clase 6 - P4 - martes 21 de mayo 2024

Clase 6 - P4 - martes 21 de mayo 2024
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Clase 6 - P4 - martes 21 de mayo 2024

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hacemos hoy?
Leerdoelen:

1. Ik kan vertellen hoe laat het is
2. Ik herhaal het werkwoord 'estar' & 'hay' (=er is / er zijn)
3. Ik leer plaatsbepalingen in het Spaans te gebruiken (waar is/gebeurt iets?)




Slide 2 - Tekstslide

Hoe laat is het?
Es la una        = het is een uur
Son las dos      = het is twee uur
Son las 7 y media  = het is half acht

Son las 3 y cuarto = het is kwart over drie
Son las 5 menos cuarto = het is
kwart voor vijf

Slide 3 - Tekstslide

Hoe laat...? / Om hoe laat...?

Slide 4 - Tekstslide

Het werkwoord 'estar'
ZIJN:
- ergens zijn
- ergens liggen
- aangeven hoe je je voelt
- eigenschappen die kunnen veranderen

Slide 5 - Tekstslide

Algunos ejemplos

Slide 6 - Tekstslide

Hay (=er is / er zijn)

Slide 7 - Tekstslide

Waar bevindt zich ... ?
¿Dónde está el hospital?
¿Hay una farmacia por aquí?
¿Dónde está el museo de Artes?
¿Hay un restaurante italiano cerca?
¿Dónde están tus amigos?
¿Hay un teatro en el centro?

Slide 8 - Tekstslide

Plaatsbepalingen

Slide 9 - Tekstslide

We vertalen
El cine está al lado del supermercado.
El teatro está delante del parque.
El hospital está lejos (de aquí). 
al lado de
delante
detrás
lejos
cerca
naast
voor
achter
ver
dichtbij

Slide 10 - Tekstslide

Más ejemplos...
El cine está en la primera la calle a la izquierda.
El teatro está entre la estación de tren y el cine.
El hospital está cerca del centro.
a la izquierda de
a la 
derecha de
la primera 
la segunda
entre
links van
rechts van
de 1e
de 2e
tussen

Slide 11 - Tekstslide

Ejercicio 7.06 - blz. 131
  • We gaan vier gesprekken lezen (conversaciones)
  • Schrijf de betekenis op van alle dikgedrukte woorden (plaatsbepalingen)
  • Omcirkel per gesprek drie woorden/zinsdelen die je (nog) niet kent - Gebruik de hulpwoorden hieronder!
timer
10:00
seguir
tiene que
girar
tomar
no sé
volgen
u moet
afslaan
nemen
ik weet het niet

Slide 12 - Tekstslide

Las respuestas - blz. 131/132
Conversación 1:
lejos = ver weg                                                     
cerca = dichtbij
la primera = de eerste
la segunda = de tweede
derecha = rechts
izquierda = links

Slide 13 - Tekstslide

Las respuestas - blz. 131/132
Conversación 2:
cincuenta = 50                               al final = aan het einde
sesenta = 60                                    luego = daarna
la calle = de straat
la esquina = de hoek
primera = eerste
tercera = derde

Slide 14 - Tekstslide

Las respuestas - blz. 131/132
Conversación 3:
la calle = de straat                                       al lado de = naast
todo recto = rechtdoor                             enfrente = tegenover
ir a la derecha = rechts gaan
girar a la derecha = afslaan naar rechts
cruzar = oversteken
tomar = nemen

Slide 15 - Tekstslide

Las respuestas - blz. 131/132
Conversación 4:
Lo siento = Het spijt me
No tengo ni idea = Ik heb geen idee
No soy de aquí = Ik ben niet van hier 

Slide 16 - Tekstslide

Tussentijdse toets wo 29 mei
De tussentijdse toets van periode 4 wordt een: 

Leestoets in combinatie met grammatica (telt 1x mee)

Belangrijke thema's: overtreffende trap - kloktijden - 'estar' in combinatie met plaatsbepalingen 
(zie ook de woordenlijsten van P4 in StudyGo)



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide