Grammatica - persoonsvorm

WELKOM 

bij Nederlands 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM 

bij Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Persoonsvorm (p. 1) uitleg
  • Onderwerp (p.3 ) uitleg 
  • Oefenen persoonsvorm en onderwerp
  • Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van een persoonsvorm?
Persoonsvorm

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
  • Maak er een vraagzin van.

  • Verander de tijd van de zin.

  • Verander het getal van de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling zinsdelen
1. Adam leest veel boeken in bed. 
vraagzin = 
tijdproef = 
getalproef = 
pv =


timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling zinsdelen
2. Adam ligt veel boeken te lezen in bed. 

pv =


timer
0:30

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling zinsdelen

3. Mijn moeder heeft een taart gebakken. 


pv =



timer
0:30

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een goede manier om de persoonsvorm te vinden.
De zin vragen maken. 
De regels van 't ex-kofschip gebruiken.
De tijd van de zin veranderen.
De vraag stellen: wie (of)wat + werkwoordelijk gezegde.
Het getal van de zin veranderen. 
Bekijken of het werkwoord eindigt op -en.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

We hebben het over drie manieren gehad om achter de persoonsvorm (pv) te komen.
Ik fietste naar school.
Pv: fiets
Fiets ik naar school?
Pv: fiets
Wij fietsen naar school.
Pv: fiets
Welke manier hoort bij welke uitkomst?
Zin: Ik fiets naar school.
getal
vraagzin
tijd

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm is altijd...
A
Een zelfstandig naamwoord
B
Een werkwoord
C
Een lidwoord
D
Een bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin."

Wat is de persoonsvorm in de bovenstaande zin?
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


"Ik ga op zoek naar de persoonsvorm."

Wat is de persoonsvorm in de bovenstaande zin?

A
Ik
B
Persoonsvorm
C
Op zoek
D
Ga

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm in de zin:
"Marianne weet wat de persoonsvorm is."
A
Marianne
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Jip
wil
pauze.

Slide 14 - Sleepvraag

3 minuten
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Dat meisje
wil
een relatie.

Slide 15 - Sleepvraag

3 minuten
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
heeft
een auto
gekocht.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Wie
komt
mee
naar
Walibi?

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm ?
De persoonsvorm
Mijn voetbal
is
gevallen
 in de sloot

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar het online boek
Maken: 
Grammatica paragraaf 1:
persoonsvorm en zinsdelen

Klaar? Maak je stripverhaal verder af! 



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies