In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
9.4 stoffentransport
- Samenstelling bloed
- Hemoglobine als transporteur van zuurstof
- Invloed van temp, pH en Co2 op afgifte zuurstof
Slide 1 - Tekstslide
- Plasma - Bloedcellen (wit en rood) - Bloedplaatjes
- Ionen van zouten - Voedingsstoffen
- Afvalstoffen - Eiwitten (transport)
- Kleine hoeveelheid gassen
Slide 2 - Tekstslide
(Geen echte cellen maar stukjes cel die een rol spelen bij de bloedstolling)
Bloedcellen en bloedplaatjes ontstaan in rode beenmerg uit stamcellen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Elke heemgroep bevat een ijzerion (Fe2+) waar O2 aan kan binden
Slide 5 - Tekstslide
Gaswisseling in de longen:
Zuurstofspanning in bloed is laag, zuurstofconcentratie in longblaasjes is hoog dus zuurstof gaat longen>bloed
Gaswisseling in de longen:
CO2spanning in bloed is hoog, CO2 concentratie in longblaasjes is laag dus CO2 gaat bloed>longen
Gaswisseling in weefsels:
Zuurstofspanning in weefselvloeistof is laag omdat cellen de O2 gebruiken. O2 gaat uit rode bloedcel> weefselvloeistof > cellen
Gaswisseling in weefsels:
CO2 spanning in weefsels is hoog omdat cellen CO2 produceren. In het bloed is de CO2 laag dus CO2 > bloed
Zuurstof
CO2
Slide 6 - Tekstslide
Binding zuurstof aan Hb
De bindingsreactie tussen Hb en O2 is een evenwichtsreactie (deoxyhemoglobine> oxihemoglobine).
Hb + O2 <-->HbO2 (oxigenatie)
Dit evenwicht kan naar links of naar rechts liggen, afhankelijk van de omgevingsinvloeden (temperatuur, pH, C02 concentratie)
Slide 7 - Tekstslide
Binding van zuurstof aan Hb
1. In organen vindt veel verbranding plaats en is dus weinig/veel CO2 en weinig/veel O2 2. In organen is de omgeving meer zuur/meer basisch 3. In organen is de temperatuur relatief laag/hoog
Slide 8 - Tekstslide
Het Bohr effect
- De omstandigheden in hardwerkende weefsels in het lichaam zorgen ervoor dat er meer O2 afgegeven wordt.
- Extra O2 afgifte door lagere PH, hogere temp en hogere CO2 concentratie heet het Bohr effect
Slide 9 - Tekstslide
Klopt niet!
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Binding Hemoglobine
De O2-bindingscurve van Hb heeft een S-vormig verloop omdat wanneer 1 O2 molecuul loslaat de Hb structuur wat verandert zodat de andere O2 moleculen makkelijker loslaten.
Dit geldt ook voor de binding van O2. Wanneer er 1 O2 bindt, verandert de structuur waardoor er makkelijker meer O2 moleculen kunnen binden.
Slide 12 - Tekstslide
CO2 vervoer in je lichaam
Slide 13 - Tekstslide
CO2
CO2 is restproduct wat vrijkomt in weefsels
Hoe harder een weefsel werkt (spieren) hoe meer CO2
Bij spier in rust is pCO2 laag en blijft de verzadiging van oxiHb hoog
Wanneer de spier gaat werken schiet het pO2 omlaag en het pCO2 omhoog> verzadiging oxiHb laag
Slide 14 - Tekstslide
CO2 opname in rbc
- CO2 gaat van weefsel> rbc
- CO2 kan op 2 manieren zorgen voor minder oxiHb(02 komt vrij)
1. CO2 neemt de plek in van O2 in Hb. O2 komt vrij
2. CO2 vormt H2CO3 > HCO3 (gaat naar bloed) en H+.
De H+ neem te plek in van O2, O2 komt vrij
1.
2.
Slide 15 - Tekstslide
CO2 afgifte in long
1. HCO3 uit bloed wordt weer via H2CO3 omgezet naar CO2
2. O2 uit longen verdringt CO2 weer van heemgroep en CO2 komt vrij
> CO2 gaan naar longblaasje vanwege concentratie verschil
1.
2.
Slide 16 - Tekstslide
Bufferen bloed
pH moet zoveel mogelijk constant blijven
pH daalt door CO2 afgifte spieren omdat H+ vrijkomt bij vervoer
H+ wordt door Hb en andere eiwitten in rbc gebonden zodat pH niet te sterk daalt
Slide 17 - Tekstslide
Zuurstof bindt makkelijker aan hemoglobine in een ...
A
Licht zuur milieu
B
Licht basisch milieu
Slide 18 - Quizvraag
Zuurstof bindt makkelijker aan hemoglobine in een ...
A
Relatief warm milieu :
> 36 graden C
B
Relatief koel milieu :
< 36 graden C
Slide 19 - Quizvraag
Zuurstof laat dus makkelijk los van hemoglobine in een ...
A
Relatief warm, licht zuur milieu
B
Relatief koel, licht basisch milieu
C
Relatief koel, licht zuur milieu
D
Relatief warm, licht basisch milieu
Slide 20 - Quizvraag
Als CO2 oplost in water, dan wordt het water ...
A
Warmer
B
Zuurder
C
Basischer
D
Niet warmer, zuurder of basischer
Slide 21 - Quizvraag
In organen en weefsels waar veel verbranding plaats vindt ...
A
Is veel CO2, dus is het daar relatief zuur
B
Is veel O2, dus is het daar relatief zuur
C
Is veel CO2, dus is het daar relatief basisch
D
Is veel O2, dus is het daar relatief basisch
Slide 22 - Quizvraag
Organen en weefsels waar veel verbranding plaats vindt zijn relatief warm en licht zuur, dus...
A
Daar wordt makkelijk O2 opgenomen uit het bloed
B
Daar wordt makkelijk CO2 opgenomen uit het bloed
C
Daar wordt makkelijk O2 afgegeven aan het bloed
D
Daar wordt makkelijk CO2 afgegeven aan het bloed
Slide 23 - Quizvraag
Het binden van H+ aan Hb en andere eiwitten is belangrijk voor een constante bloed-pH want...
A
Het zorgt ervoor dat CO2 gehaltes hoog blijven
B
Het zorgt ervoor dat O2 gehaltes hoog blijven
C
Het zorgt ervoor dat het bloed niet te zuur wordt
D
Het zorgt ervoor dat het bloed niet te basisch wordt