Mundo herhaling blok 1
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hout als brandstof raakte in 1500 op. Welke brandstof gebruikten mensen daarom in Nederland de middeleeuwen?
A
Steenkool
B
Turf
C
Veen
D
Riet
Slide 2 - Quizvraag
In Engeland waren weinig moerassen en dus geen turf. Welke brandstof gebruikten zij?
A
Steenkool
B
Riet
C
Veen
D
Ijzererts
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heten de lange stroken land tussen de sloten waar veen uit werd opgehaald?
A
Droogakkers
B
Veenstroken
C
Turfstroken
D
Legakkers
Slide 4 - Quizvraag
Op sommige plekken sloeg de wind de legakkers stuk. Wat was het gevolg?
A
Het gebied werd te ondiep.
B
Er ontstonden grote plassen.
C
Het veen werd onbruikbaar.
Slide 5 - Quizvraag
Welke uitspraak over de grote plassen is juist (meerdere antwoorden mogelijk).
A
Tegenwoordig zijn ze van waarde voor watersporters.
B
Vroeger waren ze van waarde, omdat producten over de plassen vervoerd konden worden.
C
Vroeger hadden ze geen waarde meer, omdat ze niet voor landbouw gebruikt konden worden.
D
Ze waren vroeger gevaarlijk, omdat het aangrenzende land kon overstromen.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is huisnijverheid?
A
Mensen werken niet en zijn thuis om voor de kinderen te zorgen.
B
Mensen die thuis met machines werken.
C
Mensen bouwen hun eigen huizen.
D
Mensen maken thuis producten en verkopen deze.
Slide 7 - Quizvraag
Welke term hoort bij: De reden voor een bedrijf om zich op een bepaalde plek te vestigen?
Slide 8 - Open vraag
Waarom en hoe ontstonden fabrieken?
Slide 9 - Open vraag
Welke term wordt gebruikt voor de snelle veranderingen en ontwikkelingen in de 18e eeuw?
Slide 10 - Open vraag
Leg uit hoe een stoommachine werkt.
Slide 11 - Open vraag
Waar begon de industriële revolutie?
Slide 12 - Open vraag
Waar haalden de Engelsen grondstoffen zoals rubber en katoen vandaan?
A
Het noorden van Engeland.
B
Azië
C
Noord-Amerika
D
Koloniën
Slide 13 - Quizvraag
Koloniën werden gebruikt voor het ophalen van grondstoffen. Waarvoor nog meer?
Slide 14 - Open vraag
Leg uit wat het modern imperialisme is.
Slide 15 - Open vraag
Waar of niet waar? Congo is een rijk land door de kobaltmijnen.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Wat was de voornaamste reden dat in Nederland de industriële revolutie laat opgang kwam?
A
Veel werd door windmolens gedaan.
B
In Nederland was maar weinig steenkool.
C
Nederlands was vooral een landbouw land.
D
Nederland was vooral een handelsland.
Slide 17 - Quizvraag
Leg uit waarom steenkool vervangen werd door andere energiebronnen?
Slide 18 - Open vraag
Welke nieuwe energiebronnen werden ingezet? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Aardolie
B
Zonlicht
C
Aardgas
D
Windkracht
Slide 19 - Quizvraag
Hoe noem je een bewerkte grondstof, die nog verder verwerkt moet worden tot een eindproduct? (Zoals aardolie de grondstof is voor plastic, waarvan speelgoed wordt gemaakt.)
Slide 20 - Open vraag
Hoe wordt de weg die grondstoffen afleggen tot een eindproduct genoemd?
