Medicijnen H+

Met wat wordt het aangeduid als een medicijn alleen op recept verkrijgbaar is?
A
UR
B
VR
C
NR
D
VV
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Met wat wordt het aangeduid als een medicijn alleen op recept verkrijgbaar is?
A
UR
B
VR
C
NR
D
VV

Slide 1 - Quizvraag

Hoe noem je het als een medicijn een aandoening of ziekte verergeren
A
Alternatief
B
Contra-indicatie
C
Indicatie
D
Allergie

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor een merkloos middel?
A
Homeopathisch middel
B
Contra geneesmiddel
C
Vrij verkrijgbaar medicijn
D
Generiek geneesmiddel

Slide 3 - Quizvraag

Waar hebben de afkortingen LOT en MFD mee te maken?
A
Met de veiligheid van het geneesmiddel
B
Met de datum waarop het geneesmiddel niet meer gebruikt mag worden
C
Met de dosering van het geneesmiddel
D
Met de datum waarop het geneesmiddel is gemaakt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een baxterrol?
A
Geneesmiddelen distributiesysteem
B
Een toedienlijst
C
Opbergsysteem voor geneesmiddelen
D
Daar zit de losse medicatie in

Slide 5 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor een dragee?
A
de omhulsel
B
dat het opgelost kan worden
C
de gladde coating
D
smelt onder de tong

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een suspensie?
A
Een druppel
B
Een soort drank
C
Een spray
D
Een klysma

Slide 7 - Quizvraag

Op wat voor manier wordt het toegediend als je het rectaal toedient?
A
Via de anus
B
Via de neus
C
Via de huid
D
Via de oog

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor "genezend"?
A
Preventief
B
Suppletief
C
Curatief
D
Diagnose

Slide 9 - Quizvraag

Via welke weg gaat de enterale medicatie?
A
via de huid
B
via de luchtwegen
C
rechtstreeks in het bloed
D
maag-darmkanaal

Slide 10 - Quizvraag

Met welk systeem beoordeel je of iemand ondersteuning nodig heeft bij het beheer van de medicijnen?
A
BEM
B
MIC
C
VIG

Slide 11 - Quizvraag

Noem 3 toedieningswijzen van medicijnen

Slide 12 - Open vraag

Benoem de checkpunten bij het toedienen van de medicatie

Slide 13 - Open vraag