Les 1.3.2 Wond trauma/beet

Triage DA1BOL
Les 1.3.2. 2022-2023

Wond, trauma/ beet
Tetanus



1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Triage DA1BOL
Les 1.3.2. 2022-2023

Wond, trauma/ beet
Tetanus



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- leerdoelen helder
-toets leren hoe doe je dat? 
-uitleg Medilect
-terugblik UWI
- wonden zelf aan de slag
-prikaccident
- tetanus
- Aftekenkaart en Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reminder: mboleren.nl
- Na afloop van de les - zo kun je je kennis testen
- Alle modules van deze periode moeten af - anders geen deelname aan de toets

DEADLINE: DINSDAG 12 APRIL 16.00 uur

Slide 3 - Tekstslide

Noteer de deadline in je agenda
Probeer bij te blijven

EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID
Leerdoelen
Je hebt 2 leerdoelen voor jezelf genoteerd. 
Wat waren jouw leerdoelen ook al weer?
Ga met deze leerdoelen de komende periode in. 

Slide 4 - Tekstslide

Laat de studenten de leerdoelen inleveren -het liefst op papier - dan kun je het meenemen naar de les en dit inzetten tijdens het oefenen en studenten hierop attenderen
Toets leren hoe doe je dat? 
Vooral:
Bestudeer goed de vragen en bereid je thuis voor, neem je vragen mee naar de les en maak aantekeningen.
Bestudeer goed de TRG-criteria-> als je begrijpt waarom het bijv. een U2 is, dan kun je dat beter onthouden.  
Zaken die niet vermeld worden in de vraag zijn ook niet bepalend voor het antwoord. Dus bedenk er zelf niet meer bij dan dat er in de vraag staat.
MBO-leren na de les maken ter controle 


Slide 5 - Tekstslide

Nadruk leggen op goede voorbereiding en het volgen van de lessen

Medilect wordt nu ook ingezet, we kijken na dit half jaar of dit helpt bij het leren. 

De toets is AFP en TRG. Bij TRG vragen moet je je AFP-kennis op niveau hebben, anders lukt het niet om de vragen goed te maken. 

Vaak zijn 2 antwoorden al duidelijk fout, beredeneer welk antwoord van de 2 overgebleven antwoorden goed  is en kies hiervoor. 
Medilect
Eerst account aanmaken, zie volgende slide
reactie-mail komt in je mailbox of in de spam
 daarna code toevoegen.

Je krijgt een link van Medilect in je chat. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij nog uit de vorige les over Urineweginfecties?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een blaasontsteking?

Slide 9 - Open vraag

Een blaasontsteking komt door bacteriën.
Bacteriën komen via de plasbuis in de blaas.
Ze gaan aan de binnenkant van de blaas vastzitten. Die gaat ontsteken.
Vaak is het de bacterie die bij iedereen in de darm leeft. Deze zit ook rond de anus en de plasbuis.
Wat is het verschil tussen een gecompliceerde en ongecompliceerde Urineweginfectie?

Slide 10 - Open vraag

Ongecompliceerd:
- Niet zwangere vrouwen, 
- boven de 12 jaar, 
- zonder koorts!  

Gecompliceerd:
- Patiënten met een UWI die gepaard gaat met koorts. 
- Of UWI bij mannen, 
- zwangeren, 
- kinderen
-  patiënten met afwijkingen aan de   nieren of urinewegen, 
- met een verminderde weerstand (onder wie diabeten) of een verblijfskatheter.
Gecompliceerde UWI/Risicogroepen
Ongecompliceerde UWI
Mannen
Vrouwen
Kinderen tot 12 jaar
Zwangeren
Verminderde weerstand (bv. Diabetes, Blaas-of Nierziekte)
Verblijfscatheter
Koorts

Slide 11 - Tekstslide

Gecompliceerde urineweginfectie moet altijd gezien worden op het spreekuur!
Wat zijn de adviezen die je geeft bij een urineweginfectie.

