Tekst 31 Scipio Deel 2

31. Scipio
vragen en vertaling van de tekst
2e helft, regel 14 tot einde.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

31. Scipio
vragen en vertaling van de tekst
2e helft, regel 14 tot einde.

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
  • Ga weer precies zo te werk als bij het eerste deel.
  • Gebruik de tekst op je iPad en je schrijfboekje.
  • Sommige vragen zullen door je docent worden nagekeken.
  • Begin een zin altijd met een hoofdletter en eindig met een punt.
  • schrijf losse woorden zonder punt erachter.
  • Veel succes!

Slide 2 - Tekstslide

Dixit dux Punicus: ‘Ego sum Hannibal, quem cives Romani plus omnibus ceteris hostibus timent.
Wat is het antecedent van "quem"?

Slide 3 - Open vraag

Dixit dux Punicus: ‘Ego sum Hannibal, quem cives Romani plus omnibus ceteris hostibus timent.
Wat is de naamval van omnibus ceteris hostibus?
A
dativus
B
accusativus
C
ablativus
D
genitivus

Slide 4 - Quizvraag

A me frequenter in proeliis victi estis.
Vertaal dit zinnetje

Slide 5 - Open vraag

A me Roma ipsa paene expugnata est. Italiae in solo a duce nullo superatus sum.
Welk woord geeft aan dat Hannibal net niet gewonnen heeft?
A
paene
B
expugnata
C
superatus
D
nullo

Slide 6 - Quizvraag

A me Roma ipsa paene expugnata est. Italiae in solo a duce nullo superatus sum.
Expugnata hoort bij Roma
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Nunc senex sum. Pacem malo quam bellum.
Vertaal deze twee zinnetjes.

Slide 8 - Open vraag

Tu es iuvenis. Hodie es, sicut ego fui, cum victorias referre incepi.
Scipio is ouder dan Hannibal.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Et tu certe victorias referre vis, et tu certe propter tuam virtutem laudem merere vis.
Wat wil Scipio verdienen?
A
virtutem
B
propter
C
laudem
D
victorias

Slide 10 - Quizvraag

Et tu certe victorias referre vis, et tu certe propter tuam virtutem laudem merere vis.
Benoem "vis".
A
2.ev.prae.
B
nom.ev.v.
C
1.ev.prf.
D
gen.ev.v.

Slide 11 - Quizvraag

Et tu certe victorias referre vis, et tu certe propter tuam virtutem laudem merere vis.
Vertaal deze zin.

Slide 12 - Open vraag

Et tu certe victorias referre vis, et tu certe propter tuam virtutem laudem merere vis.
Leg de naamval van "tuam virtutem" uit.
A
vanwege propter
B
lijdend voorwerp

Slide 13 - Quizvraag

Disce autem a me victorias in proeliis breves esse, sed pacem esse perpetuam.
Wat moet je volgens Hannibal nastreven?
A
victorias
B
proelia
C
pacem
D
perpetuam

Slide 14 - Quizvraag

Perpetuam laudem ergo merebis, si pacem feceris cum me, hoste perpetuo Romae.’
Wat is de naamval van 'hoste perpetuo".
A
nominativus
B
accusativus
C
dativus
D
ablativus

Slide 15 - Quizvraag

Perpetuam laudem ergo merebis, si pacem feceris cum me, hoste perpetuo Romae.’
Vertaal heel precies: "si pacem feceris cum me"

Slide 16 - Open vraag

Scipio respondit: ‘Vero a te didici victorias in proeliis breves esse.
Hierin zit een a.c.i., schrijf de a. en de i. op.

Slide 17 - Open vraag

Tum demum bellum finitum erit, cum victoria relata erit in proelio ultimo.’
Vertaal deze passage. Je docent kijkt het na.

Slide 18 - Open vraag