18.4

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

RNA inzetten bij regulering eiwitten
RNA (in V4 en V6) als:
1.  Transcriptie van DNA - boodschapper (mRNA)
2. Translatie bij ribosoom – (tRNA)
3. Onderdeel van ribosoom – (rRNA)

Nieuw: 
4) miRNA
5) siRINA
6) gRNA 

Slide 3 - Tekstslide

RNA interferentie
methode om genen uit te schakelen 

Slide 4 - Tekstslide

RNA interferentie
Verschil mi RNA en si RNA qua oorsprong
Het proces van RNA-interferentie (RNAi) kan worden gemodereerd door siRNA of miRNA, en er zijn subtiele verschillen tussen de twee. Beide worden in de cel verwerkt door het enzym Dicer en opgenomen in het complexe RISC.

siRNA wordt beschouwd als exogeen dubbelstrengs RNA dat wordt opgenomen door cellen. Met andere woorden, het komt binnen via vectoren , zoals virussen

miRNA is enkelstrengs. en het is afkomstig van endogeen niet-coderend RNA, wat betekent dat het in de cel wordt gemaakt. Dit RNA wordt gevonden in de introns van grotere RNA-moleculen.

Slide 5 - Tekstslide

RNA interferentie
Overeenkomst in effect!
siRNA en miRNA kunnen beide een rol spelen in epigenetica via een proces dat RNA-geïnduceerde transcriptionele silencing (RITS) wordt genoemd. Epigenetica is de studie van erfelijke genetische informatie waarin de nucleotidesequentie van DNA niet wordt veranderd maar zich manifesteert als chemische kenmerken. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Crispr-Cas: Het CRISPR/Cas systeem is eigenlijk niet meer dan het immuunsysteem van bacteriën!
Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats, afgekort CRISPR. CRISPR’s zijn korte segmenten van herhaalde codes in het DNA van bacteriën die oorspronkelijk ontdekt werden in 1987 door Japanse wetenschappers. Deze regio bevat dus een verzameling van stukjes van alle vreemd DNA waar de bacterie al mee in contact is gekomen en kan aangewend worden om later infectie met diezelfde virussen snel te herkennen en onschadelijk te maken.
Deze herhalende DNA-patronen spelen een rol in het immuunsysteem van bacteriën, ze vormen gids DNA voor de zogeheten Cas9-enzymen en gespecialiseerde RNA-moleculen. Hierbij dienen de enzymen als een soort schaar en de RNA-moleculen die uit het gids DNA ontstaan als een soort biologische navigatiesysteem.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

gRNA in bacteriën
Transcriptie van CRISPR-locus leidt tot guideRNA --> er ontstaan enzymen die virus-DNA (faag) vernietigen

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveelheid eiwit regelen
  1. Je breekt gemaakte eiwitten af
  2. Je blokkeert eigen mRNA zodat er geen nieuwe eiwitten meer gemaakt kunnen worden (RNA interferentie)
  3. Je blokkeert virus RNA om te voorkomen dat virus eiwitten worden gemaakt



Slide 20 - Tekstslide

Hoeveelheid eiwit regelen
  1. Je breekt gemaakte eiwitten af


Slide 21 - Tekstslide

Eiwit afvalverwerking

Slide 22 - Tekstslide

Eiwit afvalverwerking
Proteasoom: eiwitcomplex dat eiwitmoleculen vernietigt.

Ubiquitine wordt (door enzymen) aan eiwitten gekoppeld die vernietigd moeten worden. Dit wordt herkend door het proteasoom: het eiwit wordt afgebroken en ubiquitine komt weer vrij. Kost energie.

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveelheid eiwit regelen

  1. Je blokkeert eigen mRNA zodat er geen nieuwe eiwitten meer gemaakt kunnen worden (RNA interferentie)



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

RNA interferentie
RNA interferentie is het proces in een cel waarbij kleine stukjes RNA binden aan een mRNA molecuul waardoor translatie niet meer mogelijk is (Ribosoom kan niet meer binden) en het mRNA molecuul kan worden afgebroken.



Slide 26 - Tekstslide

Remming en afbraak mRNA
Het is belangrijk dat mRNA in een cel na gebruik wordt geremd en afgebroken zodat de cel niet eindeloos hetzelfde eiwit blijft maken (ook nadat het gen al is uitgezet).

Dit gebeurt met behulp van miRNA (micro RNA)

Slide 27 - Tekstslide

miRNA
1. Primair mi-RNA (microRNA)
wordt gemaakt in de celkern
(transciptie)

Slide 28 - Tekstslide

miRNA
2. miRNA heeft palindroom delen
die er voor zorgen dat er een
haarspeld vorm ontstaat

*palindroom: zoals redder,
  lepel, pup etc. 

Slide 29 - Tekstslide

miRNA
2. miRNA heeft palindroom delen
die er voor zorgen dat er een
haarspeld vorm ontstaat

Slide 30 - Tekstslide

miRNA
3. miRNA verlaat de celkern

Slide 31 - Tekstslide

miRNA
4. Dicer knipt het primair miRNA in
stukjes ds miRNA

Dicer is een knip enzym dat 
dsRNA kan knippen

*ds=dubbelstrengs RNA

Slide 32 - Tekstslide

miRNA
5. Helicase verbreekt dsRNA in
ssRNA

dsRNA = double stranded RNA
ssRNA = single stranded RNA

Slide 33 - Tekstslide

miRNA
6. Enkelstrengs miRNA bindt 
aan RISC eiwit

(RISC: RNA-induced 
silencing complex)

Slide 34 - Tekstslide

miRNA
7. Bij binding van het miRNA
aan mRNA knipt het RISC
eiwit het mRNA -> inactief 

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveelheid eiwit regelen


  1. Je blokkeert virus RNA zodat er geen virus eiwitten meer gemaakt kunnen worden (RNA interferentie)



Slide 36 - Tekstslide

Remming en afbraak virus RNA
Het is belangrijk dat virus RNA wordt geremd en afgebroken zodat het maken van nieuwe virus-deeltjes stopt en de infectie onder controle kan worden gebracht.

Dit gebeurt met behulp van siRNA (small interfering RNA)

Slide 37 - Tekstslide

siRNA
1. Cel wordt geinfecteerd door
een RNA virus (ss of ds)

Slide 38 - Tekstslide

siRNA
2. (ss RNA wordt ds RNA)

Slide 39 - Tekstslide

siRNA
3. De cel bemerkt de aanwezig-
heid van dsRNA en maakt 
enzym aan: dicer

Slide 40 - Tekstslide

siRNA
4. Dicer knipt het dsRNA in 
stukjes:
siRNA (small interfering RNA's)

Slide 41 - Tekstslide

siRNA
5. Helicase verbreekt dsRNA in
ssRNA

Slide 42 - Tekstslide

siRNA
6. Enkelstrengs siRNA bindt 
aan RISC eiwit

Slide 43 - Tekstslide

siRNA
7. Bij binding van het siRNA
aan virusRNA knipt het RISC
eiwit het virus RNA -> inactief 

Slide 44 - Tekstslide

Doel 18.4-1
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel eiwitten opruimt.
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel overbodig mRNA vindt en afbreekt.
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel ongewenst virus RNA vindt en afbreekt.


Slide 45 - Tekstslide

huiswerk 18.4
1,3,4,5,6,7,8,10

Slide 46 - Tekstslide