Heldendom Les 4 - Hoofdstuk 3 2020-2021

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom terug in de Heldentraining!!!

Vandaag gaan we verleidingen onderzoeken die een held moet kennen en kunnen weerstaan. 

Holistisch

Psychologische Principes

Verleidingen weerstaan

In het begin zeiden we al dat een held moedig is en verleidingen moet kunnen weerstaan om zijn heldendaden uit te voeren. 

Bekijk de volgende slide eens; welke verleidingen herken je? Ken je er nog meer? Welke vind jij moeilijk om te weerstaan?

  Verleidingen in onszelf

Welke verleidingen ken jij? En welke verleidingen kun jij zelf moeilijk weerstaan?

Psychologische Principes

Verleidingen gaan niet alleen over zaken als eten en Netflix, maar er zijn ook een aantal psychologische principes die jou bijna automatisch verleiden om iets te doen of iets te denken. Het is voor jouw heldentraining van belang om je bewust te worden van deze principes. Als je deze specifieke verleidingen bij jezelf herkent hoef je er geen 'slachtoffer' van te worden en kun je anderen beter helpen!!

We gaan de volgende psychologische principes onderzoeken:

1. Het omstanderseffect

2. Vooroordelen en Stereotypering

3. Conformiteit

4. Growth Mindset

1. Het Omstanderseffect

Wij mensen gedragen ons graag zoals de groep dat doet. Daarnaast hebben we onbewust en automatisch vaak het idee dat als er een groep mensen bij een noodgeval aanwezig is, dat 'de ander' wel iets zal doen. 

Als er 1 iemand in de groep is die dit principe kent, zich niet laat verleiden om niks te doen en in actie komt, kan hij daarmee de groep activeren. Een heldendaad dus in sommige gevallen!!   

Heb jij weleens meegemaakt dat je niks deed of zei omdat je de rest van een groep ook niets deed? Vertel!

Heb je weleens meegemaakt dat jij hulp nodig had en dat niemand kwam helpen?
(alleen als je dit wilt vertellen)

Hoe denk je dat een held zou moeten reageren als hij in een situatie zoals het filmpje terecht komt?

2. Vooroordelen en Stereotypen

Om de wereld om ons heen begrijpelijk te maken gebruiken we filters. We laten niet alle prikkels binnen komen maar pakken alleen de informatie waarvan we denken dat die belangrijk is. 

Daarnaast vullen we informatie zelf aan omdat onze hersenen graag willen kunnen begrijpen wat we waarnemen. 

Welke stereotypes herken je op het plaatje?

Leg het begrip vooroordeel en stereotype in eigen woorden uit

Halo effect

Een voorbeeld van een vooroordeel of stereotype is dat we denken dat mensen die wij als 'mooi' of 'knap' bestempelen ook een leuker leven hebben of succesvoller zijn. Dit noemen we het Halo effect. Hierdoor willen we knappe mensen vaak eerder helpen of iets voor hen betekenen. 

Dit is natuurlijk nergens op gebaseerd dus daarom een vooroordeel. Kijk maar mee naar het volgende experiment:

Hoe denk je dat een held zou moeten reageren als hij in een situatie terecht komt zoals in het filmpje me de jongens en de fietsen?

3. Conformiteit

Een belangrijk principe van het menselijk brein is dat het graag onderdeel wil zijn van een groep en hierbij niet willen opvallen. We kopieren gedrag van een groep vaak heel snel en zonder dat we het in de gaten hebben. 

Kijk maar eens naar een hilarisch voorbeeld hiervan:

Wat wordt er bedoeld met het begrip 'Conformiteit'? Leg uit in eigen woorden.

Lees bladzijde 20 uit je boekje.
Leg het 'Milgram experiment' uit en gebruik hierbij het begrip 'conformiteit' en 'uniform'

Heb jij zelf weleens een situatie meegemaakt waarin je je teveel aanpaste aan de groep? Of iemand anders? Vertel?! (namen kun je aanpassen)

Hoe denk je dat een held zou moeten reageren als hij in een soortgelijke situatie terecht komt?

4. Growth Mindset

Doe de test op pagina 16 en bekijk in welke mindset jij op dit moment zit.

Voor in je eindopdracht:

1. Bekijk de 4 psychologische principes nog eens en bedenk welke 2 je gaat gebruiken voor je eindopdracht. 

2. Lees de bijbehorende bladzijdes uit je boekje goed door en bekijk de filmpjes nog eens. 

3. In je poster leg je van 2 psychologische principes goed uit wat ze betekenen en wat jouw ervaring hiermee is. 

Dit is je huiswerk voor volgende week

Begin je begrip met de volgende zin:

1. “Ik dacht dat ik dit niet kon, maar ik kon het wel”. 

( zie lesboek p.21: Begrip = Growth mindset vs Fixt mindset) 

2. “Iedereen stond er maar naar te kijken. Niemand deed iets, totdat…..” ( zie lesboek p. 16: Begrip = Omstandereffect.) 

3. “ Ik had echt vooroordelen, maar dat had ik niet in de gaten, totdat…” (zie lesboek p. 18 . Begrippen = Vooroordeel / stereotype) 

4. “Iedereen doet elkaar gewoon na hoor. Ik ook. Niemand durft anders te zijn” ( zie lesboek p. 19. Begrip =- Conformiteit)