VEI M4 9.6 Ontkieming, groei en ontwikkeling 2023

Biologie week 39 2023
Welkom, fijn dat jullie er zijn!!!!

  • Ga rustig op je plek zitten.

  • Boek, schrift, pen en laptop (dicht) klaarleggen op je tafel.
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Biologie week 39 2023
Welkom, fijn dat jullie er zijn!!!!

  • Ga rustig op je plek zitten.

  • Boek, schrift, pen en laptop (dicht) klaarleggen op je tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Thema 9 
Planten

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk voor week 40
Basisstof 5 en 6, volgens planner, maken
Ook Test jezelf (online)

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik basisstof 5
Wat weet je nog?

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een windbloem?

Slide 5 - Open vraag

Windbloem
  • Kleine, groene kroonbladeren
  • Licht, glad stuifmeel
  • Veel stuifmeel in verhouding tot insectenbloem
  • Stamper en meeldraad buiten de bloem
  • Grote stamper  
  • Geen geur

Slide 6 - Tekstslide

Welke bloem maakt weinig stuifmeel?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 7 - Quizvraag

Een insectenbloem heeft heel veel stuifmeel. Zo'n bloem heeft meer stuifmeel dan een windbloem.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kunnen zaden van planten verspreid worden? (4 manieren)
  • Door de plant zelf
  • Door de wind
  • Door water
  • Door dieren/mensen

Slide 9 - Tekstslide

Door plant zelf
Verspreiding van zaden
door de plant zelf

Slide 10 - Tekstslide

Verspreiding van zaden door wind

Slide 11 - Tekstslide

Verspreiding van zaden door water

Slide 12 - Tekstslide

Verspreiding van zaden 
door vorming vruchtvlees
Verspreiding van zaden 
door haakjes aan de vrucht
Verspreiding door dieren

Slide 13 - Tekstslide

Insectenbloem
Windbloem
geen kroonbladeren
nectar
meeldraden in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel kleverig

Slide 14 - Sleepvraag

Basisstof 6: Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leerdoelen




  • Je kent de bouw van een zaadje.
  • Je kent de verschillende stadia van de levenscyclus van zaadplanten
  • Je herkent het verschil tussen eenjarige, tweejarige en meerjarige planten. 

Slide 17 - Tekstslide

Bouw van een zaad
  • Kiempje bestaat uit een worteltje, stengeltje en twee blaadjes

Slide 18 - Tekstslide

Ontkieming
  • Temperatuur en aanwezigheid van water en zuurstof
  • Van reservevoedsel naar fotosynthese

Slide 19 - Tekstslide

Celdeling, plasmagroei en celstrekking
  • Celstrekking -> lengtegroei
  • Celdeling -> diktegroei
  • Verandering in de bouw van de organen 

Slide 20 - Tekstslide

Levenscyclus van zaadplanten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

levenscyclus
  • Eenjarige planten: planten die  1 jaar leven. 

  • Tweejarige planten: zoals het voorbeeld hiernaast. Vormt in het tweede jaar pas zaden! 

  • Overblijvende planten: bloeien meerdere jaren 

Slide 24 - Tekstslide

Eenjarige plant
Tweejarige plant

Slide 25 - Tekstslide

Waar haalt een kiem in het begin zijn voedingsstoffen uit?
A
uit de grond
B
die maakt hij door fotosynthese
C
uit de zaadlobben
D
uit de bladeren

Slide 26 - Quizvraag

Ontkieming is NIET afhankelijk van
A
temperatuur
B
hoeveelheid water
C
hoeveelheid zuurstof
D
hoeveelheid zonlicht

Slide 27 - Quizvraag

Plant X ontkiemt in maart, maakt wortels, stengels en bladeren. In de winter vallen zijn bladeren af. In het voorjaar daarna maakt hij nieuwe bladeren, vruchten en zaden. Daarna sterft hij.
Plant X is een....
A
eenjarige
B
tweejarige
C
meerjarige
D
cactus

