In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Thema 2 Voeding en Vertering
Je krijgt van dit thema een PW dat 3x meetelt.
Ook krijg je een cijfer voor je werkboek.
Slide 1 - Tekstslide
Thema 2.1 Voedingsmiddelen
Na deze les kun je voorbeelden noemen van voedingsmiddelen, welke voedingsstoffen er zijn en welke functies deze hebben. Ook kun je uitleggen wat de functie van voedingsvezels in je voeding is.
Slide 2 - Tekstslide
Noem zo veel mogelijk voedingsmiddelen.
Slide 3 - Woordweb
Voedingsmiddel
Alles wat je eet of drinkt. Denk aan brood, aardappels, chips, ijs, melk, cola enz.
Slide 4 - Tekstslide
Dierlijke voedingsmiddelen
Plantaardige voedingsmiddelen
Slide 5 - Sleepvraag
Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen zijn opgebouwd uit voedingsstoffen.
Voedingsstoffen zijn de delen van het eten die bruikbaar zijn in ons lichaam.
Slide 6 - Tekstslide
Waar denk je dat brandstoffen in je lichaam voor nodig zijn? (denk aan het vorige hoofdstuk)
Slide 7 - Open vraag
Waar zou je lichaam bouwstoffen voor kunnen gebruiken?
Slide 8 - Open vraag
Leg uit wat een reservestof in je lichaam is.
Slide 9 - Open vraag
Wat denk je dat beschermende stoffen in je lichaam doen?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Voedingsvezels
Dit zijn de onverteerbare delen uit plantaardige voedingsmiddelen.
Je lichaam kan er niks mee en je poept ze uit. Ze zijn wel heel belangrijk! Ze zorgen voor een volgevoel en houden vocht vast in je poep.
Slide 12 - Tekstslide
In welke voedingsmiddelen zouden veel voedingsvezels zitten?
Slide 13 - Woordweb
Voorbereiding op een filmpje
We gaan zo een cliphanger kijken over obstipatie. In het filmpje vertellen ze ook wat je kunt doen om dat te voorkomen. Onthoud dit en beantwoord de vraag na het filmpje.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Welke adviezen worden in het filmpje genoemd die aambeien en obstipatie helpen te voorkomen?
Slide 16 - Open vraag
Welke voedingsmiddelen met voedingsvezels eet jij?
Slide 17 - Woordweb
Welk advies zou jij iemand geven die last heeft van obstipatie? Je mag hiervoor ook google gebruiken.
Slide 18 - Open vraag
Aan de slag met je werkboek
Maak nu opdracht 2 op blz. 82, opdracht 8 op blz. 86 en opdracht 10 Samenhang op blz. 87