Journaal in makkelijke taal: quiz 19, 20, 21 november (met wisbordjes)

Journaal in makkelijke taal: quiz
19, 20, 21 november 2024
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolISKvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Journaal in makkelijke taal: quiz
19, 20, 21 november 2024

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1)    Vragen lezen en antwoorden bespreken in je groepje.
2)    Video's opnieuw bekijken.
A)    Één of meer zinnen schrijven.
B)   Of een samenvatting (belangrijkste informatie)
       van drie zinnen schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
1) Je kunt respectvol samenwerken in een groepje.​
2) Je kunt bij één van de video's: 
A) Één of meer zinnen schrijven;
B) of een samenvatting van maximaal drie zinnen schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Samenwerken
1)  Kies een voorzitter en een schrijver.
2)  Lees de vragen. Bedenk de antwoorden.
3)  Geef antwoord als de voorzitter je naam noemt.
     Kies zelf het nummer van de vraag.
4)  Praat samen over het antwoord.
5)  Schrijf het antwoord op.

Slide 4 - Tekstslide

Taken van de voorzitter
1)   Geef eerst een beurt aan een leerling​,
      die nog niet zo lang in de ISK zit.​
2)   Zorg ervoor dat alle leerlingen om de
      ​beurt een woord kunnen noemen. ​
3)   Zorg ervoor dat alle leerlingen meedoen.​

Slide 5 - Tekstslide

Wat kan de voorzitter zeggen?
....  is aan de beurt.
…, jij bent aan de beurt.​​
…, wat denk jij?​
…, denk jij dat ook?​
...., ben je het ermee eens?

Slide 6 - Tekstslide

Wat kun je zeggen?
Ik denk dat ook.​
Ik ben het ermee eens.
Ik denk dat het niet goed is.​
Ik ben het er niet mee eens.

Slide 7 - Tekstslide

Doel: je kunt vragen over het journaal beantwoorden.
1 Wat is het probleem bij een deel van de webshops? (1)
2 Hoe noem je mensen die zulke webshops maken? (1)
3 Waarom is het onderwerp nu in het nieuws? (2)

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden
1 Het zijn nepwebshops / online nepwinkels. (1)
2 Nepwebshops worden gemaakt door oplichters. Oplichters doen dingen die niet eerlijk zijn en verdienen daar geld mee. (1)
3 De politie heeft een nepwebshop gemaakt om mensen te waarschuwen. Als mensen daar iets willen kopen krijgen ze een waarschuwing en ze krijgen uitleg over nepwebshops.

Slide 9 - Tekstslide

Doel: je kunt vragen over het journaal beantwoorden.
4 Wat wordt er verkocht op sommige scholen? (1)
5 Door wie wordt het verkocht? (1)
6 Waarom is het een probleem? Noem twee dingen. (2)
7 Wat doet de school in de video om het probleem te voorkomen (zorgen dat het niet gebeurt)?
Noem twee dingen. (2)
   

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden
3 Op sommige scholen wordt zwaar vuurwerk verkocht. (1)
4 Het vuurwerk wordt verkocht door leerlingen. (1)
5A Het vuurwerk kan op school exploderen (ontploffen) (1)
5B Leerlingen kunnen gewond raken. (1)
6A Een controleur van de gemeente komt op school om met leerlingen te praten. (1)
6B De school controleert de kluisjes. (1)

Slide 11 - Tekstslide

Extra vragen

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf één of meer zinnen.
Of schrijf een samenvatting (belangrijkste informatie) van maximaal drie zinnen.

Slide 14 - Tekstslide

Typ twee of meer woorden of één of meer zinnen
of een samenvatting van maximaal drie zinnen.

Slide 15 - Open vraag

Ik kan respectvol samenwerken in een groepje.
A
Ik kan het een beetje.
B
Ik kan het goed.

Slide 16 - Quizvraag

Ik kan een bijdrage leveren.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Ik vind het leuk om in een groepje de quiz van het journaal te doen.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag