NE 2K - Taalverzorging (pv, ow, gz) (les 4)

Welkom
Nederlands
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands
Nieuw Nederlands Online
  • Afspraken rond iPad: opgeladen, thuis klaargezet, problemen zelf opgelost.
  • Opdrachten online maken.
  • Opdrachten vanaf digitaal boek in schrift maken.

Slide 2 - Tekstslide

Nederlands
Bibliotheek
  • Pasnummer
  • Account aanmaken
  • Apps downloaden: ebooks en luisterbieb.

Slide 3 - Tekstslide

Taalverzorging

Slide 4 - Tekstslide

Taalverzorging
De dikke man beroofde gisteren de bank.

  • Welke misdaad is er gepleegd?
  • Wie of wat heeft het gedaan? 
  • Bij wie of wat is de misdaad gepleegd?


Slide 5 - Tekstslide

Taalverzorging
De dikke man beroofde gisteren de bank.

Welke misdaad is er gepleegd?
beroofde

Wie of wat heeft het gedaan? 
de dikke man

Bij wie of wat is de misdaad gepleegd?
de bank


Slide 6 - Tekstslide

Taalverzorging
De dikke man beroofde gisteren de bank.

Welke misdaad is er gepleegd?
beroofde = persoonvorm

Wie of wat heeft het gedaan? 
de dikke man = onderwerp

Bij wie of wat is de misdaad gepleegd?
de bank = lijdend voorwerp


Slide 7 - Tekstslide

Taalverzorging
1. De dikke man beroofde gisteren de bank.
2. Gisteren beroofde de dikke man de bank.
3. Beroofde de dikke man gisteren de bank?

Zinsdelen = woord of woordgroep die bij elkaar hoort.

Persoonsvorm (pv)
  • Nooit meer dan één zinsdeel voor de pv.
  • Vraagproef > Het eerste woord is de pv (zie zin 3).
  • Tijdproef > Het woord dat meeveranderd is de pv: De dikke man berooft nu de bank.

Slide 8 - Tekstslide

Taalverzorging
1. De dikke man beroofde gisteren de bank.
2. Gisteren beroofde de dikke man de bank.
3. Beroofde de dikke man gisteren de bank?

Onderwerp (ow)
  • Wie of wat + pv = ow.
  • Wie of wat beroofde? De dikke man = ow.

Slide 9 - Tekstslide

Taalverzorging
De dikke man heeft gisteren de bank beroofd.

Gezegde (gz)
  • Alle werkwoorden in de zin.
  • Gz = heeft beroofd

Slide 10 - Tekstslide

Taalverzorging
Opdracht
Opdracht 1 (bladzijde 28) klassikaal bespreken.
  • Vraagproef
  • Tijdproef
  • Pv benoemen

Opdracht 2 (bladzijde 28) maken in schrift.

Slide 11 - Tekstslide