Taalvariatie loop 2_les4

feedback geven
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

feedback geven

Slide 1 - Woordweb

feedback ontvangen

Slide 2 - Woordweb

Doel van de les
Aan het eind van de les weet je hoe je je eindproduct moet verbeteren of maken.

Slide 3 - Tekstslide

Lesvolgorde

herhalen theorie 
opdrachten uitleggen
feedbackpunten bespreken (rubric)
differentiatie, eindopdracht
stap-voor-stap-begeleiding
cijfer: telt mee als huiswerkcijfer (weging 0)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is ook al weer:
Dialect
Regiolect
Taal
Standaardnederlands
Taalvariatie
Accent

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van taalvariatie?

A
dialect
B
deftige taal
C
A,B en D zijn goed
D
taal van migranten

Slide 6 - Quizvraag

Eindopdracht Taalvariatie:

Maak samen of alleen een verslag (in Word), podcast (www.soundtrap.com) of een video (www.screen-o-matic.com) met de volgende onderdelen:
Deel 1: voorblad
Deel 2: interview
Deel 3: zelfevaluatie
Voorbereiding: Verdeel de taken als je samenwerkt. Denk na wie er in jouw omgeving een taalvariant spreekt. Vraag deze persoon of je hem/haar mag interviewen. Welke vragen ga je stellen? Ga je iemand bezoeken of coronaproof interviewen met behulp van je telefoon of laptop? 



Slide 7 - Tekstslide

Deel 1:
Het verslag bestaat uit minimaal 500 woorden. Op de eerste pagina vermeld je onderstaande punten. 
Je podcast/film duurt minimaal 3 minuten. Aan het begin van je opdracht geef je een inleiding. Je vertelt: 1. wie je bent
2. wat het onderwerp van je podcast is.
3. wie je gaat interviewen
4. waarom je deze persoon gaat interviewen

Slide 8 - Tekstslide

Deel 2: Je verslag/podcast of film bevat:
A. vijf vragen die je aan de geïnterviewde persoon hebt gesteld.
B. vijf woorden taalvariatie met de juiste betekenis.
C. vijf van de volgende termen in je opdracht: taal, taalvariatie, standaardtaal, moedertaal, dialect en regiolect, accent, tweede taal, meertaligheid en jongerentaal. Uit de opdracht moet blijken dat je de betekenis van deze begrippen kent. Gebruik de termen in je verslag van het interview om bijvoorbeeld een bepaalde taalvariatie uit te leggen, ga dus niet letterlijk definities overnemen.

Slide 9 - Tekstslide

Deel 3: 
Schrijf in je verslag/verwerk in je podcast/film: 

a. Wat je van de lessenserie hebt geleerd. 

b. Hoe je aan het begin van de lessenserie over taalvariatie of dialecten dacht en wat je mening nu is.
Inleveren: 4 december via ELO

Slide 10 - Tekstslide

lesopdracht (in je schrift)
1. Schrijf in je schrift een aantal namen op van mensen die je kent die een taalvariatie spreken.
2. Wie van deze mensen zou je willen interviewen?
3. Welke vragen over taal zou je kunnen stellen?
4. Wissel je vragen met die van een klasgenoot
5. Geef tips/tops/adviezen aan elkaar
6. Maak een planning 7. Wie werken er samen?

Slide 11 - Tekstslide

klassengesprek
Samenwerken of alleen?
Wie ga je interviewen?
Welke taalvariatie verwacht je?

Slide 12 - Tekstslide