7.4D - Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord
Je leert:
- hoe je een bijvoeglijk naamwoord maakt
- wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is
- van een vd een bnw maken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijk naamwoord
Je leert:
- hoe je een bijvoeglijk naamwoord maakt
- wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is
- van een vd een bnw maken

Slide 1 - Tekstslide

woordsoorten
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

lidwoord
hoort bij een znw (de, het, een)
bepaald: de -> mannelijk/vrouwelijk
het -> onzijdig
onbepaald: een

 

Slide 3 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord
planten, mensen, dieren, dingen (concreet)
liefde (abstract)
Herkenbaar: 
- er kan (meestal) een lidwoord voor
- je kunt het (meestal) in het meervoud zetten (niet: geluk, goud, niet in ev: onkosten)
- eigennamen zijn ook znw (Frits, maar ook Nederland)

 

Slide 4 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over het znw: 
mooi, lelijk, groot, ijzeren

Herkenbaar: 
- staat meestal voor een znw (en dan samen in een zinsdeel
- soms staat het niet voor een znw: Die fiets is mooi. (mooi = bnw)

Slide 5 - Tekstslide

stoffelijk bnw 
-eindigt (meestal) op -en

een tafel van hout = een houten tafel

Uitzondering: woorden overgenomen uit een andere taal en relatief nieuwe stoffen:  en acryl kledingstuk. een aluminium velg

Slide 6 - Tekstslide

bnw van volt. dw
Je kunt van een volt dw een bnw maken.
Kijk naar hoe het volt.dw eruitziet.
Eindigt het op t/d -> zoals normaal, zie volgende slide
Eindigt het op "en" -> zo laten 

Slide 7 - Tekstslide

bnw - mooi
bepaald lidwoord
zelfstandig naamwoord
onbepaald lidwoord
de
school
een
het
huis
een

Slide 8 - Tekstslide

bnw - mooi
bep lw
bnw
znw
onbep lw
bnw
de
mooie
school
een
mooie
het
mooie
huis
een
mooi

Slide 9 - Tekstslide

bnw - hoe?
bep lw
bnw
znw
onbep lw
bnw
de
+e
school
een
+e
het
+e
huis
een
-

Slide 10 - Tekstslide

Het ... kopje was al erg oud.
breken
A
gebroke
B
gebroken
C
gebrookken
D
gebreekte

Slide 11 - Quizvraag

breken
Het ... kopje was al erg oud.
voltooid deelwoord van breken? 
Het kopje is gebroken.
vd: eindigt op "en", dus zo laten.
Het gebroken kopje was al erg oud.

Slide 12 - Tekstslide

De ... deur bleef nog lang nat.
verven
A
geverfte
B
geverfde
C
geverven
D
geverfden

Slide 13 - Quizvraag

verven
De ... deur bleef nog lang nat. 
vd: verven -> De deur is geverfd.
eindigt op t/d , en bepaald lidwoord-> +e
De geverfde deur bleef nog lang nat.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin:
De rode auto staat in de straat.
A
de
B
auto
C
rode
D
straat

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin:
Ik loop door de lange straat.
A
de
B
ik
C
straat
D
lange

Slide 16 - Quizvraag

De zilveren kandelaars stonden op tafel.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

De nagekeke opdracht was niet juist.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

verliezen
Het ... geld kon hij niet missen.

Slide 19 - Open vraag

opladen
De ... iPad ging de hele dag mee.

Slide 20 - Open vraag

Je leerde
 hoe je een bijvoeglijk naamwoord maakt
- wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is
- van een vd een bnw maken.

Maak nu 7.4D en E

Slide 21 - Tekstslide