Haben und sein

haben und sein und lidwoorden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

haben und sein und lidwoorden

Slide 1 - Tekstslide

ich
du
wir
Sie
sie
er
es
ihr
Ik 
jij
hij
wij
jullie
U
zij
het

Slide 2 - Sleepvraag

hat
habe
haben
Ich
Sie
er/sie/es

Slide 3 - Sleepvraag

haben
hast
habt
Du
wir
ihr

Slide 4 - Sleepvraag

bin
sind
ist
Ich 
wir
er / sie / es

Slide 5 - Sleepvraag

bist
seid
sind
Du
Ihr
sie / Sie

Slide 6 - Sleepvraag

ich.... (sein)
A
bist
B
bin
C
ist
D
sind

Slide 7 - Quizvraag

ihr (sein)
A
sind
B
seid
C
sein
D
ist

Slide 8 - Quizvraag

Du .... (haben)
A
hat
B
habe
C
hast
D
haben

Slide 9 - Quizvraag

Sie ... (haben)
A
hast
B
hat
C
habt
D
haben

Slide 10 - Quizvraag

..... Mutter
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

... Vater
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

... Kind
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

... Schwester
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Welk lidwoord is mannelijk?
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

welk lidwoord is vrouwelijk
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

wat is de vuistregel van het onzijdig lidwoord das?

Slide 17 - Open vraag

Welke woorden moeten met hoofdletter?

"ich habe eine schwester und einen bruder."
A
Ich, Habe
B
Ich, Schwester, Bruder
C
Ich, Habe, Schwester
D
Ich, Habe, Bruder

Slide 18 - Quizvraag

Welke woorden moeten met hoofdletter?

"meine tante hat einen vater, aber keine mutter."
A
Meine, Tante, Vater, Aber, Mutter
B
Tante, Vater, Aber, Mutter
C
Meine, Tante, Vater, Mutter
D
Meine, Mutter, Vater

Slide 19 - Quizvraag