In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
CVA
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt aan het einde van de les benoemen :
Wat een CVA is
In welke vormen een CVA wordt onderverdeeld
Hoe moet je handelen in de acute fase
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je over een CVA?
Slide 3 - Woordweb
Cerebro Vasculair Accident
Slide 4 - Tekstslide
Cerebro Vasculair Accident
Cerebro: het heeft met de hersenen (cerebrum) te maken
Vasculair: het heeft met een bloedvat te maken
Accident: een ongeluk
Een ongeluk met de bloedvaten in de hersenen
(spreektaal: beroerte)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
2 soorten CVA
1. Herseninfarct: een bloedpropje sluit een hersenslagader af, deel van de hersenen krijgt geen bloed meer. TIA is tijdelijk
2. Hersenbloeding: er knapt een bloedvat in de hersenen,
door de bloeding ontstaat een te hoge
druk in de hersenen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
TIA
Betekenis:
Transient Ischemic Attack
(Tijdelijke Ischemische Aanval)
Verschijnselen van voorbijgaande aard
Half uur tot drie kwartier
Losgelaten stolsel loopt plots vast in een slagader in de hersenen
Neurologisch uitval (Motoriek, Taal)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
CVA (bloeding of infarct)
Slide 12 - Tekstslide
Niet bloedig CVA (herseninfarct)
Slide 13 - Tekstslide
Oorzaken infarct
Arteriosclerose
Trombose
Embolie
A. carotis (halsslagader)
Vanuit het hart (ritmestoornissen)
Slide 14 - Tekstslide
Wat is atherosclerose?
Slide 15 - Tekstslide
Oorzaken atherosclerose
Overgewicht
DM2
Roken
Hypertensie
Vet eten
Weinig beweging
Slide 16 - Tekstslide
Trombose
Trombose is een aandoening,
waarbij ongewenste bloedstolsels
in de bloedvaten ontstaan
Slide 17 - Tekstslide
Embolie
Een embolie is eigenlijk een losgescheurd
stukje van een trombus dat verderop in de
bloedsomloop vast komt te zitten.
Slide 18 - Tekstslide
Noem alle symptomen van een CVA die je kunt bedenken.
Slide 19 - Woordweb
FAST
Ga in tweetallen op zoek naar wat de letters FAST betekenen en wat ze hier mee bedoelen.
Maak voor jezelf een opzet voor een samenvatting
timer
4:00
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Diagnostiek
Ga in tweetallen op zoek naar welke diagnostiek er gedaan wordt om erachter te komen of iemand een herseninfarct, een hersenbloeding of een TIA heeft gehad.
Maak voor alle 3 de gevallen een
overzichtje.
timer
5:00
Slide 22 - Tekstslide
Diagnostiek herseninfarct
Bloedafname. Ze nemen bloed af en meten onder meer de suiker- en vetstofwisseling en de nierfunctie.
CT- of MRI-onderzoek. Ze brengen de hersenen in beeld met röntgenstraling (CT-scan) of via een magnetisch veld en radiogolven (MRI).
Duplex-onderzoek.
Hartfilmpje (ECG)
Slide 23 - Tekstslide
Diagnostiek hersenbloeding
CT
MRI
Angiografie
Bloedonderzoek
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht
Maak de moeilijke woordenlijst.
Zoek de woorden op via google en vul ze in op het blad.
timer
15:00
Slide 25 - Tekstslide
Casus mevrouw Zhou
Mevrouw Zhou (74 jaar) verblijft op een somatische afdeling van het verpleeghuis. Zij heeft kortgeleden in het ziekenhuis gelegen met een CVA en komt op jouw afdeling om te revalideren. Vandaag zijn de zoon en dochter van mevrouw Zhou op bezoek gekomen.
De familie heeft nog veel vragen over de ziekte van moeder en probeert bij jou meer duidelijkheid te krijgen.
Slide 26 - Tekstslide
Verdenking CVA?
Slide 27 - Tekstslide
Behandelingen
Ga in tweetallen de volgende behandelingen uitwerken;
Trombolyse
Trombectomie
Embolectomie
Maak hierbij duidelijk onderscheid wanneer welke behandeling wordt ingezet en wanneer juist niet!
Welke behandeling wordt ingezet bij een subarachnoïdale bloeding?
timer
15:00
Slide 28 - Tekstslide
Verpleegkundige interventies
In de acute fase
Slide 29 - Tekstslide
Verpleegkundige interventies
In de acute fase
Onmiddellijke medische evaluatie, geen arts aanwezig, of telefonisch bereikbaar, 112!
Bewaken van de vitale functies zoals RR, P, AH, T, SAT indien werkzaam in het zkh ECG maken en neurologische toestand (EMV)
Vrijhouden van de luchtwegen, kijk uit voor aspiratie.
Inschakelen familie.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Verpleegkundige interventies na behandeling.
Intensieve monitoring van vitale functies en neurologische status de eerste 24 uur sowieso.
Observatie op tekenen van bloedingen
Beoordeling en ondersteuning van de slikfunctie
Voorkomen van diepe veneuze trombose (DVT) ( met medicijnen zo mogelijk mobiliseren )
Stimuleren van vroege mobilisatie en revalidatie
Emotionele ondersteuning en voorlichting
Slide 32 - Tekstslide
Verpleegkundige interventies na behandeling
Inschakelen van verschillende disciplines; denk aan de fysiotherapeut, ergotherapeut, logopediste, diëtiste, etc.
Contact houden met familie.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Gevolgen CVA:
Uitvalsverschijnselen (halfzijdig)
Hemiparese of hemiplegie
Spraakstoornissen (afasie)
Geheugenstoornissen
Concentratiestoornissen
Motorische stoornissen (apraxie)
Slikklachten
Gedragsverandering
Persoonlijkheidsverandering
Emotionele labiliteit
Slide 35 - Tekstslide
Hemianopsie & Neglect
Hemianopsie = probleem met zien (blind voor een deel van het gezichtsveld, maar beseft het).
Neglect = probleem met aandacht (negeert een kant van de ruimte en beseft het niet).