Doelgroepen

Cognitieve ontwikkeling
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Cognitieve ontwikkeling

Slide 1 - Woordweb

Cognitieve ontwikkeling
Het geheugen: onthouden en weer herinneren van info
De cognitie: hoe je waarneemt, denkt, redeneert en begrijpt
De aandacht: controle over waar je op let en je concetratie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hersengebieden
Ieder zijn eigen taak
Patroonherkenning: Door patronen te herkennen, kunnen we voorspellen en verwachten wat er gaat komen.
Associaties: Als je associeert, leg je een verband tussen nieuwe en ouder informatie.

Slide 6 - Tekstslide

Tabula rasa: onbeschreven blad
Weleens gehoord van Nature-Nurture discussie?

Het nature-nurture-debat (aanleg-opvoeding-debat) is de discussie omtrent de oorsprong van de eigenschappen van een individu. In deze discussie bestaan meerdere standpunten, die variëren tussen twee extremen:
Nature: alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, bijvoorbeeld het genetisch materiaal.
Nurture: alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, voornamelijk door de leefomgeving.

Slide 7 - Tekstslide

Genen
Genen zijn erfelijke eigenschappen die je bij de geboorte hebt meegekregen.
Deze genen zitten in iedere cel van je lichaam zoals de lade van een apothekerskast.
Verschillende lades: Een lade voor de kleur van je ogen, voor de lengte van je lichaam etc.
Rood haar en sproeten zijn vaak erfelijk bepaald.

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkeling brein
Het brein ontwikkelt zich een leven lang.
De zintuigen ontwikkelen zich het eerst, daarna taal en motoriek.
Uiteindelijk gaan deze gebieden samenwerken en kan een kind complexe vaardigheden aan.
Elk gebied ontwikkelt zich als de hersenen daar aan toe zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe leren jonge kinderen?
Kies speelgoed dat past bij de ontwikkeling van een kind (zone van de naaste ontwikkeling)
0-2 jaar: sensomotorische fase (Piaget): ontdekken door sabbelen.
Baby kan gelaatsuitdrukkingen imiteren.
4-8 maanden: ontdekt dat omgeving op hem/haar reageert (actie-reactie).
8-12 maanden: voorspellen en experimenteren.

Slide 10 - Tekstslide

Dreumes experimenteert
12-18 maanden:
Leert hierdoor problemen op te lossen..
Door ervaringen opdoen steeds wijzer
Na-apen is favoriete bezigheid.
18 – 24 maanden:
Mentale representatie: Inbeelden en nadenken! De dreumes kan vooraf voorstelling van situatie maken in het hoofd. Hij weet wat er komen gaat, kan de situatie voorspellen.
Imiteren blijft nog steeds belangrijk / leuk.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Denken
Animistisch denken: denken dat voorwerpen 'levend' zijn, gevoelens en wensen hebben.
Magisch denken: fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

Centratie en Conservatie
Centratie: focus op 1 ding, kind ziet maar 1 kant van het probleem. 
Conservatie: Term uit de theorie van Piaget. Het gaat om het begrip in de kindontwikkeling waarbij het wel of niet in staat is kwantiteiten bij objecten juist in te schatten.

Slide 14 - Tekstslide

6-10 jaar
Complexe verhalen / teksten zijn leerzaam en gewild: zone van naaste ontwikkeling!
In ontwikkeling: minder impulsief handelen, eerst denken en dan pas doen (psychische operatie).
Uitdaging: oplossing voor eenvoudig probleem bedenken
Preoperationele fase concreet operationele fase (van wie is dit ook alweer?).
Magisch denken en naïviteit nemen af.
Reflecteren is in de beginfase.
Hoofdrekenen: gebruik geheugen neemt toe.

Slide 15 - Tekstslide

Logisch denken 10-12 jaar
GA NAAR: https://www.123test.nl/redeneren/
Zelfstandig kennis opdoen, zelf de boeken induiken
Abstract denken lukt steeds beter
Reflecteren is in ontwikkeling.
Leerzaam: discussies voeren

Slide 16 - Tekstslide

Probleem oplossend 13-20 jaar
Actief oplossen van problemen
Strategieën bedenken.
Abstract denken: abstracte begrippen (filosoferen: het leven/de waarheid)
Langetermijngeheugen in gebruik.
Formeel operationale fase van …?. (waarom bereikt niet iedereen deze fase?)
Chronisch slaaptekort.

Slide 17 - Tekstslide

Creatief denken
Creatief denken stimuleert de aanmaak van nieuwe verbindingen in de hersenen
Creatief denken stimuleren is niet gelijk aan de fantasiewereld prikkelen. ‘Teken een niet bestaand dier’ prikkelt de fantasie, maar leidt niet tot creatief denken ofwel problemen leren oplossen.
Creatief denken stimuleer je door kinderen een oplossing te laten zoeken voor een ‘probleem’. Een onderzoek te laten doen naar iets.

Slide 18 - Tekstslide

Vragen
Wat stimuleert het creatief denken?
In welke fase van Piaget zit het probleem oplossend denken?
Wat is in ontwikkeling bij het logisch denken 10-12j?
Wat neemt af bij 6 tot 10 jarige?


Slide 19 - Tekstslide

Vragen
Wat is mentale representatie bij dreumesen?
Wat kan een baby imiteren?
Waar is het brein van jonge kinderen gevoeliger voor?
Hoe lang ontwikkelt het brein zich?
Wat zijn genen?
Wat is associatie?
Wat wordt er bedoeld met de cognitieve ontwikkeling?

Slide 20 - Tekstslide

Welke onderwerpen herhalen of verdiepen?

Slide 21 - Woordweb