In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Exam practice: some listening and some reading
Slide 1 - Tekstslide
In deze Exam practice gaan we zowel kijk/luisteren als lezen oefenen. We beginnen met een aflevering van CNN 10 over bosbranden, bijen en robothonden. Daarna volgt een reportage n.a.v. het verongelukken van Kobe Bryant. Als laatste kom je een aantal teksten tegen.
Succes!
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
00:32
Look at the map. How many states have been affected by wildfires according to the videoclip? Name 2.
Slide 5 - Open vraag
00:58
Door hoeveel bosbranden werd deze staat getroffen?
Slide 6 - Open vraag
00:58
Welke staat werd het hardst getroffen?
Slide 7 - Open vraag
01:35
Wat is het probleem in staten die mijlen ver van de branden zijn?
Slide 8 - Open vraag
01:50
Waar kunnen mensen in Californië die nergens anders terecht kunnen naar toe om uit de dikke smog te ontsnappen?
Slide 9 - Open vraag
03:30
Hoe lang leeft een honingbij?
Slide 10 - Open vraag
03:56
Het aantal bijen kolonies in de Verenigde Staten is gegroeid.
A
True
B
False
Slide 11 - Quizvraag
04:06
Welk land wordt bezocht voor deze reportage over bijen?
A
Schotland
B
Engeland
C
USA
D
Ierland
Slide 12 - Quizvraag
04:32
Waarom bekijkt de bijenhouder de binnenkant van de bijenkorf?
Slide 13 - Open vraag
05:10
Naast het feit dat ze honing produceren, is er nog een andere reden dat bijen erg belangrijk zijn. Welke reden is dat?
A
Mensen kunnen veel aan bijen verdienen.
B
1/3 van alle gewassen ter wereld is van hen afhankelijk omdat ze bestuivers zijn (bestuivers)
C
Ze helpen avocado's en amandelen om te groeien.
Slide 14 - Quizvraag
05:20
Waarom gaan de bijen dood?
Slide 15 - Open vraag
05:58
De sensor meet 4 dingen. Noem er twee.
Slide 16 - Open vraag
08:03
What was the job of the ‘robot dogs’ on this mission?
A
to find bombs outside the cargos
B
to help together with soldiers to scout the area
C
To look for danger outside the cargos
Slide 17 - Quizvraag
09:05
Noem één ding dat bijzonder was aan de ontmoeting met de koningspinguin in de videoclip.
Slide 18 - Open vraag
Listening
!!!!!!
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
01:18
1. Why did Kobe and the others use the helicopter?
A
To go to a gathering.
B
Because they were in a hurry.
C
To get to a girls’ basketball game.
D
Because of a traffic jam.
Slide 21 - Quizvraag
02:25
2. According to video what did the air traffic controllers inform the pilot about?
A
The helicopter was going the wrong direction.
B
They could not track him down.
C
There wasn't enough fuel.
D
The helicopter was flying to low.
Slide 22 - Quizvraag
02:48
3. What was the weather like at the time the helicopter was flying and what did it bring along?
A
It was foggy and rainy, so the pilot couldn't see clearly.
B
It was too windy, so the helicopter wasn't manageable.
C
It was foggy, so the pilot couldn't see clearly.
D
There was an enormous storm, so the helicopter was blown away
Slide 23 - Quizvraag
03:02
4. According to the news reporter what was quite unusual.
A
The helicopter didn't slow down while trying to land.
B
The helicopter circled around in the air for several minutes
Slide 24 - Quizvraag
03:31
5. Was the helicopter required to have a black box or a cockpit voice recorder
A
Yes
B
No
Slide 25 - Quizvraag
04:02
6. Why did Kobe Bryant like to travel by helicopter?
A
Because he also wanted to spend quality time with his family.
B
Because he could afford traveling by helicopter.
C
Because he was used to it.
D
Because his wife didn't want to travel by car.
Slide 26 - Quizvraag
05:49
7. According to the man why did Kobe pick his wife to be the assistant coach of the basketball team?
A
She was an exceptional good trainer.
B
She got the required diplomas
C
She was well educated.
Slide 27 - Quizvraag
Reading
Slide 28 - Tekstslide
Bekijk nu eerst de korte instructievideo over tekstdoelen.
Nadat je de video bekeken hebt maak je de matching opdracht en de meerkeuze vragen die er achteraan komen.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Welke items horen bij welk tekstdoel?
Informeren/
instrueren
Amuseren
Overtuigen
Overhalen
Informatieve tekst
Amuserende tekst
Meninggevende tekst
Aansporende tekst
Slide 31 - Sleepvraag
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 32 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 34 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 35 - Quizvraag
Leesvaardigheid - gap text
In een gap text moet je zelf een woord invullen om de zin kloppend te maken. Waar let je op?
Waar gaat de zin over?
Wat voor soort woord moet je invullen? (werkwoord, zelfstandig naamwoord, signaalwoord?)
Wat betekenen de woorden waaruit je kunt kiezen? Weet je dat niet? Zoek het dan op!
Slide 36 - Tekstslide
Welk woord hoort er in de eerste gap?
A surfer fought off a Great White Shark by repeatedly punching it in the face after it bit his arm and sunk its __(1)__ into his surfboard.
Nick Minogue, 60, from Auckland, New Zealand, was trying to catch some __(2)__ at Pauanui Beach on Saturday when his morning was interrupted by a three-metre long visitor with a fin.
Slide 37 - Open vraag
Welk woord hoort er in de tweede gap?
A surfer fought off a Great White Shark by repeatedly punching it in the face after it bit his arm and sunk its __(1)__ into his surfboard.
Nick Minogue, 60, from Auckland, New Zealand, was trying to catch some __(2)__ at Pauanui Beach on Saturday when his morning was interrupted by a three-metre long visitor with a fin.
Slide 38 - Open vraag
Airtravel
Je gaat een gap filling exercise maken. In de tekst zitten 9 gaps, bij iedere gap kies je welk woord erin past.
Slide 39 - Tekstslide
Which word fits gap #1?
Click text to zoom
A
the
B
a
C
one
Slide 40 - Quizvraag
Which word fits gap #2?
Click text to zoom
A
fly
B
flown
C
flew
Slide 41 - Quizvraag
Which word fits gap #3?
Click text to zoom
A
in
B
at
C
through
Slide 42 - Quizvraag
Which word fits gap #4?
Click text to zoom
A
lot
B
many
C
few
Slide 43 - Quizvraag
Which word fits gap #5?
Click text to zoom
A
fast
B
faster
C
fastest
Slide 44 - Quizvraag
Which word fits gap #6?
Click text to zoom
A
must
B
should
C
could
Slide 45 - Quizvraag
Which word fits gap #7?
Click text to zoom
A
between
B
from
C
of
Slide 46 - Quizvraag
Which word fits gap #8?
Click text to zoom
A
with
B
on
C
by
Slide 47 - Quizvraag
Which word fits gap #9?
Click text to zoom
A
them
B
their
C
they
Slide 48 - Quizvraag
What did you learn/practise today? What was useful?
Slide 49 - Open vraag
What would you like to do next class to prepare for the exam?