Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Journaal in makkelijke taal: quiz 10, 11, 12 december (met wisbordjes)
Journaal in makkelijke taal: quiz
10, 11, 12 december 2024
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Journaal in makkelijke taal: quiz
10, 11, 12 december 2024
Slide 1 - Tekstslide
Programma
1) Vragen lezen en antwoorden bespreken in je groepje.
2) Video's opnieuw bekijken.
3A) Één of meer zinnen schrijven over een onderwerp.
3B) Of een samenvatting (belangrijkste informatie)
van drie zinnen schrijven over een onderwerp.
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
1) Je kunt respectvol samenwerken in een groepje.
2) Je kunt vragen over feiten beantwoorden.
3) Je kunt bij één van de video's:
A) één of meer zinnen schrijven;
B) of een samenvatting van maximaal drie zinnen schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Samenwerken
1) Kies een voorzitter en een schrijver.
2) Lees de vragen. Bedenk de antwoorden.
3) Geef antwoord als de voorzitter je naam noemt.
Kies zelf het nummer van de vraag.
4) Praat samen over het antwoord.
5) Schrijf het antwoord op.
Slide 4 - Tekstslide
Taken van de voorzitter
1) Geef
eerst
een beurt aan een leerling,
die nog niet zo lang in de ISK zit.
2) Zorg ervoor dat alle leerlingen om de
beurt een antwoord kunnen geven.
3) Zorg ervoor dat alle leerlingen meedoen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat kan de voorzitter zeggen?
.... is aan de beurt.
…, jij bent aan de beurt.
…, wat denk jij?
…, denk jij dat ook?
...., ben je het ermee eens?
Slide 6 - Tekstslide
Wat kun je zeggen?
Ik denk dat ook.
Ik ben het ermee eens.
Ik denk dat het niet goed is.
Ik ben het er niet mee eens.
Slide 7 - Tekstslide
Doel: je kunt vragen over de feiten in het journaal beantwoorden.
1) Wat is een blessure?
2) Wat blijkt uit een onderzoek naar mensen die geblesseerd raken?
Slide 8 - Tekstslide
Antwoorden
1) Een probleem met een deel van je lichaam dat ontstaan is door het sporten.
2) Veel mensen stoppen na een blessure met de sport waardoor de blessure ontstaan is.
Slide 9 - Tekstslide
Doel: je kunt vragen over de feiten in het journaal beantwoorden.
3) Hoeveel mensen stoppen na een blessure met de sport waardoor de blessure is ontstaan?
4) Bij welke sporten ontstaan de meeste blessures?
Slide 10 - Tekstslide
Antwoorden
3) Het betreft ongeveer 400.000 mensen per jaar.
4) Voetbal, hardlopen en fitness.
Slide 11 - Tekstslide
Doel: je kunt vragen over de feiten in het journaal beantwoorden.
5) Hoeveel mensen krijgen per jaar een blessure?
6) Waaraan (aan wat) krijgen de mensen meestal een blessure?
Slide 12 - Tekstslide
Antwoorden
5) Per jaar krijgen ongeveer 4 miljoen mensen een blessure.
6) De enkel, de knie, de rug.
Slide 13 - Tekstslide
Doel: je kunt vragen over de feiten in het journaal beantwoorden.
7) Wat moet er met een deel van de blessures gebeuren?
8) Waarom is sporten volgens deskundigen belangrijk?
Noem twee redenen.
Slide 14 - Tekstslide
Antwoorden
7) De blessures moeten worden behandeld, bijvoorbeeld door een fysiotherapeut.
8A) de gezondheid
8B) contact met andere mensen
Slide 15 - Tekstslide
Doel: je kunt vragen over de feiten in het journaal beantwoorden.
9) Wat moeten sporters doen volgens deskundigen (mensen die veel weten over een bepaald onderwerp).
10) Hoe moeten sporters dat doen?
Slide 16 - Tekstslide
Antwoorden
9) Ze moeten proberen om blessures te voorkomen (zorgen dat het niet gebeurt).
10) Goede techniek gebruiken.
Goed naar het lichaam luisteren.
Slide 17 - Tekstslide
Extra vraag
Wie heeft wel eens een blessure gehad?
Door welke sport?
Aan welk lichaamsdeel?
Slide 18 - Tekstslide
Vragen?
Heb je nog vragen?
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf één of meer zinnen.
Of schrijf een samenvatting (belangrijkste informatie) van maximaal vier zinnen.
Slide 20 - Tekstslide
Typ twee of meer woorden of één of meer zinnen
of een samenvatting van maximaal drie zinnen.
Slide 21 - Open vraag
Ik kan respectvol samenwerken in een groepje.
A
Ik kan het een beetje.
B
Ik kan het goed.
Slide 22 - Quizvraag
Ik kan een bijdrage leveren.
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quizvraag
Ik vind het leuk om in een groepje de quiz van het journaal te doen.
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Journaal in makkelijke taal: quiz 3, 4, 5 december (met wisbordjes)
18 dagen geleden
- Les met
23 slides
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo b
Leerjaar 1
Journaal in makkelijke taal: quiz 26, 27, 28 november (met wisbordjes)
25 dagen geleden
- Les met
19 slides
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo b
Leerjaar 1
Journaal in makkelijke taal: quiz 5 en 6 november (met wisbordjes)
November 2024
- Les met
23 slides
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo b
Leerjaar 1
Journaal in makkelijke taal: quiz 19, 20, 21 november (met wisbordjes)
November 2024
- Les met
18 slides
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo b
Leerjaar 1
Journaal in makkelijke taal: quiz 12, 13, 14 november (met wisbordjes)
November 2024
- Les met
23 slides
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo b
Leerjaar 1
1HVe 2.4 Blessures + PO
Mei 2023
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Journaal in makkelijke taal: quiz 11 oktober (met wisbordjes)
Oktober 2024
- Les met
21 slides
NT2
ISK
Journaal in makkelijke taal: quiz 4 oktober (met wisbordjes)
Oktober 2024
- Les met
21 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1