V3 - Spelling H3 (2)

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • plenda 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • plenda 

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 3K! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • plenda 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Terugblik Spelling H3
  • Aan de slag!
  • Volgende les 



Slide 4 - Tekstslide

Deze les
Spelling H3: Getallen

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je getallen in letters of schrijvers moet schrijven. 

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
Wanneer schrijf je een getal in letters?
Wanneer schrijf je een getal in cijfers?

Slide 6 - Tekstslide

Spelling H3 - Getallen
Letters:
  • hele getallen van één tot en met twintig: vier;
  • tientallen tot honderd: vijftig;
  • honderdtallen tot duizend: achthonderd;
  • duizendtallen tot twaalfduizend: zesduizend;
  • honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen: negenhonderdduizend;
  • voor de rangtelwoorden van de hierboven genoemde getallen: twaalfde. 




Slide 7 - Tekstslide

Spelling H3 - Getallen
Cijfers:
  • getallen boven de twintig: 88 miljoen, 23, 34e,. 
  • maten, gewichten, data, exacte tijdstippen, e.d.: 7 meter, 19 kilo, 30 januari 1965, om 19.00uur, 44 procent 




Slide 8 - Tekstslide

Spelling H3 - Getallen
LET OP:
  • Breuken schrijf je los: een vierde: 1/4, behalve in een samenstelling: eenderdeminderheid 
  • Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van woorden en cijfers wordt. 
  • Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 22 duizend
  • Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema: drieënhalf




Slide 9 - Tekstslide

Nakijken
We kijken samen H3, opdr. 1 t/m .... na.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1
a. juist                                  g. juist 
b. juist                                  h. onjuist
c. onjuist                             i. juist 
d. onjuist                            j. onjuist
e onjuist                              k. onjuist
f. onjuist                              l juist 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
1 Als afwasser in een restaurant werkte William bij bijna 40°C in een vochtige spoelkeuken, maar hij verdiende wel € 9,50 per uur.
2 We konden nauwelijks geloven dat 49 procent van de Nederlanders tegen de sleepwet had gestemd, want aanvankelijk leek driekwart ervoor te zijn.
3 Op 31 augustus 1974 precies om 18.00 uur stopte Radio Veronica de uitzendingen.
4 In groep 8 van de basisschool heb je al geleerd hoe je breuken als twee derde en drie achtste bij elkaar moet optellen.
5 Van de 35 deelnemers waren er 22 op tijd binnen en 13 te laat.
6 In zijn jeugd woonde onze leraar godsdienst een jaar of elf op het adres Geul 14 in Zwolle.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 3
1 --
2 In 1998 trok dit festival in Landgraaf op eerste en tweede pinksterdag maar liefst 51.500 bezoekers.
3 De sportmiddag begint om 13.00 uur en duurt precies vier uur; er doen zo’n 75 jongeren, 55 volwassenen en zelfs nog 15 bejaarden uit onze wijk mee.
4 Volgens het achtuurjournaal op Nederland 1 zijn er bij de aardbeving in Nepal inmiddels dertien lichamen geborgen; zeker tachtig huizen zijn vernield.
5 --
6 Mevrouw Jansen was de 25.000ste bezoeker van de Keukenhof; zij ontving een cadeaubon van 50 euro en drie bossen tulpen.

Slide 13 - Tekstslide



1 bibliotheek
2 broccoli
3 encyclopedie
4 epidemie
5 fysiek
6 fysiotherapie
7 griepvirus
8 monarchie



9 muzikant
10 remedie
11 republiek
12 ritmisch
13 rugby
14 spinazie
15 sperzieboon
16 vaccinatie

Opdracht 4

Slide 14 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    infinitief (hele ww)








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van tijd
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht deze les
Maak H3 Spelling: opdr. 6, 7, 8. De eerste tien minuten werk je zelfstandig, daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar? 
Lezen in je leesboek, werk verder aan je korte verhaal,
maak een samenvatting van H1, H2, H3
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Ik weet wanneer ik getallen in letters of in cijfers moet schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Huiswerk H3K
Woensdag 28 september:
  • Spelling H3: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 8



Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk H3J
Donderdag 29 september:
  • Spelling H3: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 8

Slide 19 - Tekstslide