Lezen-blok 4

Wat doe je als je oriënterend leest?
Waar ben je dan naar op zoek?
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat doe je als je oriënterend leest?
Waar ben je dan naar op zoek?

Slide 1 - Open vraag

blok 4: Je wilt de hoofdzaken weten
Wat doe je?

Slide 2 - Tekstslide

Globaal lezen
Doel: hoofdzaken zoeken in de tekst
Hoe?
- lees de inleiding
- lees het slot
-lees de kernzinnen

Slide 3 - Tekstslide

Intensief lezen
-grondig lezen
-onderwerp-deelonderwerpen-alinea’s: samenhang?
-wat maakt de tekst duidelijk?
-moeilijke zinnen herlezen, betekenissen van woorden zoeken

Slide 4 - Tekstslide

Mijn aardrijkskundeboek lees ik:
A
nooit
B
oriënterend
C
globaal
D
intensief

Slide 5 - Quizvraag

De instructie van mijn nieuwe telefoon lees ik
A
niet
B
oriënterend
C
globaal
D
intensief

Slide 6 - Quizvraag

Een artikel met een afbeelding van een Marvel superheld lees ik
A
niet
B
oriënterend
C
globaal
D
intensief

Slide 7 - Quizvraag

Opdrachten bespreken
 42

Slide 8 - Tekstslide

Ik wil graag
A
extra uitleg
B
samen oefenen
C
extra voorbeelden
D
zelfstandig werken

Slide 9 - Quizvraag

Extra uitleg/hulp (groep 1)
Zelfstandig aan de slag (groep 2)

Slide 10 - Tekstslide

Feedback groep 2
Zelfstandig werken (groep 1)

Slide 11 - Tekstslide

Evaluatie
Wat heb je deze les geleerd?

Slide 12 - Tekstslide

Wat doe je als je een tekst grondig leest?

Slide 13 - Open vraag

Waarom zou je een tekst grondig lezen?
A
Omdat je wilt weten wat het onderwerp is.
B
Omdat je de tekst interessant vindt.
C
Omdat je wilt weten waar de tekst precies over gaat.
D
Zowel A, B als C wil je graag weten.

Slide 14 - Quizvraag

Volgende les gaan we het hebben over 
- de hoofdgedachte van een tekst

Slide 15 - Tekstslide

Als jij iets zou schrijven over hybride lessen....
Wat zou dan jouw bedoeling zijn met de tekst?
-informeren
- mening laten vormen
-overhalen
-instructie geven

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor tekstsoort zou je kiezen?
A
informerende tekst
B
betogende tekst
C
beschouwende tekst
D
uiteenzettende tekst

Slide 17 - Quizvraag

Wat wil je dan precies aan de lezer doorgeven?

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdgedachte:
Wat wil de schrijver nu precies over het onderwerp vertellen?

Slide 19 - Tekstslide

Hoofdgedachte
In een zin geformuleerd: samenvatting van het onderwerp + de hoofdzaken

Slide 20 - Tekstslide

Het onderwerp:
Een of enkele woorden die kernachtig weergeven waar de tekst over gaat. Het is nooit een hele zin.

Slide 21 - Tekstslide

Maak opdracht 43 en 44
blok 4

Slide 22 - Tekstslide