Herhalen PV / GZ

Welkom!


Week 47 
Herhalen PV + GZ
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!


Week 47 
Herhalen PV + GZ

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Doel(en) van deze les
  • Herhalen theorie persoonsvorm
  • Herhalen theorie gezegde
  • Klassikaal oefenen 
  • Oefenen met de PV + GZ

Slide 2 - Tekstslide

Doel(en) van deze les
  • Je kunt vertellen hoe je een PV of het GZ vindt
  • Je kunt mij laten zien dat je dit kunt vinden

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm
Betekenis: de persoonsvorm is een werkwoord in een zin

Je vindt de persoonsvorm door:
  1. De zin vragend te maken 
  2. De zin in een andere tijd te zetten (van nu naar gisteren of andersom)

Het woord dat veranderd, is de persoonsvorm! (optie 1)
Het woord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm (optie 2)


Slide 4 - Tekstslide

Wat kan je doen om de persoonsvorm (PV) te vinden?
A
De zin achterstevoren lezen
B
Een zin in een andere tijd te zetten
C
Het onderwerp te zoeken
D
Alle werkwoorden in de zin op te schrijven

Slide 5 - Quizvraag

Wat kan je doen om de persoonsvorm (PV) te vinden?
A
Wie + wat + waarom
B
Het onderwerp te zoeken
C
Alle werkwoorden in de zin
D
Een zin in een andere tijd zetten

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de PV?
Vanaf volgende week hebben wij lekker drie weken vakantie.
A
Volgende week
B
hebben
C
lekker
D
hebben vakantie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de PV?

Vraag jij wel eens om hulp?
A
Vraag
B
jij
C
wel
D
eens

Slide 8 - Quizvraag

Gezegde
Betekenis: alle werkwoorden in een zin 

Je vindt het gezegde door:
Alle werkwoorden van de zin op te schrijven 

Ook de persoonsvorm (PV) telt mee in het gezegde!


Slide 9 - Tekstslide

Wat kan je doen om het gezegde (GZ) te vinden?
A
Alle werkwoorden uit de zin op te schrijven
B
De PV op te schrijven
C
Alle personen uit de zin op te schrijven
D
Het PV + Onderwerp op te schrijven

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het GZ?
De moeder heeft het huilende kindje in slaap gewiegd.
A
heeft
B
heeft huilende
C
heeft gewiegd
D
heeft huilende gewiegd

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het GZ?
Heb jij voor vanavond nog een taxi kunnen regelen?
A
Heb jij
B
Heb kunnen
C
Heb vanavond
D
Heb kunnen regelen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het GZ?
Zij heeft bij haar tante haar hond opgetild.
A
heeft
B
heeft opgetild
C
haar hond opgetild
D
bij haar tante

Slide 13 - Quizvraag

Klassikaal oefenen
Wat is de PV?
1. Lotte en Tom hebben hun huiswerk voor de hele week al af.
2. Waarom ga je morgen niet naar school toe?
3. Wij houden niet van ijs!
Wat is het gezegde?
1. Gisteren liepen wij naar het bos toe.
2. Ik had mijn huiswerk niet af, dus heb ik gisteren alles bijgewerkt.
3. Mijn moeder geloofde mij niet, tot ik het haar vertelde.

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen met PV en GZ
Maken PV: H2 > Taalverzorging > Persoonsvorm
Maken GZ: De Brug > Grammatica > Opdracht 10 en 11

Klaar?
- Online maken: De Brug > Grammatica > Opdracht 10 en 11
- Online maken: De Brug > Grammatica > Opdracht 4 en 5
- Ga naar de link in Teams > Nederlands > Oefenen met de PV en het GZ 
                                          (link van Junior Einstein)

Slide 15 - Tekstslide