2 oktober

Wat doen we vandaag?
  • Vragen Grammatica?
  • Bespreken Hulpboek blz. 22, opdr. 28 en 29.
  • Bespreken Ergon 13.
  • Kronos
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen Grammatica?
  • Bespreken Hulpboek blz. 22, opdr. 28 en 29.
  • Bespreken Ergon 13.
  • Kronos

Slide 1 - Tekstslide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Tekstslide

Hulpboek blz. 90.
Ergon 11.  


Slide 4 - Tekstslide

Ergon 11
  • 1 ῥέουσιν 
  • persoonsvorm mv  
  • De rivieren stromen.
  • 2 χαίρει 
  • persoonsvorm ev 
  • De godin is blij.  

Slide 5 - Tekstslide

Ergon 11
  • 3 ἄρχει 
  • persoonsvorm 
  • δάκρυειν 
  • ev infinitivus  
  • Het kind begint te huilen. 

Slide 6 - Tekstslide

Ergon 11
  • 4 πίπτουσι 
  • persoonsvorm mv  
  • De rotsen vallen.
  • 5 ᾄδουσιν 
  • persoonsvorm mv 
  • De mensen en kinderen zingen. 

Slide 7 - Tekstslide

Ergon 11
  • 6 εἰσιν 
  • persoonsvorm mv 
  • De goden zijn broers. 
  • 7 παίζουσιν 
  • persoonsvorm mv 
  • Het meisje en de/haar broers spelen.

Slide 8 - Tekstslide

KRONOS


Taalboek blz. 28
Hulpboek blz. 22, opdr. 25, 26, 27.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 25
  • a Kyklopen, Titanen, Honderdarmers.
  • b De moeder houdt ook van haar niet volmaakte kinderen, mist hen en kan het niet verdragen dat zij opgesloten zijn. De vader is wreed en sluit de niet volmaakte kinderen op.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 26
  • a Titanen
  • b Kronos had niet goed voor zijn kinderen gezorgd, was geen goede vader. Nu zijn geslachtsdelen worden afgehakt kan hij geen nieuwe kinderen meer verwekken.
  • c Ouranos is een god en dus onsterfelijk, kan dus niet gedood worden.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 27
  • a zandloper ( op de grond in het midden)
  • b sikkel in zijn rechterhand
  • c De bloemen, planten, fruit en gewassen die afgebeeld zijn in de randen aan beide kanten van de god geven aan dat het vruchtbaar en goed was op aarde.
  • d Dat het Gouden Tijdperk voor de stad Amsterdam was aangebroken.

Slide 12 - Tekstslide

KRONOS


Taalboek blz. 29
Hulpboek blz. 22, opdr. 28 & 29.

Slide 13 - Tekstslide

KRONOS


Taalboek blz. 28
Hulpboek blz. 23, opdr. 28 en 29.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 28
  • b Gouden Tijdperk; Ἐπὶ Κρονου
  • c Prometheus

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 29
  • a r. 1 ἐστιν / λάμπει
  • r.2 πνεῖ
  • r.3 ῥέουσιν
  • r.4 περισκοπεῖ / νοεῖ
  • r.5 νοεῖ
  • r.6 νοεῖ
  • b r. 3 ῥέουσιν is meervoud, alle andere enkelvoud

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag

Hulpboek blz. 92.
Ergon 13.  


Slide 18 - Tekstslide

Ergon 13
  • accusativus; lijdend voorwerp
  • De mensen beheren de aarde.
  • nominativus; onderwerp
  • accusativus; na voorzetsel
  • Het beest gaat naar de rivier en drinkt.
  • accusativus; lijdend voorwerp
  • De boer brengt het/zijn paard naar de vlakte.

Slide 19 - Tekstslide

Ergon 13
  • nominativus; onderwerp
  • Het leven is aangenaam; want de zon schijnt altijd.
  • accusativus; lijdend voorwerp
  • De paarden dragen de mensen.
  • nominativus; onderwerp
  • De godinnen willen het gevecht beëindigen maar de goden niet.

Slide 20 - Tekstslide

KRONOS


Taalboek blz. 29
Hulpboek blz. 22, opdr. 30.

Slide 21 - Tekstslide

Ergon 
  • 6 εἰσιν 

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Leer de vetgedrukte woorden op Taalboek blz. 27 en 29. 
  • Maak Hulpboek blz. 23, opdr. 30


Dit is ook huiswerk. 

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 26 - Open vraag