Slide 28 - Quizvraag

10

Slide 29 - Video

00:08
Hoe ontstaat een zaadje?
A
Dit kan zomaar gebeuren.
B
Doordat een eicel bevrucht is door een stuifmeelkorrel.
C
Wanneer er een eicel ontstaat.
D
Een stuifmeelkorrel wordt bevrucht door een eicel

Slide 30 - Quizvraag

00:10
Tot wat voor soort voortplanting hoort de vorming van een zaadje?
A
Geslachtelijk
B
Ongeslachtelijk

Slide 31 - Quizvraag

00:17
Welk gedeelte van het kiempje komt als eerst naar buiten?
A
Stengeltje
B
Bladeren
C
Worteltje
D
Bloempje

Slide 32 - Quizvraag

00:48
Wat is de functie van de wortelharen?
A
Zorgen voor een goed uiterlijk
B
Opnemen van water en mineralen
C
Opnemen van glucose
D
Hebben geen functie

Slide 33 - Quizvraag

00:50
Hoe worden deze stoffen vanuit de wortels naar de rest van de plant vervoerd?
via de ...
A
stengel
B
wortels
C
bastvaten
D
houtvaten

Slide 34 - Quizvraag

01:15
Waarom wordt er bladgroen gevormd?
A
Voor de fotosynthese
B
Voor de verbranding
C
Voor de assimilatie
D
Omdat veel planten groen zijn

Slide 35 - Quizvraag

01:16
Fotosynthese

                   +                      -->                       +
Verbranding

                   +                      -->                       +
______________________________________________________
Bij fotosynthese is dit nodig:
Bij verbranding ontstaat dit:
Koolstofdioxide
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zuurstof
Water
Water
Glucose
Glucose
licht
energie
energie
licht

Slide 36 - Sleepvraag

01:32
Wat gebeurt er met de zaadlobben?
A
Blijven als bladeren aan de stengel
B
Kunnen uitgroeien tot een nieuwe stengel
C
Verschrompelen en vallen af
D
Dat weet eigenlijk niemand

Slide 37 - Quizvraag

02:18
Wat is Assimilatie?
A
omzetten van glucose in koolstofdioxide
B
omzetten van glucose in water
C
omzetten van glucose in een andere organische stof
D
omzetten van glucose in warmte

Slide 38 - Quizvraag

02:59
Van welke factoren is de ontkieming van een zaadje afhankelijk?
(Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.)
A
Temperatuur
B
Aanwezigheid van koolstofdioxide
C
Licht
D
Aanwezigheid van water en zuurstof

Slide 39 - Quizvraag

Oefenen met ...
Het formuleren van een onderzoeksvraag, hypothese en een methode maken.

Slide 40 - Tekstslide

Een goede onderzoeksvraag is:
  • Een onderzoeksvraag, dus geen opzoekvraag. 
  • Een goede vraag bestaat uit één vraag. 
  • Een goede vraag is een open vraag. 
  • Een goede vraag is duidelijk geformuleerd. 

Slide 41 - Tekstslide

Een hypothese bevat:
  • De variabelen die je onderzoekt
  • De groep die je bestudeert
  • De verwachte uitkomst

Slide 42 - Tekstslide

Tuinkerszaadjes groeien in goede omstandigheden zeer snel. Ze ontkiemen eerst en vervolgens ontstaat het plantje, welke gaat groeien. 

Nu wil je gaan onderzoeken of er verschil in groei te zien is als je een variabele veranderd.

Kies voor jezelf wat je wilt gaan onderzoeken.

Slide 43 - Tekstslide

De opdracht:
Schrijf voor jezelf een onderzoeksvraag en hypothese op.
Maak vervolgens een stappenplan waarbij je beschrijft hoe je dit gaat onderzoeken.

Ben je klaar?
Steek dan je vinger op en ik kom bij je langs.

Slide 44 - Tekstslide