H3 Grafieken herhaling Coördinaten + Grafieken lezen + maken
H3 Grafieken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 150 min
Onderdelen in deze les
H3 Grafieken
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Herhaling Coördinaten
Geheimtaal
Grafieken aflezen
Grafieken tekenen
Proefwerk bespreken
Slide 2 - Tekstslide
Coördinaten
Leerdoelen:
Je weet wat een assenstelsel is
Je weet wat een horizontale as en verticale as is
Je weet hoe je een coördinaat schrijft
Je weet hoe je een coördinaat in een assenstelselkan vinden
Je weet wat roosterpunten zijn
Je weet welke coördinaat bij de oorsprong hoort
Je kan de oorsprong vinden in een assenstelsel
(51.9098577,6.3831256)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Kaart
Coördinaten
Een coördinaat is bijvoorbeeld (1,2).
ga dan 1 naar rechts en 2 naar boven.
Je begint bij (0,0) dit heet de oorsprong.
Beginpunt
Je begint altijd bij (0,0). Dit zijn de twee kruissende lijnen van je horizontale en verticale as
Ezelsbruggetje!
Je zoekt eerst het juiste gebouw (horizontaal) en stapt dan in de lift naar boven (verticaal)
Slide 5 - Tekstslide
Coördinaten
Speciale coördinaten zijn coördinaten die decimale getallen hebben. Bijvoorbeeld het getal anderhalf (1,5). Als je naar het punt
(1,5, 1,5) wilt gaan kunnen al die komma's verwarend zijn. Daarom wordt bij decimale getalen een puntkomma achter het getal gebruikt. (1,5;1,5) is de juiste notatie
Wat zijn de coördinaten van het groene punt?
Beginpunt
Je begint altijd bij (0,0). Dit zijn de twee kruissende lijnen van je horizontale en verticale as
Slide 6 - Tekstslide
Geheim
taal
Schrijf
je naam
in coör-dinaten
Slide 7 - Tekstslide
Grafiek lezen
Je krijgt enorm veel informatie uit een grafiek.
Klasikaal:
Wat kunnen jullie allemaal vertellen over deze grafiek?
Slide 8 - Tekstslide
Grafieken aflezen
Je moet uit een grafiek kunnen aflezen wat je met elkaar vergelijkt. Dit noem je het verband.
Je moet weten of een grafiek stijgt, daalt of constant is.
Je moet kunnen aflezen welke waarde de grafiek is op een willekeurig punt. bv: bij 10 jaar.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe oud ben je als je €2,50 zakgeld per week krijgt?
A
9
B
10
C
11
D
12
Slide 10 - Quizvraag
Verbanden
Een grafiek heeft altijd een verband. Dat is hetgeen wat je met elkaar vergelijkt. Dit kan je zien door te kijken naar de twee assen.
In dit voorbeeld is het verband: de gemiddelde hoeveelheid zakgeld die kinderen per week krijgen bij verschillend leeftijden.
Slide 11 - Tekstslide
Grootheden / eenheden
Hetgeen wat je meet per as is de grootheid. voorbeelden van grootheden zijn tijd, temperatuur, geldbedrag, gewicht, leeftijd, etc
Hetgeen waarin je meet noem je de eenheid. voorbeelden van eenheden zijn. €, $, seconden, dagen, jaren, kilogram, grammen, tonnen, graden celcius., etc.
Belangrijk: De assen op een grafiek hebben altijd een grootheid en eenheid!
Slide 12 - Tekstslide
Wat is hier het verband? Wat zijn de grootheden? Wat zijn de eenheden?
Slide 13 - Open vraag
Wanneer is er pauze genomen. Hoe kan je dat zien?
Slide 14 - Open vraag
Hoeveel kilometer is er gelopen na 2 uur?
Slide 15 - Open vraag
Maar hoe maak je nu een grafiek?
Je moet hiervoor goed tabellen kunnen lezen en gebruiken of
Je moet hiervoor Coördinaten kunnen gebruiken of
Je moet een formule kunnen gebruiken voor het krijgen van de getallen &
Je moet op de juiste manier de grafiek kunnen tekenen
Slide 16 - Tekstslide
------------ Horizontaal ------------
Slide 17 - Tekstslide
Assenstelsel maken
Slide 18 - Tekstslide
Assenstelsel
Belangrijk bij het maken van een assenstelsel.
Het kruispunt van de horizontale en verticale as is altijd de oorsprong met coördinaat (0,0)
Zet bij de assen neer wat het is. (horizontale of verticale as)
Gebruik per as altijd dezelfde stapgrootte per stap (vaak 1)
TIP: Bepaal de grootte van je assenstelsel via de grootste waarde
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk
Paragraaf 3-3 Grafieken aflezen
Opgave 16, 17, 18
Paragraaf 3-4 Grafieken tekenen
Opgave 21, 22
Slide 21 - Tekstslide
Volgende slides zijn
voor extra uitleg / herhaling
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Zet op de juiste plek
Oorsprong
Sleep dit Icoon naar de oorsprong
(4,6)
Verticale as
(3,5;1,5)
Slide 24 - Sleepvraag
Is dit een Coördinaat? (3,5;2,5) Zo ja, wat weet je hiervan
Coördinaten is een slimme notatie van getalen waarbij je makkelijk kan aflezen waar een punt zich begeeft op een grafiek of kaart.
Je zet Coördinaten altijd tussen haakjes!
Slide 28 - Tekstslide
Coördinaten
Een coördinaat is bijvoorbeeld (1,2). Om dit coördinaat op een assen-stelsel te tekenen ga je het eerste getal (1) aantal hokjes naar rechts en dan na de komma (,) het tweede getal (2) aantal hokjes naar boven
Beginpunt
Je begint altijd bij (0,0). Dit zijn de twee kruissende lijnen van je horizontale en verticale as
Ezelsbruggetje!
Je zoekt eerst het juiste gebouw (horizontaal) en stapt dan in de lift naar boven (verticaal)
Slide 29 - Tekstslide
Welke Coördinaten hebben punt A, B, C, D?
x - as
Dit is de horizontale as. Deze gaat altijd van links naar rechts
(0,0)
Het Coördinaat (0,0) is een bijzonder Coördinaat. Deze bevind zich namelijk op de plekken waar de horizontale en verticale as elkaar kruissen. Je gaat immers 0 naar rechts en 0 naar boven.
Deze locatie noem je de oorsprong
y- as
Dit is de verticale as. Deze gaat altijd van onder naar boven
Assenstelsel
Hiernaast zie je een assenstelsel. Een assenstelsel heeft altijd een horizontale en een verticale as.
Op de assen staan altijd getallen
Roosterpunten
Een plek waar de getallen van een assenstelsel mooi samen vallen noem je roosterpunten. Dit is altijd bij hele getallen. Soms zitten coördinaten mooi op roosterpunten maar soms ook niet.
(4,3)
Dit is het Coördinaat (4,3). Om dit Coördinaat te vinden ga je 4 stappen vanuit (0,0) naar rechts en drie stappen omhoog.
Slide 30 - Tekstslide
Grafiek tekenen
Voordat je een grafiek tekent moet je eerst leren hoe je een assenstelsel op de juiste manier maakt. Pas daarna kan je de getallen invoegen om een grafiek te maken.