19 sept; klas 3ad; thema 1, paragraaf C

Overtuigingskracht
Opbouw van argumentatie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Overtuigingskracht
Opbouw van argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik paragraaf B
'Frankrijk is een populair vakantieland voor Nederlanders, vanwege de mooie natuur en omdat het goed te bereiken is met de auto.'
--> Feiten?
--> Meningen?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik paragraaf B
'Het openbaar vervoer zou gratis moeten zijn voor iedereen.'
--> Argumenten?

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf C: overtuigingskracht
Opbouw van argumentatie

Slide 4 - Tekstslide

Doel 
Je leert hoe je een goede argumentatie opbouwt.

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
--> Lezen: pp. 100-101 uit handboek 
--> 5 min in stilte 

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw van argumentatie
  •  enkelvoudig
  •  nevenschikkend onafhankelijk
  •  nevenschikkend afhankelijk
  •  onderschikkend

Slide 7 - Tekstslide

Ik stop met TikTok, omdat het vol staat met stomme dansjes. Ik erger me daar rot aan.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 8 - Quizvraag

Dat Duits een moeilijk vak is, komt vooral door al die verschillende naamvallen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 9 - Quizvraag

Sporten is gezond, onder andere omdat je dan je conditie op peil houdt. Een goede conditie is goed voor je weerstand. Je wordt dan minder vaak ziek.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 10 - Quizvraag

Het dragen van een schooluniform moet verplicht worden op Nederlandse middelbare scholen. Schooluniformen bevorderen een gevoel van gelijkheid en verminderen sociale druk op studenten om zich te voegen naar modetrends.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 11 - Quizvraag

Zelf aan de slag!

  •  Hoofdstuk 1, paragraaf C: opdracht 2, 3, 5, 6
  •  Handboek en oefenboek; antwoorden in je schrift
  •  20 minuten zelfstandig werken
  •  Klaar? Opdracht 8 (Let op! Bij 8E heb je ook alinea 6 nodig)

Slide 12 - Tekstslide