28 mei

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken opdr. 9
  • Grammatica Hoofdstuk 16
  • Berspreken Erga 1, 2, en 4. 
  • Bespreken opdr. 10 en 13. 
  • Maken opdr. Hoofdstuk 17 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken opdr. 9
  • Grammatica Hoofdstuk 16
  • Berspreken Erga 1, 2, en 4. 
  • Bespreken opdr. 10 en 13. 
  • Maken opdr. Hoofdstuk 17 

Slide 1 - Tekstslide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Tekstslide

Hulpboek blz. 126
Ergon 24. 


Slide 5 - Tekstslide

Ergon 

Slide 6 - Tekstslide


Pythia


Taalboek blz. 72. 
Hulpboek blz. 64. 
Opdrachten 9.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 9
  • a Twee uit: de driepoot, de Pythia die in trance roept, de priesters, de priester (links) die antwoorden opschrijft, de vragenstellers.
  • b Links staat de omphalos met daaroverheen wollen draden.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 

Slide 9 - Tekstslide

Hulpboek blz. 130



Slide 10 - Tekstslide

Ergon 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Ergon 1
  • 1 ἐρωτᾷ 3 ev ind prs hij/zij/het vraagt
  • 2 σκοπεῖτε (2×) 2 mv ind prs jullie bekijken
  • 3 ἐνόεις 2 ev ind ipf jij merkte op
  • 4 γελᾶν - - inf prs lachen 
  • 5 ἐτίμων (2×) 1 ev ind ipf ik eerde
  •                             1 mv ind prs zij eerden
  • 6 αἱροῦμεν 1 ind prs wij grijpen

Slide 25 - Tekstslide

Ergon 1
  • ὁρῶσι 3 mv ind zij zien
  • 8 ᾑροῦμεν 1 mv ind ipf wij grepen
  • 9 ζήτει ev imp prs zoek!
  • 10 δοκοῦσι 3 mv ind prs zij menen
  • 11 ῥεῖ 3 ev ind prs hij/zij/het stroomt
  • 12 ᾤκουν (2×) 1 ev ind ipf ik woonde
  •                              3 mv ind ipf zij woonden

Slide 26 - Tekstslide

Ergon 2
  • 1  ἐγέλα ἐ γέλα ε hij/zij lachte
  • 2 σκοπεῖτε (2×)  - σκόπε ετε kijk!
  • 3 ἐκαλοῦμεν ἐ καλε ομεν  wij riepen
  • 4 ἠρώτας  ἐ ἐρώτα ες jij vroeg
  • 5 νοεῖ - νοε ει hij/zij/het merkt op
  • 6 ᾕρουν (2×) ἐ αιρε ον ik greep/zij grepen

Slide 27 - Tekstslide

Ergon 2
  • τιμῶσι - τιμα ουσι zij eren
  • 8 ᾤκεις ἐ οικε ες jij woonde
  • 9 ὁρᾷς ὁρα εις jij ziet
  • 10 ἐζήτει ἐ ζήτε ε hij/zij/het zocht
  • 11 ἐτιμῶμεν ἐ τιμα ομεν wij eerden 
  • 12 ἐρώτα ἐρώτα ε vraag!

Slide 28 - Tekstslide

Ergon 4
  • Bij de ε- stammen: ε + ε = ει; ε + ο = ου
  • Bij de α- stammen: α + ε = α; α + ο = ω

Slide 29 - Tekstslide

Ergon 1

Slide 30 - Tekstslide


Pythia


Taalboek blz. 72. 
Hulpboek blz. 64. 
Opdrachten 10 en 13.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 10
  • a en b eigen verwerking.
  • c Een geitje.
  • d r.2 bevriende geiten; r.3 de herder; r.6 Apollo; r.20 mensen (uit de nabijgelegen stad); r.25 depriesteres (Pythia).
  • e Dat talloze leraren ooit aan talloze leerlingen dit verhaal zullen vertellen.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 13
  • a κατέβαινον, εἰσέπνεον, ἐτίμων
  • b Het zijn opeenvolgende gebeurtenissen: door naar beneden in de kloof te gaan, adem je het gas in en raak je onder invloed ter ere van Apollo.
  • c Het zijn herhaalde handelingen dus is het imperfectum gebruikt.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 

Slide 34 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 17.
  • Leer Hulpboek blz. 140 t/m 151.
  • Lees Tekstboek blz. 74 t/m 75. 
  • Maak Hulpboek blz. 66, opdr. 15 en 16
  • Lees Hulpboek, blz. 132

Dit is ook huiswerk. 

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 36 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 37 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 38 - Open vraag