Project plantaardig vlees_LES 2

Plantaardig vlees
3HV

les1
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plantaardig vlees
3HV

les1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepsindeling H3A

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepsindeling H3R

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:
  • inleiding: Voedselsystemen
  • opdracht 2: staafdiagram van resultaten voedselafdruk
  • opdracht 3: thuisexperiment over smaak (laten vervallen)
  • opdracht 4: textuurspel
  • opdracht 5: eiwitmeter

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Dit project gaat over het maken van plantaardig vlees. 
  • Waarom is dit belangrijk?
  • Wat is de aanleiding om dit te doen?

Om dit beter te begrijpen, moet je eerst weten wat een voedselsysteem is





 
 



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselsysteem
In Nederland verbouwen de meeste mensen niet al hun voedsel zelf. Om ervoor te zorgen dat consumenten allerlei producten in winkels kunnen kopen zijn er voedselsystemen opgezet:
groei > oogst > verwerking > verpakking > opslag/bewaren > transport > verkoop

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lokaal voedselsysteem
wereldwijd voedselsysteem

Slide 7 - Tekstslide

  • Deze voedselsystemen kunnen heel lokaal zijn. Denk bijvoorbeeld aan een boerderijwinkel waar producten worden verkocht die op de boerderij verbouwd of geproduceerd worden (fruit, groente, eieren, melk, kaas, jam).
  • Echter de meeste voedselsystemen zijn meer complex. De cartoon  laat zien hoe één voedselsysteem verspreid kan zijn over verschillende werelddelen. Bij zo’n voedselsysteem vinden dus veel transportbewegingen plaats en worden kringlopen van stoffen ernstig verstoord.
    Bijvoorbeeld: de bodem in Zuid-Amerika wordt armer doordat de grondstoffen naar Europa worden getransporteerd en in Europa ontstaat een mestoverschot. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldwijd voedselsysteem
Het filmpje op de volgende dia laat zien hoe we via voedselsystemen over de hele wereld met elkaar verbonden zijn:
- onze behoeftes hier hebben invloed op productie elders
- misoogst, oorlog of (water)tekorten elders heeft gevolgen voor hier

(VN 2021, tijdens de corona-pandemie).




 
 



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

nieuwe dia maken
lln ziet in dat toegang tot water en landgebruik niet eerlijk is verdeeld in de wereld
lln ziet in dat zijn/haar consumptie invloed heeft op gebieden/mensen buiten nederland

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • in deze mindmap zie je enkele belangrijke begrippen die in het filmpje werden genoemd
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselsystemen 
  • Bekijk het de film over "voedselsystemen"  (op de volgende dia)
      De Verenigde Naties hebben dit filmpje gemaakt bij een congres over
      voedselsystemen (zomer 2021, tijdens de corona-pandemie).
  • Kijk naar het filmpje en noteer in je schrift verschillende begrippen die genoemd worden in verband met voedselsystemen.​

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je eetpatroon is afhankelijk van het voedselsysteem:
- welk voedsel is beschikbaar?
- hoeveel voedsel is beschikbaar?
- op welk moment is het beschikbaar? (seizoen)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • de begrippen kunnen weergegeven worden in een mindmap
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • de begrippen kunnen weergegeven worden in een mindmap
  • zo zie je snel hoe de verschillende begrippen met elkaar in verbinding staan

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 2 
  • Bij opdracht 1 heeft iedereen de “De voedselafdruk” ingevuld. 
  • Maak met de gegevens die alle groepsleden in tabel 1 hebben ingevuld
     in Excel een staafdiagram.
  • Op de volgende dia's staat hoe je:
      --> op een werkblad de gegevens noteert in een tabel
      --> een staafdiagram maakt met de gegevens uit de tabel

Slide 18 - Tekstslide

De excelbestanden kunnen gedeeld worden met de leerlingen.
  • Er is een 3H-versie: leerlingen hoeven alleen hun resultaten in te vullen in een tabel.
  • Er is een 3V-versie: leerlingen vullen resultaten in in een tabel en moeten zelf de grafiek ontwerpen.
  • maak een werkblad in Excel
  • gebruik de afbeelding hierboven als voorbeeld 
rode lijn

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • maak op het werkblad twee staafdiagrammen
  • gebruik de afbeelding hierboven als voorbeeld 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een lekkere vleesvervanger?

Of je iets lekker vindt, wordt bepaald door
- smaak (huiswerkopdracht 3)
- textuur (opdracht 4)
Een goede vleesvervanger bevat veel eiwit
- eiwitmeter (opdracht 5)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 3 - SMAAK
Smaak is een beleving van mond, neus en oor.
  • mond: zoet, zout, bitter en zuur
  • neus: kruiden (specerijen), bijvoorbeeld kaneel
  • mond & oren: voorbeeld  is het eten van chips
    --> het kraken van de chips is een ervaring & beleving die bij chips hoort
    --> chips die net uit de zak komen kraken anders dan chips die al enkele
           dagen op tafel staan
    -->  kraken neem je waar met je mond & oren  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaak (1)
Met je mond proef je
- zoet
- zuur
- zout
- bitter
- umami (hartig)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaak (2)
Met je neus ruik je aroma's en specerijen

(eet maar eens een mentholsnoepje met je neus dicht....merk je het verschil?)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

smaak (3)
Kraken neem je waar met je mond & oren  

Chips die net uit de zak komen kraken anders dan chips die al enkele
       dagen op tafel staan

