Oefenen hst 28 voltooid deelwoord

Kern les 28


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kern les 28


Slide 1 - Tekstslide

Is het de persoonsvorm?
tegenwoordige tijd
verleden tijd
ik vorm opschrijven
Je vraagt wie?
verandert het werkwoord?
ik vorm opschrijven
Je vraagt wie?
ik                   -
een ander   t
meer            en
ik                   te de
een ander   te   de
meer            ten  den

Slide 2 - Tekstslide

'T Ko F S CH iP
blaffen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Jan heeft vandaag gevoetbald.
Wat is het belangrijkste werkwoord in de zin?

Slide 5 - Open vraag

Jan heeft vandaag gevoetbald.
Gevoetbald is het belangrijkste werkwoord. Welk werkwoord blijft over in de zin?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

hulpwerkwoorden
Je kijkt naar het belangrijkste werkwoord in een zin.
werkwoorden die over blijven zijn hulpwerkwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

hebben zijn worden
werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Ze moesten een raket ontwerpen.

Slide 11 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Eerst hebben ze een ontwerp gemaakt.

Slide 12 - Open vraag

wat is de persoonsvorm?
Daarna hebben ze een model gebouwd.

Slide 13 - Open vraag

Vul in hebben of zijn.
Voorzitter voetbalclub ....ontslagen.

Slide 14 - Open vraag

Vul in hebben of zijn.
Zangeres...... opgepakt voor ontduiken van belasting.

Slide 15 - Open vraag

Vul in hebben of zijn.
Jij....eerste geworden in de poule.

Slide 16 - Open vraag

'T K F S CH P
stam:  spellen

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?

Slide 17 - Tekstslide

De winkel heeft de prijzen (verhogen)

Slide 18 - Open vraag

Heb jij nog op het feest (dansen)

Slide 19 - Open vraag

Ik heb gisteren teveel (snoepen)

Slide 20 - Open vraag

De kunstwerken stonden mooi ( uitstallen)

Slide 21 - Open vraag

Maak van de zin een zin met een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.
De dj bedankte het publiek voor hun steun.

Slide 22 - Open vraag

Maak van de zin een zin met een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.
Jij slaagt vast voor je eindexamen.

Slide 23 - Open vraag

Maak van de zin een zin met een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.
Wij zakken misschien wel voor die toets.

Slide 24 - Open vraag

Maak van de zin een zin met een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.
De leerlingen leren elke dag minstens twee uur voor hun toets.

Slide 25 - Open vraag

Ben je voor de overmacht (zwichten)?

Slide 26 - Open vraag

Toen mijn broer geslaagd was, heeft hij (juichen) van vreugde.

Slide 27 - Open vraag

De hond had eerst alles (besnuffelen) en ging toen liggen.

Slide 28 - Open vraag

Enige jaren geleden zijn mijn ouders naar Groningen (verhuizen)

Slide 29 - Open vraag

Wij zijn in de bossen (verdwalen).

Slide 30 - Open vraag

we gaan lezen...

Slide 31 - Tekstslide

huiswerk
maak van les 28 opdracht 1, 2 en 3

Slide 32 - Tekstslide