet rond een bepaald voedingsproduct 
  • om ervoor te zorgen dat de grondstof groeit, geoogst wordt, verwerkt wordt tot product, verpakt wordt, opgeslagen wordt, bewaard wordt, getransporteerd wordt en verkocht wordt

Slide 5 - Tekstslide

Om ervoor te zorgen dat consumenten allerlei producten in winkels kunnen kopen zijn er voedselsystemen opgezet. Een voedselsysteem is het systeem dat is opgezet rond een bepaald voedingsproduct om ervoor te zorgen dat de grondstof groeit, geoogst wordt, verwerkt wordt tot product, verpakt wordt, opgeslagen wordt, bewaard wordt, getransporteerd wordt en verkocht wordt.

lokaal
wereldwijd

Slide 6 - Tekstslide

  • Deze voedselsystemen kunnen heel lokaal zijn. Denk bijvoorbeeld aan een boerderijwinkel waar producten worden verkocht die op de boerderij verbouwd of geproduceerd worden (fruit, groente, eieren, melk, kaas, jam).
  • Echter de meeste voedselsystemen zijn meer complex. De cartoon  laat zien hoe één voedselsysteem verspreid kan zijn over verschillende werelddelen. Bij zo’n voedselsysteem vinden dus veel transportbewegingen plaats en worden kringlopen van stoffen ernstig verstoord.
    Bijvoorbeeld: de bodem in Zuid-Amerika wordt armer doordat de grondstoffen naar Europa worden getransporteerd en in Europa ontstaat een mestoverschot. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselsystemen 
  • Bekijk het de film over "voedselsystemen"  (op de volgende dia)
      De Verenigde Naties hebben dit filmpje gemaakt bij een congres over
      voedselsystemen (zomer 2021, tijdens de corona-pandemie).
  • Kijk naar het filmpje en noteer verschillende begrippen die genoemd worden in verband met voedselsystemen.​

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • de begrippen kunnen weergegeven worden in een mindmap
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • de begrippen kunnen weergegeven worden in een mindmap
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • de begrippen kunnen weergegeven worden in een mindmap
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • de begrippen kunnen weergegeven worden in een mindmap
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • de begrippen kunnen weergegeven worden in een mindmap
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - groepsindeling V3A







LET OP:
De resultaten van de opdracht 1 hebben jullie nodig van alle groepsleden! 

groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
groep 5
Marc
Sander
Machiel
Froukje
Anna Noor
Olav
Rosalie
Ruben
Sascha
Merel
Nelle
Aimee
Manoah
Sven
Jip
Erline
Marissa
Charlotte
Max-Merijn
Tom
Isa B.
Loïs

Slide 17 - Tekstslide

Op de volgende dia's staan respectievelijk de website van:
  •  het Voedingscentrum 
  • de Voedselafdruk
LES 1 - opdracht 1
  • Ga naar de website www.voedingscentrum.nl
  • Kies onder “Hulp bij goed eten” voor “Voedselafdruk”
  • Je komt dan op de volgende pagina's ...... 

Slide 18 - Tekstslide

Op de volgende dia's staan respectievelijk de website van:
  •  het Voedingscentrum 
  • de Voedselafdruk

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1
Opdracht 1
  • Beantwoord de 15 vragen.
    Als de vragen 6, 10, 13 en 14 niet van toepassing zijn voor jou. Kies dan voor een neutraal antwoord.
  • Noteer je uitkomst in tabel 1
     (in de kolom “zelf”).

Slide 22 - Tekstslide

Op de volgende dia's staan respectievelijk de website van:
  •  het Voedingscentrum 
  • de Voedselafdruk
LES 1
Opdracht 1
  • Vul de test in voor iemand die veel vlees, vis en zuivel gebruikt door bij deze vragen (2,3,4,7,8) de maximale hoeveelheid in te vullen. Vul bij alle andere vragen dezelfde antwoorden in als de 1e keer.
  • Noteer je uitkomst in tabel 1 (in de kolom “Maximaal dierlijke producten”).


  • Vul de test nog een keer in voor de vegetariër. Maak de consumptie van vlees, vis en zuivel zo klein mogelijk. Vul bij alle andere vragen dezelfde antwoorden in als de 1e keer.
  • Noteer je uitkomst in tabel 1 (in de kolom “Minimaal dierlijke producten”).

Slide 23 - Tekstslide

Op de volgende dia's staan respectievelijk de website van:
  •  het Voedingscentrum 
  • de Voedselafdruk

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Stuur een foto van de door jou ingevulde tabel.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 2 
  • Bij opdracht 1 heeft iedereen de “De voedselafdruk” ingevuld. 
  • Maak met de gegevens die alle groepsleden in tabel 1 hebben ingevuld
     in Excel een staafdiagram.
  • Op de volgende dia's staat hoe je:
      --> op een werkblad de gegevens noteert in een tabel
      --> een staafdiagram maakt met de gegevens uit de tabel

Slide 26 - Tekstslide

De excelbestanden kunnen gedeeld worden met de leerlingen.
  • Er is een 3H-versie: leerlingen hoeven alleen hun resultaten in te vullen in een tabel.
  • Er is een 3V-versie: leerlingen vullen resultaten in in een tabel en moeten zelf de grafiek ontwerpen.
  • maak een werkblad in Excel
  • gebruik de afbeelding hierboven als voorbeeld 
rode lijn

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • maak op het werkblad twee staafdiagrammen
  • gebruik de afbeelding hierboven als voorbeeld 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 3 - SMAAK
Smaak is een beleving van mond, neus en oor.
  • mond: zoet, zout, bitter en zuur
  • neus: kruiden (specerijen), bijvoorbeeld kaneel
  • mond & oren: voorbeeld  is het eten van chips
    --> het kraken van de chips is een ervaring & beleving die bij chips hoort
    --> chips die net uit de zak komen kraken anders dan chips die al enkele
           dagen op tafel staan
    -->  kraken neem je waar met je mond & oren  

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 3
  • Zoek thuis zoveel mogelijk producten uit de linker kolom.
  • Ruik aan een product. 
  • Geef in de tweede kolom een code
  • - geen geur / +  lichte geur /
    +  duidelijke geur / ++ sterke geur 
  • Proef en geef met een X aan
     welke smaak je proeft





Smaakexperiment - thuis 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 4
Textuur-domino-spel
  • Textuur = belangrijk eigenschap van levensmiddelen.
    Textuur beschrijft de structuur, het mondgevoel en het gedrag tijdens consumeren van levensmiddelen. 
  • domino-spel --> textuur-begrippen
  • Opdracht: welke textuur moet een plantaardige burger krijgen volgens jou? Noteer de begrippen uit het domino-spel die belangrijk zijn.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 5
Eiwitmeter
  • Eiwitten vormen samen met koolhydraten (“suikers” ) en vetten de belangrijkste bestanddelen van ons voedsel.
  • In ons lichaam zijn eiwitten belangrijk als bouwstof en als regelfunctie.

  • Met het spelen van het eiwitspel kom je te weten wat het eiwitgehalte van verschillende levensmiddelen is. 




Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies