3K Vragen

Vragen H2 Bewegen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vragen H2 Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Vragen uit LessonUp klas 1.
Wat is het langste bot in je lichaam?
A
opperarmbeen
B
dijbeen
C
kuitbeen
D
scheenbeen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er uit dit bot
verdwenen?
A
Kalk
B
Lijmstof
C
Geen van deze stoffen
D
Beide stoffen zijn eruit

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er uit dit bot
verdwenen?
A
Kalk
B
Lijmstof
C
Geen van deze stoffen
D
Beide stoffen zijn eruit

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de botten van oudere
mensen zit...?
A
Veel lijmstof
B
Veel kalk
C
Weinig lijmstof
D
Weinig kalk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft het meeste lijmstof?
A
Ouderen
B
Volwassenen
C
Tieners
D
Baby's

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de vorm die de wervelkolom van mensen heeft?
A
de dubbele S-vorm
B
de L-vorm
C
de heuvel-vorm
D
de kraakbeenvorm

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het onderste botje van de wervelkolom?
A
Lendenbotje
B
Borstbotje
C
Staartbeen
D
Heiligbeen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekken
Borstkas
Borstwervels
Halswervels
Handwortelbeentjes
Heiligbeen
Lendenwervels
Middenhandsbeentjes
Middenvoetsbeentjes
Schedel
Staartbeen
Teenkootjes
Vingerkootjes
Voetwortelbeentjes
Wervelkolom

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergroeid
Naadverbinding
Kraakbeen
Gewricht
Geen beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Veel beweging

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

_________
Gewrichtsband
Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer
Kraakbeen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

gewricht
kraakbeen
naad-verbinding
vergroeiing

Slide 12 - Sleepvraag

Opdracht 5
Hoe heten de beenverbindingen in je hand?
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbindingen
D
Vergroeid

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 6
Tel hoeveel gewrichten je hebt in de vingers en duim van één hand.
Hoeveel tel jij er?
A
9
B
10
C
14
D
15

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweeg je vingers op alle mogelijke manieren. Beweeg daarna je duim. Welke beweging kan een duim veel beter maken dan je vingers?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door deze draaibeweging kan je iets heel goed met je handen. Met je voeten kan je dat veel minder goed. Wat kunnen je handen wel heel goed?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Romy heeft een zeldzame ziekte. De ribben zijn niet met kraakbeen verbonden aan het borstbeen maar met bot. Wat kan Romy moeilijker dan mensen die deze ziekte niet hebben?
A
Ademhalen
B
Fitnessen
C
Hardlopen
D
Zwemmen

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht 7
Romy heeft een zeldzame ziekte, hierdoor zijn haar ribben zijn aan het borstbeen verbonden met bot. Leg uit waarom Romy moeilijker kan ademhalen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf de onderstaande beweging.
Welk type gewricht zorgt voor deze beweging.
Je knie buigen en strekken:
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Zijn allemaal goed.

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht 13
Welke botten zijn onderdeel van de gewrichten voor onderstaande bewegingen?
Je knie buigen en strekken:
A
Dijbeen en heupbeen
B
Dijbeen en kuitbeen
C
Dijbeen en scheenbeen
D
Dijbeen, knieschijf en scheenbeen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf de onderstaande beweging.
Welk type gewricht zorgt voor deze beweging.
Met je been heen en weer zwaaien:
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Zijn allemaal goed.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke botten zijn onderdeel van de gewrichten voor onderstaande bewegingen?
Je been naar voren en naar achteren zwaaien
A
Dijbeen en heupbeen
B
Dijbeen en kuitbeen
C
Dijbeen en scheenbeen
D
Dijbeen, knieschijf en scheenbeen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewricht
Kraakbeen
Naad-verbinding
Vergroeid

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staartwervels
Heiligbeen
Lendenwervels
Ribben
Borstwervels
Halswervels
Schedel
Bovenkaak
Onderkaak
Schouderblad
Opperarmbeen
Ellepijp
Spaakbeen
Handwortelbeentjes
Middenhandsbeentjes
Teenkootjes
Scheenbeen
Kuitbeen
Knieschijf
Dijbeen
Heupbeen

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kogel-gewricht
Rolgewricht
Scharnier-gewricht
Gewricht
Kraakbeen
Naad-verbinding
Vergroeid

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spiervezel
Pees
Spier
Spiervezelbundel
Bot

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een beschadiging aan een bot, gewricht of spieren noemen we een:
(kies het beste antwoord)
A
blessure
B
overbelasting
C
spierpijn
D
zweepslag

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een blessure krijgt door te lang achter elkaar dezelfde beweging te maken, noemen we dat:
A
een domme actie
B
overbelasting
C
spierpijn
D
zweepslag

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom is, noemen we dat:
A
ontwrichting
B
verstuiking
C
verzwikking
D
zweepslag

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de gewrichtsbanden
(en gewrichtskapsel) te ver zijn uitgerekt, komt dat door een:
A
ontwrichting
B
verstuiking
C
verzwikking
D
alle antwoorden zijn goed.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de afvalstoffen achterblijven
in je spieren, dan krijg je:
A
spierpijn
B
spierkneuzing
C
spierkramp
D
spierscheuring

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als door de klap
spiervezels en bloedvaatjes
kapot zijn dan heb je een:
A
spierpijn
B
spierkneuzing
C
spierkramp
D
spierscheuring

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies