Les geschreven/ongeschreven bronnen

Kofferproject
geschreven en ongeschreven bronnen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kofferproject
geschreven en ongeschreven bronnen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom brongebruik belangrijk is.
  • Ik kan het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen uitleggen.
  • Ik kan bronnen verdelen in directe en indirecte bronnen. 

Slide 2 - Tekstslide

Bronnen
Zijn dingen/werken/onderdelen/spullen waar je informatie uit kan halen.

Slide 3 - Tekstslide

Geschreven en ongeschreven bronnen.
Geschreven bron: een bron vooral met tekst.

Ongeschreven bron: een bron zonder tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een geschreven bron?
A
B
C

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een ongeschreven bron?
A
B
C

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ongeschreven bron? en wat is een geschreven bron?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een geschreven bron?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Directe en indirecte bronnen

Slide 9 - Tekstslide

Directe bronnen

  • Zijn bronnen die in de tijd waarover ze gaan zijn gemaakt
  • Zijn meestal gemaakt door iemand die bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Slide 10 - Tekstslide

Directe bronnen

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd...... maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand zijn mening misschien wel wil geven of niet alle informatie heeft.



Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld directe bron:
Simon gaat naar een voetbalwedstrijd van de Graafschap tegen Liverpool in de halve finale van de Champions League. Hij schrijft daar een voetbalverslag over. 

Slide 12 - Tekstslide

Indirecte bronnen

  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.
  • Heeft de informatie gekregen via andere (geschreven of ongeschreven) bronnen




Slide 13 - Tekstslide

Indirecte bronnen

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker misschien zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen...... maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.





Slide 14 - Tekstslide

Samenvattend
  • Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst (bv. (liefdes)brieven, dagboeken, verslagen, (strip)boeken, ansichtkaarten, registratie documenten enz.
  • Ongeschreven bronnen zijn bronnen zonder tekst (bv. foto's, tekeningen, schilderijen, portretten, kledingstukken, vlaggen, wapens, onderscheidingen enz.) 
  • Indirecte bronnen komen niet uit de tijd zelf
  • Directe bronnen komen uit de tijd zelf.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk
  • Download het opdrachtenblad uit magister.
  • Sla dit op onder jouw naam + 1000 woorden in je one-drive projectmap
  • Maak de opdracht 'Een foto zegt meer dan 1000 woorden'
  • Deze opdracht moet uiteindelijk uitgeprint in je koffer komen.
  • Klaar ga dan verder met het maken van 2 ongeschreven bronnen over jouw personage of het maken van 2 geschreven bronnen over jouw personage.

Slide 24 - Tekstslide