IBO 12 - Deel 1

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
  • Check-in
  • Resultatenoverzicht
  • Vlogs
  • 12: Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Afsluitende beroepsopdracht
  • Leskaart 12.1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat ie?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe serveer je een gerecht?
A
Aan de linkerkant van de gast
B
Aan de rechterkant van de gast
C
Aan de dichtstbijzijnde gast
D
Dit maakt niet uit

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een cappuccino bestaat uit één deel espresso, één deel gestoomde melk en één deel melkschuim.
De latte macchiato wordt precies op tegenovergestelde wijze gemaakt dan een cappuccino. Je begint namelijk met melk en melkschuim in een glas en voegt vervolgens de espresso hieraan toe. Hierdoor ontstaan mooie lagen in het glas.
Koffie is een drank die gemaakt wordt van water en koffiebonen.
Latte Macchiato
Cappucino
Koffie

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkprocessen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van beroepsopdracht 12 leer je...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie of bij particulieren ter ondersteuning van werken en wonen.

Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen.
Je richt je op de behoeften en verwachtingen van de "klant" en volgt instructies en procedures op. Deze beroepsopdracht gaat vooral over de ondersteunende taken die horen bij zorgend werk. Dit kan werk zijn bij iemand thuis, maar ook bij een instelling.
Zorgend werk kunnen we verdelen in ADL en HDL. Hier leer je meer over in deze beroepsopdracht.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van beroepsopdracht V12 leer ik...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie of bij particulieren ter ondersteuning van werken en wonen.


Je werkt met verschillende doelgroepen. Niet iedere doelgroep heeft dezelfde ondersteuning nodig. Dat is afhankelijk van de onderliggende aandoeningen. Je communicatie stem je ook af op je doelgroep. In deze beroepsopdracht leer je meer over veel voorkomende onderliggende aandoeningen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 12 - Tekstslide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Aan het einde van deze les...

  • Ik weet wat het begrip ADL betekent;
  • Ik kan voorbeelden van ADL-taken benoemen;
  • Ik weet wat het begrip HDL betekent;
  • Ik kan voorbeelden van HDL benoemen. 


Slide 13 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Aan het einde van deze les...


  • Ik weet wat dementie is;
  • Ik kan assisteren bij het aantrekken van een jas bij een cliënt met een beperking; 
  • Ik ken verschillende hulpmiddelen en weet waarvoor ze gebruikt worden;
  • Ik hou rekening met de behoeften van mijn clienten;
  • Ik hou rekening met de beperking van mijn clienten.

Slide 14 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
B-studenten:
Maak leskaart 12.1

Maak opdrachten 1 tot en met 4

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leskaart V 12.5 Ondersteunende ADL taken
In leskaart B12.1 heb je geleerd wat ADL taken zijn. Mensen die niet hulpbehoevend zijn, hebben meestal geen ondersteuning nodig bij ADL. Als mensen wel hulpbehoevend zijn, kun je ze helpen hierbij. Je zult dan zelf ook eerst moeten oefenen daarin. Je moet weten hoe je om moet gaan met lichamelijke beperkingen bij cliënten. Als je client bijvoorbeeld niet goed meer kan lopen, pas je jouw tempo aan als je client achter je aan loopt. Ouderen hebben vaker last van lichamelijke beperkingen in vergelijking met jongeren. Ouderen zijn dus vaker hulpbehoevend in vergelijking met jongeren.
Zij hebben bijvoorbeeld vaker problemen met:
- Zien            - Horen                - Bewegen

Ook dementie is iets wat vaker voorkomt bij ouderen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al
over dementie?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Jas aantrekken
Je kunt collega's assisteren bij het aankleden van zorgvragers. Je assisteert bij het aan- en uittrekken van een pyjama of jas bijvoorbeeld. Sommige zorgvragers hebben een goede en minder goede arm, bijvoorbeeld door verlamming. Bij het aankleden van een jas begin je met de 'minder goede' arm. Bij het uitkleden begin je met de 'goede' arm. Maak tijdens het aankleden een praatje. Stimuleer de zorgvrager om zoveel mogelijk zelf te doen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht
Oefen in tweetallen met het helpen bij het aandoen van een Jas. 
De student die de cliënt speelt, heeft één arm die niet goed functioneert.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADL
Algemeen Dagelijkse levensverrichtingen (ADL) zijn handelingen die mensen in het dagelijkse leven verrichten. De mate waarin een bewoner of cliënt van een zorginstelling deze activiteiten zelf kan uitvoeren, geeft zijn/haar zelfredzaamheid aan.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden ADL
Eten & drinken
In en uit bed komen
Aan- en uitkleden
In een stoel gaan zitten en weer opstaan
Praten
Horen
Bewegen en lopen
Naar het toilet gaan
Ontspannen (wandelen, fietsen)
Zinvolle activiteit (zoals hobby’s of dagbesteding)
Het onderhouden van sociale contacten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HDL
HDL staat voor ‘Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen’, dus koken, wassen, strijken, poetsen etc. Allerlei bezigheden in huis die vanzelfsprekend zijn, tenzij je ze zelf niet (meer) kan uitvoeren vanwege ziekte of een lichamelijke beperking.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ADL
Bij het ondersteunen van mensen bij ADL- taken is communicatie heel erg belangrijk. Je moet weten wat je moet doen. Als de instructie niet duidelijk is, dan vraag je om meer duidelijkheid. Zo weet je precies wat je moet doen. Je maakt ook een praatje tussendoor met je cliënt. 


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:
Maak leskaart 12.1;

Maak opdrachten 5 tot en met 7;
 
Maak de woordenlijst.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V-studenten
Maak de opdrachten 48 tot en met 51.
Vul de woordenlijst in.

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht ADL/HDL
Werk samen in een groepje. Jullie krijgen een groot vel papier. Hierop gaan jullie het volgende overzichtelijk weergeven:
  • Wat betekent ADL?
  • Noem 7 voorbeelden van ADL
  • Onderstreep de voorbeelden van ADL waar jij anderen mee zou kunnen helpen
  • Wat betekent HDL?
  • Noem 7 voorbeelden van HDL
  • Onderstreep de voorbeelden van HDL waar jij anderen mee zou kunnen helpen
timer
0:30

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies