Hst 35 Herhaling Voornaamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Herhalen Hst 35 

Leerdoel vandaag: 

Persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden herkennen en de kenmerken leren

Welkom HELE klas!

Wat afspraken: 

Jullie gaan werken in groepjes

Iedereen doet mee in zijn of haar groepje

Je bent bezig met de opdracht 

Werken in groepjes

Je mag weer bij elkaar gaan zitten!!!

Opdracht: in de groep maak je 3 vragen over jouw stuk tekst. 

De indeling in groepen volgt op volgende slide

Aan het einde van de les presenteert jouw groep:

Wat is het kenmerk, wanneer wordt dit voornaamwoord gebruikt. 

Welke voornaamwoorden zijn er.

3 goede zinnen met een voorbeeld waarin dit voornaamwoord vermeld staat.

Dit schrijf je op een groot wit vel.  

De groepen (ik ga aanwijzen) 

Groep 1 : Persoonlijk voornaamwoord (blz. 142)

Groep 2 & 5: Bezittelijk voornaamwoord (blz. 142)

Groep 3 & 6: Aanwijzend voornaamwoord

Groep 4 & 7: Betrekkelijk voornaamwoord (blz. 144)

Let op

Hun hebben het gedaan is ALTIJD fout. 

het is

Zij hebben het gedaan. Want zij is hier het onderwerp

LEREN

Betrekking betekent dat 'het te maken heeft met' of 'terug slaat op'