Slide 12 - Open vraag

 Veel drinken
- Plassen niet uitstellen
- Goed uitplassen
- Goed afvegen (van voor naar achter)
- Direct plassen na seksueel contact
- PCM
Cranberry of vitamine C helpt niet (thuisarts.nl) , wordt nog vaak als advies gegeven,  theorie hierachter, het aanzu zuurmaken van de urine heeft een gunstige invloed op de infectie. (rem van bacteriën.  Realiseer je dat adviezen niet statisch zijn, maar iedere periode weer wat kunnen verschillen. 
Meerdere antwoorden zijn goed
A
SOA
B
UWI
C
buikgriep
D
vaginale schimmelinfectie

Slide 13 - Quizvraag

SOA of vaginale schimmelinfectie geven ook vaak klachten met plassen. Bij een buikgriep heb je diarree waardoor je vocht verliest en je urine geconcentreerder wordt (donkerder). 


Tijdens een zwangerschap merk je een UWI op omdat je pijn hebt bij het plassen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Als je zwanger bent moet je vaak vaker plassen, door hormoonverandering, groei van de baarmoeder en later door druk op de blaas door de baby. Zonder UWI geen pijn bij het plassen. Vaak plassen zonder pijn kan wel wijzen op een UWI, dus wel snel controle op UWI
Breng de opgevangen gewassen ochtendurine binnen 1 uur naar de praktijk liefst in een urinecontainer of anders in een schoon potje.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Niet waar, het moet binnen 2 uren gebracht worden. als het langer duurt moet de urine in de koelkast bewaard worden. Ook van belang dat dit bewaren in de koelkast op de praktijk gebeurd!
Wonden 
Wie heeft er wel eens een flinke wond gehad 
bijv. die gehecht moest worden?
hoe was dat? 

Wat heeft je dit geleerd, waar hou je rekening mee als je een patiënt bij je krijgt? 
Welke vragen zou je kunnen stellen? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat stel je voor ABCD-vragen als iemand belt met een wond?

Slide 17 - Woordweb

Spuit/kolkt het bloed eruit?
Als dit zo is : vegetatief checken 
Gevoel van flauwvallen?
klam zweterig etc. 

Anders bij milde wond:  hoe voelt u zich verder?  u hebt geen andere klachten dan alleen die glup ( dit woord mogen ze leren) in de kin? 




Wat weet je nog meer over de ABCD?

Slide 18 - Woordweb

Wat betekenen de letters ook al weer? 

Welke vragen kun je allemaal ook al weer stellen, bij de letter A, bij de letter B, bij de letter C etc. 

Als je het niet meer zo goed weet, pak dan je TRG wijzer erbij. 

Triage bij wonden
Bij een triagegesprek over wonden is het wel belangrijk dat je weet met welke wond je te maken hebt; hoe kom je hier achter? (welke vragen stel je tijdens de WHAM fase?)

Eerst de ABCDE veilig stellen natuurlijk!!
 bloeden te stelpen?)

Slide 19 - Tekstslide

hechten/plakken hoe gaat dit? 

patiënten vinden het spannend
niet tegen bloed kunnen
willen hun verhaal kwijt over wat er is gebeurd-> vraag hierna

Slide 20 - Link

Thuisarts.nl wonden, hier staat heel veel info.   Gebruik dit in ieder geval voor je PP. 
Herken de wonden

Opdracht:

Groepjes van 4 of 5 studenten
Verdeel de onderwerpen
Zoek de achtergrond info bij de betreffende wond, gebruik je NHG-Wijzer, thuisarts.nl en overige betrouwbare info. 
Maak een korte PP-presentatie en informeer je medestudenten. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onderwerpen:
1. Snijwond/scheurwond
2. Bijtwond
3. Schaafwond
4. Krabwond *katten/honden
5 . Verzorging van gehechte wond

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke info in je PP?
Wat voor type wond is het, wat zijn de kenmerken?
Wat is je eerste hulp? Hoe behandel je dit type wond?
Wat zijn je adviezen, waar moet de patiënt nog meer op letten? 
Wanneer is tetanusvaccinatie nodig bij dit type wond? 
Hoe gaat het verder? Wat is de verwachting tijdens de genezing. 
Wanneer is contact opnemen nodig met de huisarts?




Slide 23 - Tekstslide

Maak je PP zo , zodat je als het ware les kunt geven aan de klas. 
Kort en bondig maar met alle benodigde info aanwezig. 
Doe dit zo compleet mogelijk, zodat je medestudenten de goede info krijgen. 
Presenteer het straks. 
Triage hoe? 
Waarom is de ABCD belangrijk? 
Waarom veel WHAM-vragen?
Welke Whamvragen ga je stellen?
Hoe is de patiënt of diegene die belt qua emotie denk je?

Volgende sheet: NHG TRGkaar, wie heeft er vragen vanuit de voorbereiding? 

Slide 24 - Tekstslide

WHAM-ABCD-vraag is belangrijk om te weten om welk type wond het gaat en hoe de patiënt er aan toe is. 
Spuit het bloed eruit, kolkt het eruit, is het te stelpen, valt de patiënt bijna flauw, is hij/zij minder aanspreekbaar.... 

Om een goed beeld van de situatie te krijgen en om het toestandsbeeld te bepalen, vandaar kun je de urgentie beter inschatten

WHAM: 
Hoe is de wond ontstaan?
Wanneer is het gebeurd? 
Kunt u de wond omschrijven? (eerst een open vraag) waar zit de wond, hoe lang, hoe groot, hoe diep, wijken de randen, is er verontreiniging? (LSD – wees nieuwsgierig)
Wat hebt u zelf al gedaan? 

Emotie:

Geschrokken:  willen meteen komen als ze denken dat gehecht moet worden, willen hun verhaal kwijt. -> vraag hierna 

Onzeker: weten ook niet precies wat ze met kleine wonden moeten doen. 
hechten/plakken hoe gaat dit?-> leg dit uit als er sprake van is. 

Gespannen: patiënten vinden het spannend, kunnen misschien niet goed tegen bloed

Besteedt hier aandacht aan, biedt een luisterend oor, stel gerust, geef goede adviezen en stem deze goed af met de patiënt, geef een duidelijk vangnet.
Dit maakt dat de patiënt adviezen accepteert. 


Slide 25 - Tekstslide

Hebben studenten vragen n.a.v. de voorbereiding? Wat is ischemie?
Wat is Corpus Alienum?

Slide 26 - Tekstslide

Vragen /urgenties bij langs a.d. hand van de vragen die zij hebben. 

Waarom vraag je naar de rode streep? 
Wat is het verschil als je deze  met koorts hebt of zonder koorts ? 

Slide 27 - Tekstslide

U2 blijft gelijk 
Bij U3: Forse hematurie; er zit natuurlijk wel een verschil tussen 'bloed in de urine' en puur bloed plassen - wel goed om hier onderscheid in te maken 
U4: gecompliceerde uwi (man/kind/zwanger - afspraak binnen 24 uur met urinecontrole)
U5: alleen bij ongecompliceerde uwi met herkenning van klachten, zonder andere bijkomende klachten - advies geven
Wanneer de kaart wond trauma/letsel
- Bij welke klachten pak je deze kaart?
- Zou je eventueel nog een andere kaart overwegen te gebruiken bij dit onderwerp? Welke?



Slide 28 - Tekstslide

Je pakt de kaart als er echt een wond is. Het maakt niet uit of het een oude of een nieuwe wond is. 

Alle traumakaarten kunnen erbij gepakt worden. 

Erg belangrijk om altijd een extra check te doen. 
Heb je het plaatje compleet. 

Trauma aangezicht->  is het alleen het wondje, of is er meer. 
Advies bij grote wonden
Wanneer je iemand aan de lijn hebt met een grote bloedende wond welke adviezen geef je dan mee ter overbrugging?

Slide 29 - Tekstslide

De adviezen bij een flink doorbloedende wond: wond bedekken en lokaal druk geven met de hand op de wond. Niet iedere keer kijken of het al gestopt is. 
Bij doorlekken niet het verband vervangen, maar een nieuwe laag erop en blijven druk geven. 
Casus oefenen
Oefen in een tweetal je casus. 
Bespreek wat er goed ging en wat beter kon
Stel je docent vragen als er onduidelijkheden zijn

Pak je SOEPformulier erbij. 



Slide 30 - Tekstslide

Let goed op bij bijtwonden, deze komen het meest voor. 

Altijd de goede info geven, weet je het niet zeker vraag de dokter wat te doen. 
Prikaccident, besmetting
Prik-of snijaccident: Bloed of een andere lichaamsvloeistof van de ene person via een scherp voorwerp (naald/mes) in het lichaam van de ander.

Spataccident:  Bloed komt op de slijmvliezen of niet-intacte huid.

Bijtaccident: Bloed komt op mondslijmvlies of speeksel in een open wond. 

Slide 31 - Tekstslide

Let goed op bij bijtwonden, deze komen het meest voor. 

Altijd de goede info geven, weet je het niet zeker vraag de dokter wat te doen. 
Tetanus
Wie weet wat het is? 
Wat kun je doen om het te voorkomen?

Het schema staat in het fysieke boek, niet op de site

Slide 32 - Tekstslide


Altijd de goede info geven, weet je het niet zeker vraag de dokter wat te doen. 

Slide 33 - Tekstslide


Altijd de goede info geven, weet je het niet zeker vraag de dokter wat te doen. 
TIG- zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U3

TOX- in principe ook zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U4
(tot 3 weken na de verwonding is het nog zinvol om tetanus vaccinatie toe te dienen

TIG en TOX als stereoprik toedienen
Schema: 0-1-7 maanden:
Dag van de verwonding TIG en TOX
1 maand later TOX
7 maanden na de verwonding TOX





Slide 34 - Tekstslide

Als iemand een flinke wond heeft, of erge brandwond en helemaal niet gevaccineerd is geef je 2 vaccinaties   1 keer immunoglobuline en 1 keer toxoid

Als iemand een flinke wond heeft en korter dan 10 jaar geleden  een wond heeft hoeft er niets te gebeuren. Wel moet de vaccinatiestatus bekend zijn.



 Hij/zij moet dus alle injecties een keer gehad hebben. 

Als in dezelfde situatie de laatste vaccinatie langer dan 10 jaar geleden is -> 1 toxoid. nodig. 

Het schema kon ik niet in de digitale versie vinden, dus verwijzen naar het boek. 


Tetanus vervolg
TIG= Tetanus Imuluglobuline TOX= Tetanus Toxoide
TIG- zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U3

TOX- in principe ook zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U4
(tot 3 weken na de verwonding is het nog zinvol om tetanus vaccinatie toe te dienen)
TIG en TOX als stereoprik toedienen
Schema: 0-1-7 maanden:
Dag van de verwonding TIG en TOX- U3
1 maand later  TOX
7 maanden na de verwonding TOX
Dan dus weer 10 jaar volledig beschermd






Slide 35 - Tekstslide

Belangrijk : Als er geen vaccinaties zijn geweest, bijv. vanwege geloofsovertuiging, of vanwege een levensvisie (antroposofie)  dan als U3 laten komen. Anders is een U4 voldoende. 

Dit protocol veranderd ook iedere keer weer. Nu wordt er gehanteerd, liefst zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 3 weken. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus oefenen


Oefen klassikaal een casus
Geef elkaar tops en tips. 



Slide 37 - Tekstslide

Let goed op bij bijtwonden, deze komen het meest voor. 

Altijd de goede info geven, weet je het niet zeker vraag de dokter wat te doen. 
Is het duidelijk?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
MBO- leren:  Wond trauma beet
Voorbereiden volgende les:  Brandwonden


Slide 39 - Tekstslide

Let goed op bij bijtwonden, deze komen het meest voor. 

Altijd de goede info geven, weet je het niet zeker vraag de dokter wat te doen.