NOVA - Spelling les 2




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


MEVROUW DUINHOUWER
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


MEVROUW DUINHOUWER

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma 
  • Uitleg onderwerp, persoonsvorm TT en VT
  • Opdracht maken : Bronnen -> Spelling -> Opdracht 2
  • Voorlezen Borealis








Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin
Ik kan het onderwerp vinden in een zin
Ik kan de persoonsvorm vervoegen in de Tegenwoordige Tijd en Verleden Tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig om werkwoorden goed te vervoegen?
Weten hoe je de persoonsvorm vindt:
1. In een andere tijd zetten (tegenwoordige of verleden tijd)
2. Enkelvoud naar meervoud zetten of andersom

Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Weten hoe je het onderwerp vindt:
Wie of wat...



Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je nodig om werkwoorden goed te vervoegen?
Weten hoe je het onderwerp vindt:
1. Wie of wat vóór de persoonsvorm zetten
2. Persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud zetten of andersom, het onderwerp verandert dan ook
3. De zin vragend maken: het onderwerp komt na de persoonsvorm





Slide 5 - Tekstslide

't(ex)Kofschip:

Verleden tijd van zwakke werkwoorden



Stam eindigt op:

t-k-f-s-ch-p-x

dan te(n)


lachen

stam = lach

ik lachte

wij lachten


werken

stam = werk

ik werkte

wij werkten

ik heb gewerkt


reizen

stam = reiz (!)

ik reisde

wij reisden

ik heb gereisd






Slide 6 - Tekstslide

Zet de zinnen onder het juiste kopje:


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Oplossing

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Je kan in een tekst ontdekken wat de persoonsvorm is
Je kan het onderwerp vinden in een zin
Je kan het werkwoord juist vervoegen in Tegenwoordige Tijd en Verleden Tijd 

Slide 10 - Tekstslide