1C Opbouw van argumentatie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel
Ga rustig op je plek zitten

Slide 2 - Tekstslide

10 min lezen uit je leesboek

Slide 3 - Tekstslide

1C Opbouw van argumentatie

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Huiswerk bespreken 
- Verkennen
- Theorie
- Oefenen
- Werken aan de opdracht

Je leert hoe je een goede argumentatie opbouwt. 

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Werkwoordspellingsblad 

Slide 6 - Tekstslide

Verkennen

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je al?
Wat? Maak opdracht 1 op bladzijde 14
Hoe? Zelfstandig en stil 
Tijd? 5 min
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees alvast de theorie op bladzijde 100 
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Theorie

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
Als ze de argumentatievormen kan herkennen, dan weet je welke tactiek je kunt hanteren om tegen het standpunt van de ander in te gaan. 

Enkelvoudige argumentatie:
  • Het standpunt wordt ondersteunt door slechts één argument. 
  • ''Ik kan mijn verjaardag net zo goed niet vieren, want iedereen is toch op vakantie.''
  • Structuur: standpunt <- argument 

Slide 10 - Tekstslide

Theorie
Nevenschikkende argumentatie 
  • Het standpunt wordt ondersteunt met meerdere argumenten.
  • ten eerst, ten tweede, bovendien (twee soorten nevenschikking).

Onafhankelijke nevenschikkende argumentatie
  • De argumenten ondersteunen los van elkaar het standpunt. 
  • Ik kan mijn verjaardag net zo goed niet vieren. Ten eerste is een feestje organiseren veel gedoe, ten tweede hoef ik geen cadeautjes en bovendien houd ik niet van al die aandacht. 
  • Alle drie weerleggen om het standpunt te ontkrachten. 
  • Structuur: standpunt <- argument 1 + argument 2 + argument 3 

Slide 11 - Tekstslide

Theorie
Afhankelijke nevenschikkende argumentatie 
  • Argumenten hangen samen, vormen samen één groter argument. 
  • Ik kan mijn verjaardag net zo goed niet vieren. Een feestje is veel gedoe. Daar heb ik deze week helemaal geen tijd voor. 
  • Eén argument weerleggen, andere is dan niet relevant. 
  • Structuur: standpunt <- (argument 1 + argument 2)

Slide 12 - Tekstslide

Theorie
Onderschikkende argumentatie
  • Argumenten die andere argumenten extra ondersteunen. 
  • Deze argumenten staan niet 'naast', maar 'onder' elkaar.
  • Ik kan mijn verjaardag niet vieren, want dan zou ik Kim kwetsen (argument), aangezien zij dan ook haar verjaardagsfeestje wil geven (ondergeschikt argument).
  • Als je het ondergeschikt argument ontkracht, wordt het hoofdargument minder sterk.
  • Structuur: standpunt <- argument <- ondergeschikt argument 

Slide 13 - Tekstslide

Theorie
Het drinken van voldoende water is essentieel voor je gezondheid, omdat het helpt bij het reguleren van je lichaamstemperatuur, het ondersteunt de spijsvertering en helpt bij het afvoeren van afvalstoffen, en het bevordert een gezonde huid en vermindert de kans op uitdroging.
  • onafhankelijke nevenschikkende argumentatie 
Studeren in de bibliotheek is beter dan thuis studeren, omdat je in de bibliotheek minder snel wordt afgeleid; thuis zijn er namelijk vaak afleidingen zoals huisgenoten, telefoonmeldingen en andere verleidingen die je concentratie verstoren.
  • onderschikkende argumentatie 
Ik kwam te laat op school, omdat mijn band lek was en ik daarna de bus miste.
  • afhankelijke nevenschikkende argumentatie 


Slide 14 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 2, 3, 4 en 5 op bladzijde 14
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les 
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk 

Gebruik de theorie op bladzijde 100-101 van je handboek. 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Voor volgende week donderdag (12/09) moet opdracht 2, 3, 4 en 5 op bladzijde 14 af zijn.

Slide 16 - Tekstslide