Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 5: Vakantie - Belangrijke woorden
Thema 5: VAKANTIE
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 5: VAKANTIE
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik...
Wat was het hoofdonderwerp van het vorige thema?
Welke onderwerpen zijn aan bod gekomen?
Ben je tevreden over hoe je het vorige thema hebt afgesloten?
Slide 2 - Tekstslide
Thema 5: VAKANTIE
Slide 3 - Tekstslide
Welke vakantie past het best bij jou?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Maak allemaal een lijstje met landen waar je op vakantie bent geweest...
Frankrijk
Spanje
Italië
Kroatië
Dominicaanse Republiek
Thailand
China
Zuid-Afrika
Slide 6 - Tekstslide
Doel van de les:
Ik oefen met de belangrijke woorden
Ik zoek een passende tekst over mijn favoriete vakantiebestemming
Ik oefen met het maken van een duidelijke samenvatting
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdstuk 1: Belangrijke woorden
Wij starten met hoofdstuk 1: belangrijke woorden.
Welke woorden kennen we al rondom het thema: vakantie
Slide 8 - Tekstslide
Wij moesten de vakantie annuleren.
Wat is annuleren?
A
Afzeggen
B
Regelen
C
Uitzoeken
D
Bekijken
Slide 9 - Quizvraag
Je moet even bellen om te bevestigen.
Wat is bevestigen?
A
Regelen
B
Vragen
C
Aangeven dat het doorgaat
D
Aangeven dat het niet doorgaat
Slide 10 - Quizvraag
In Parijs bezichtigen we de Eiffeltoren.
Wat is bezichtigen?
A
Beklimmen
B
Beschilderen
C
Bezoeken
D
Bekijken
Slide 11 - Quizvraag
Wij boeken een hotel in Madrid.
Een ander woord voor: boeken.
A
Reserveren
B
Regelen
C
Bevestigen
D
Annuleren
Slide 12 - Quizvraag
Even controleren of mijn paspoort in mijn tas zit.
Wat is controleren?
A
Uitpakken
B
Inpakken
C
Bekijken
D
Nakijken
Slide 13 - Quizvraag
Wat zie je?
A
De koffers
B
De bagage
C
Het toerisme
D
Het visum
Slide 14 - Quizvraag
De plaats waar je heen gaat, noemen we de ...
A
de valuta
B
de bestemming
C
de brochure
D
het budget
Slide 15 - Quizvraag
De Eifeltoren is een ...
A
routebeschrijving
B
vaccinatie
C
brochure
D
bezienswaardigheid
Slide 16 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Brochures
B
Visums
C
Bagage
D
Boeken
Slide 17 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
de excursie
B
het toerisme
C
de douane
D
de vaccinatie
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Tijdens de excursie zagen we walvissen.
Wat is een excursie?
A
een uitstapje
B
een vakantie
C
een reis
D
een bestemming
Slide 20 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
de brochures
B
de valuta
C
de reisdocumenten
D
de visums
Slide 21 - Quizvraag
Er staat een fout in de routebeschrijving.
Wat is routebeschrijving?
A
Uitleg over de bezienswaardigheden
B
Uitleg over het land
C
Uitleg hoe je moet reizen
D
Uitleg over het geld
Slide 22 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
De valuta
B
De vaccinatie
C
Het visum
D
De excursie
Slide 23 - Quizvraag
Het geldsoort van een bepaald land noem je ...
A
Het budget
B
Het visum
C
De valuta
D
Het verlof
Slide 24 - Quizvraag
Wat is genieten?
A
Ergens plezier aan beleven
B
Ergens zin in hebben
C
Ergens over na denken
D
Ergens iets regelen
Slide 25 - Quizvraag
Wat is: het budget
A
Hoeveelheid geld je in je portemonnee hebt
B
Hoeveelheid geld je van je ouders krijgt
C
Hoeveelheid geld je wilt uitgeven
D
Hoeveelheid geld je mee mag nemen
Slide 26 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
De douane
B
De valuta
C
Het verlof
D
Het toerisme
Slide 27 - Quizvraag
Ik neem volgende week verlof op bij mijn baas.
Wat is verlof?
A
Werkdagen
B
Vrije tijd
C
Extra werkuren
D
Ontslag
Slide 28 - Quizvraag
Zonder geldig visum kom je China niet in.
Wat is een visum?
A
Koffers
B
Paspoort
C
ID-kaart
D
Toestemming om in dat land te reizen
Slide 29 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Wat gaan we doen:
Nederlands DEVIANT
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4
Opdracht 5
Zelfstandig werken
Wat gaan we doen:
Nederlands LEESDOSSIER
Bedenk je favoriete vakantiebestemming
Zoek een tekst over deze bestemming
Lees de tekst
Zoek een plaatje bij de tekst
Maak een samenvatting van 5 regels
Slide 30 - Tekstslide
Evaluatie
Van de 20 belangrijke woorden hoeveel ken je er?
Oefeningen in het werkboek, hoe ging het?
Passende werkhouding?
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Thema 5: Vakantie - Belangrijke woorden
16 dagen geleden
- Les met
18 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 5: Vakantie - Belangrijke woorden
Juni 2019
- Les met
18 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 5: Vakantie - Belangrijke woorden
16 dagen geleden
- Les met
18 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 5: Vakantie - Belangrijke woorden
November 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 5: Vakantie - Het Kwadrant - MAWE-klassen 4
Mei 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
PSO: online les: Toerisme en Recreatie
Juni 2019
- Les met
28 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Via Vervolg 1F Deel B thema 5 H1 Belangrijke woorden
September 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Via Vervolg 1F Deel B thema 5 H1 Belangrijke woorden
Augustus 2022
- Les met
23 slides