spelling groep 7 week 21 A

Spelling


persoonsvormen in de tegenwoordige tijd
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling


persoonsvormen in de tegenwoordige tijd

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van ww-spelling in de tegenwoordige tijd?

Slide 2 - Open vraag

t.t.
Onze buurman (melden)... de brand bij de brandweer
A
melt
B
meldt
C
melden
D
meldd

Slide 3 - Quizvraag

tt.
Gerrit kleden... zich altijd keurig.
A
kleed
B
kleedt
C
kleden
D
kleet

Slide 4 - Quizvraag

tt
(Eten)... jij wel eens spaghetti?
A
eet
B
eten
C
at
D
gegeten

Slide 5 - Quizvraag

tt
(Fietsen) jij nu met mij mee?
A
fietsen
B
fietst
C
fiets
D
fietste

Slide 6 - Quizvraag

tt
Onze juf (heten) alle kinderen welkom.
A
heette
B
heed
C
geheten
D
heet

Slide 7 - Quizvraag

t.t.
Jij (snijden).. het vlees!
A
snijd
B
snijdt
C
snijt
D
gesneden

Slide 8 - Quizvraag

tt
Ik (raden)... nu al voor de vierde keer naar het getal
A
raad
B
raadt
C
raat
D
raadde

Slide 9 - Quizvraag

t.t.
(Geloven)... jij dat hij nog komt?
A
gelof
B
geloov
C
gelooft
D
geloof

Slide 10 - Quizvraag

KLAAR!!

Slide 11 - Tekstslide