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 3: welke smaak moet jouw burger krijgen?
Door de smaak van verschillende producten te onderzoeken beslissen jullie welke smaak-eigenschappen jullie burger gaat krijgen:
- onze burger wordt (een combinatie van) zoet / zout / zuur / bitter / umami / pittig / fris / ....
- daarvoor gebruiken we de volgende kruiden/ingrediënten: .......
(bewaar de opdracht na afloop in jullie map)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerkopdracht 3
  • Zoek thuis zoveel mogelijk producten uit de linker kolom.
  • Ruik aan een product. 
  • Geef in de tweede kolom een code
  • - geen geur / +  lichte geur /
    +  duidelijke geur / ++ sterke geur 
  • Proef en geef met een X aan
     welke smaak je proeft





Smaakexperiment - thuis

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Textuur =
de structuur, het mondgevoel en het gedrag tijdens consumeren van levensmiddelen

bij elk product verwacht je een bepaalde textuur, bijvoorbeeld
elastisch   smeuïg   korrelig



plakkerig glibberig   droog



  romig     melig  met stukjes

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 4 - Textuur
Textuur = belangrijk eigenschap van levensmiddelen. 
  • Textuur beschrijft de structuur, het mondgevoel en het gedrag tijdens consumeren van levensmiddelen. 
Bij bepaalde producten heeft de consument ook bepaalde verwachtingen van de textuur. Bijvoorbeeld een beschuit moet “droog” zijn en gemakkelijk breken en yoghurt moet niet te dik of te dun zijn en er moeten geen klontjes in zitten. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

posteropdracht 4 - Textuur-domino-spel
  • Schud de kaartjes. 
  • Verdeel de kaartjes over de leden van je groep. 
  • Iedereen legt de kaartjes op een horizontale rij, met de afbeeldingen naar boven, voor zich. 
  • De jongste speler legt het linker kaartje open op het midden van de tafel. 
  • De volgende speler (“met de klok mee”) kijkt of hij/zij één van zijn kaartjes links of rechts kan aanleggen aan het kaartje dat midden op tafel ligt. Als er geen kaartje past, gaat de beurt naar de volgende speler. 
  • Alleen kaartjes waarop een textuur-eigenschap staat mogen worden aangelegd! Kaartjes met andere eigenschappen komen op een aflegstapel te liggen.
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 4 - Textuur
Je krijgt een set kaartjes
Maak van deze kaartjes een kloppende woordslang

LET OP: niet álle kaartjes gaan over textuur. Deze kaartjes horen NIET thuis in je woordslang! Leg ze apart.
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding opdracht 4 - Textuur
  • Welke textuur moet een plantaardige burger krijgen volgens jullie? 
  • Noteer deze begrippen op een blaadje en bewaar dit in jullie map.
  • Gebruik deze informatie op jullie poster (= eindopdracht). 
timer
3:00

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 5    Eiwitmeter
Vlees bevat veel eiwitten
Een goede vleesvervanger moet dus ook veel eiwitten bevatten

Bij deze opdracht kom je erachter wat het eiwitgehalte van verschillende producten is
Daardoor kun je een geschikte plantaardige eiwitbron kiezen voor je eigen burger

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trek om de beurt een kaartje van de stapel met levensmiddelen.
Bespreek hoeveel eiwit er volgens jullie in zit en leg het kaartje op de getallenlijn.
Als alle groepen klaar zijn, kijken we na
timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 5 - Eiwit
  1. Introductie
  2. Door het spelen van het eiwitspel kom je te weten wat het eiwitgehalte van verschillende levensmiddelen is. 
  3. Plantaardige eiwitbron kiezen.





Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 1 - opdracht 5 - Eiwit
  1. Introductie
  • Eiwitten vormen samen met koolhydraten (“suikers” ) en vetten de belangrijkste bestanddelen van ons voedsel.
  • In ons lichaam zijn eiwitten belangrijk als bouwstof en als regelfunctie.





    Slide 36 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    LES 1 - opdracht 5 - Eiwitspel
    • Leg de eiwitmeter neer.  
    • Schud de kaartjes en leg ze op een stapel.  
    • De oudste speler neemt een kaartje van de stapel en maakt een schatting van de  hoeveelheid eiwit in het voedingsmiddel. Het kaartje wordt vervolgens op de bijbehorende plaats op de eiwitmeter gelegd.  
    • De volgende speler (“met de klok mee”) neemt een kaartje en legt het nu op de eiwitmeter.  
    • Ga door tot alle kaartjes op zijn.  
    • Controleer jullie eiwitmeter met de meter van de docent. Hoeveel kaartjes hadden jullie op de juiste plek? Hoeveel kaartjes hadden jullie in de juiste volgorde?  




      timer
      5:00

      Slide 37 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

       Eiwitspel-NAKIJKEN
      nabespreken

      Slide 38 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

       Eiwitspel-NAKIJKEN
      Hoeveel kaartjes hadden jullie op de juiste plek?
      Hoeveel kaartjes hadden jullie in de juiste volgorde? 
      Van welk(e) product(en) zou je een plantaardige burger kunnen maken?

      Slide 39 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Eigen werk
      poster-opdracht 3: smaak test (thuis)

      Slide 40 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      afrondende opdracht om leerdoelen te checken/herhalen
      lln wordt zich bewust wat hij deze les heeft geleerd en kan dit aan het eind van het project bij het maken van de poster reproduceren (info van de opdracht is bruikbaar voor poster)

      Slide 41 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies