4V Religie 1

Wat termen...
  • Monotheïsme
  • Polytheïsme
  • Atheïsme
  • Agnosticisme
  • Religie
  • Geloof
  • Kerk (/instituut) 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat termen...
  • Monotheïsme
  • Polytheïsme
  • Atheïsme
  • Agnosticisme
  • Religie
  • Geloof
  • Kerk (/instituut) 

Slide 1 - Tekstslide

Waar neig jij het meest naar toe?
Agnost
Atheïst

Slide 2 - Poll

Drie schijnwerpers op religie:
1. Religie als overtuiging
2. Religie als ervaring
3. Religie als praktijk

Slide 3 - Tekstslide

Religie als overtuiging
1. Is geloof een vorm van kennis?
2. Kun je het bestaan van God bewijzen?
3. Hebben religieuze uitspraken betekenis?
4. Is de wereld het werk van een intelligente ontwerper?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Is geloof een vorm van kennis?
Bestaat objectieve kennis?
Of zijn we altijd bevooroordeeld en is kennis subjectief?

Verschillende soorten kennen:
- iemand kennen
- praktische kennis
- 'kennis' 

Slide 6 - Tekstslide

Kennistheorie
  • Rationalisme: kennis via de rede/het verstand. Deels aangeboren. Plato/ Descartes. 
  • Empirisme: kennis via de zintuigen. Kennis komt uit ervaring en is niet aangeboren. Aristoteles/Hume. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe denk jij dat we tot kennis komen?
Rationalisme
Empirisme

Slide 8 - Poll

Vier bronnen van kennis:
1. Rede
2. Waarneming
3. Overlevering/openbaring
4. Mystieke ervaringen

Slide 9 - Tekstslide

Vier bronnen van kennis:
1. Rede
2. Waarneming
3. Overlevering/openbaring
4. Mystieke ervaringen

Slide 10 - Tekstslide

Rede
  • In de oudheid was rede betrouwbaarder dan zintuigen. 
  • Plato: zintuigen=onbetrouwbaar 
  • Niet erg dat God niet waarneem-baar is -> logisch bewijzen.
  • Dát God bestaat, staat buiten kijf. Religieuze openbaring.
  • Thomas van Aquino: ''philosophia ancilla theolgiae'' 

Slide 11 - Tekstslide

Vier bronnen van kennis:
1. Rede
2. Waarneming
3. Overlevering/openbaring
4. Mystieke ervaringen

Slide 12 - Tekstslide

Waarneming
  • Zintuigelijke waarneming werd door de opkomst van wetenschap steeds belangrijker. (telescoop etc.)
  • ''esse est percipi'' (zijn is waargenomen worden). Dit werd overheersend.
  • God is niet zintuiglijk waarneembaar en raakte op de achtergrond.
  • Tegenwoordig: eerst zien, dan geloven. 
  • Is jouw waarneming betrouwbaar? En die van anderen?
  • Wie heeft er gelijk? 

Slide 13 - Tekstslide

Vier bronnen van kennis:
1. Rede
2. Waarneming
3. Overlevering/openbaring
4. Mystieke ervaringen

Slide 14 - Tekstslide

Overlevering/openbaring
  • Waarneming is geen doorslaggevende factor in ons dagelijks leven. 
  • Veel kennen we via anderen: ouders, vrienden, leraren. 
  • Overlevering: mondelinge of schriftelijke getuigenis. 

  • Kun je uitspraken aannemen op basis van het gezag van anderen? 
  • Of moet je ze juist afwijzen? Je kunt ze immers niet altijd met waarneming aannemen of afwijzen.  
  • Religieuze openbaring kan een specifieke vorm van getuigenis zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

Vier bronnen van kennis:
1. Rede
2. Waarneming
3. Overlevering/openbaring
4. Mystieke ervaringen

Slide 16 - Tekstslide

Mystieke ervaring
  • Wonderen
  • Niet te herhalen, maar voor die persoon wel reëel. 
  • Via deze ervaringen kun je kennis krijgen over de kosmos of schepping.
  • Woorden schieten vaak tekort. 
  • Innerlijke ervaring.
  • Kun je kennis die niet te rechtvaardigen of herhalen valt, wel kennis noemen? 

Slide 17 - Tekstslide

Zet deze vier bronnen van kennis op volgorde van meest betrouwbaar naar minst betrouwbaar.

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk:
Twee opdrachten uit de reader. Staan in Som. 

Belangrijk dat je deze aandachtig maakt! 

Slide 19 - Tekstslide